direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: Kernen Roerdalen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPKERNEN2012-OH02

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Bedrijventerrein ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een bedrijf tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt en is opgenomen in de bijlage bij deze regels;

met de daarbij behorende:

  • b. werkplaatsen, magazijnen, kantines en bergingen;
  • c. voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.2', bedrijven uit categorie 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 4.2' bedrijven uit categorie 4.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein;

met dien verstande dat:

  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' uitsluitend een bedrijfswoning is toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'groen' uitsluitend afschermende groenvoorzieningen zijn toegestaan, alsmede in- en uitritten ten behoeve van de ontsluiting van het bedrijf;
  • i. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • j. bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken niet zijn toegestaan.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

5.2.1 Algemeen
  • a. per bedrijf mag maximaal 80% van het bij het bedrijf behorende bouwvlak worden bebouwd tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander bebouwingspercentage is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan;
  • c. er dient op eigen terrein ruimte beschikbaar te zijn om voldoende parkeerplaatsen te kunnen realiseren;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vekoma' is ondergrondse bouwen toegestaan tot een diepte van 3,5 m onder het maaiveld.

5.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bedrijfsgebouwen, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, moeten tenminste 4 meter uit de grens van het bouwperceel worden gebouwd, met dien verstande dat voor bestaande bedrijfsgebouwen op kortere afstand van de perceelsgrens deze kortere afstand geldt;
  • c. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven, voor zover de bestaande bouwhoogte meer bedraagt dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding dan geldt deze hogere bouwhoogte als maximaal toegestane hoogte.

5.2.3 Bedrijfswoning
  • a. bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 800 m³ bedragen (inclusief bijbehorende bouwwerken);
  • d. de bedrijfswoning moet zijn voorzien een kap met een dakhelling van minimaal 30 graden en maximaal 65 graden.

5.2.4 Bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, mogen uitsluitend worden gebouwd achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw (bedrijfswoning);
  • c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,5 meter;
  • d. per bedrijfswoning mag de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken niet meer dan 100 m² bedragen.

5.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven:

bouwwerken geen gebouw zijnde   maximale bouwhoogte  
vlaggenmasten   8 meter  
de hoogte van schoorstenen en andere voor het bedrijf noodzakelijke bouwwerken (zoals hijs- en takelinrichtingen)   15 meter  
technische installaties, hijsinrichtingen en soortgelijke bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vekoma'   12 meter  
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn   1,2 meter  
erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn   2 meter  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   3 meter  

5.2.6 Tijdelijke gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde t.b.v. testopstellingen

Voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke tijdelijk worden geplaatst in verband met het testen van attracties, gelden in afwijking van het bepaalde in 5.2.2 sub c en 5.2.5, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vekoma' de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 90 m, met dien verstande dat:
    • 1. een bouwwerk met een bouwhoogte van minimaal 10 m en maximaal 50 m gedurende een aaneengesloten termijn van maximaal 9 maanden is toegestaan;
    • 2. een bouwwerk met een bouwhoogte tussen 50 m en maximaal 90 m gedurende een aaneengesloten termijn van maximaal 3 maanden is toegestaan.

5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

voor het parkeren dient gebruik te worden gemaakt van de parkeerkencijfers van het CROW.

5.3.2 Strijdig gebruik

De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
  • b. kantoor, met uitzondering van kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse aanwezige bedrijf tot een maximum van 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte.