direct naar inhoud van Artikel 6 Centrum
Plan: Kernen Roerdalen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPKERNEN2012-OH02

Artikel 6 Centrum

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Centrum ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening;
  • c. maatschappelijke voorzieningen;
  • d. horeca van categorie 1 van de Staat van horeca activiteiten;
  • e. wonen al dan niet in combinatie met:
    • 1. een beroep aan huis, zoals nader beschreven in 6.5.1;
    • 2. een bedrijf aan huis, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de locaties zoals opgenomen in bijlage 3 bij de regels: 'Lijst toegestane bedrijven aan huis' zoals nader beschreven in 6.5.2 een bedrijf aan huis is toegestaan;
  • f. bed & breakfast;

met de daarbij behorende:

  • g. werkplaatsen, magazijnen en bergingen;
  • h. voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, toegangen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  • j. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', uitsluitend detailhandel, met uitzondering van een supermarkt;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'horeca t/m categorie 2' horeca t/m categorie 2 van de Staat van horeca activiteiten;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang', een onderdoorgang.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

6.2.1 Algemeen

Er zijn niet meer woningen toegestaan dan aanwezig en vergund op de eerste dag van de in werking treding van dit bestemmingsplan.

6.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. Een hoofdgebouw is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van maximaal 2 meter daarachter;
  • c. het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander bebouwingspercentage is aangegeven;
  • d. het hoofdgebouw moet zijn voorzien een kap met een dakhelling van minimaal 30 graden en maximaal 65 graden, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'platdak', ook een plat dak is toegestaan;
  • e. de verticale bouwdiepte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 3 meter bedragen.
6.2.3 Bijbehorende bouwwerken
  • a. een bijbehorend bouwwerk is zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan, met in achtneming van de overige bouwregels;
  • b. een bijbehorend bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, mag uitsluitend worden opgericht op een afstand van ten minste 2 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, met dien verstande dat wanneer het een garage betreft, de afstand van de garage tot de bestemming 'Verkeer' aan de voorzijde van de woning ten minste 5,5 meter bedraagt;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag bij een woonfunctie maximaal 100 m² bedragen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte aan hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken per bouwperceel maximaal 60% van het bouwperceel mag bedragen;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag bij een centrumfunctie zoals genoemd in 5.1 a t/m d van deze regels, maximaal 150 m² bedragen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte aan hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken maximaal 70% van het bouwperceel mag bedragen;
  • e. voor bijbehorende bouwwerken die aan het hoofdgebouw worden gebouwd gelden de volgende maximale goot- en bouwhoogte:
    • 1. goothoogte: maximaal 30 centimeter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie tussen de eerste en de tweede bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw;
    • 2. bouwhoogte: tot maximaal halverwege de bouwhoogte van de kap op het bijbehorende hoofdgebouw;
  • f. voor bijbehorende bouwwerken die niet aan het hoofdgebouw worden gebouwd, gelden de volgende maximale goot- en bouwhoogte:
    • 1. goothoogte: maximaal 3,50 meter;
    • 2. bouwhoogte maximaal 5 meter,

met dien verstande dat de maximale dakhelling en hoogte niet meer mogen bedragen dan die van het bijbehorende hoofdgebouw;

  • g. voor bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'platdak' geldt dat de hoogte maximaal de hoogte van het hoofdgebouw mag bedragen;
  • h. de verticale bouwdiepte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 meter bedragen.
6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan in de tabel hierna is aangegeven:

bouwwerk geen gebouw zijnde   max. bouwhoogte voor de voorgevel   max. bouwhoogte achter de voorgevel  
erfafscheidingen   1 meter   2 meter  
buitenverlichting   1 meter   2 meter  
vlaggenmasten   8 meter   8 meter  
antennes   niet toegestaan   8 meter  
pergola's   3 meter   3 meter  
speelvoorzieningen   3 meter   3 meter  
overig   2 meter   2 meter  

  • b. het oprichten van een niet-overdekt zwembad is uitsluitend toegestaan, indien het bouwperceel een oppervlakte heeft van meer dan 500 m² en de oppervlakte van het zwembad maximaal 100 m² bedraagt.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van de onder 6.2 van deze regels bedoelde bouwwerken en de aanleg van parkeerplaatsen op eigen terrein, indien dat noodzakelijk is in verband met een onevenredige aantasting van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld: in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit;
  • b. de gebruiksmogelijkheden: ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;
  • c. het woon- en leefklimaat: het in stand houden van een goede woonsituatie ter plaatse en in de omgeving, in het bijzonder met het oog op:
    • 1. de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van de (bebouwing op) aangrenzende gronden;
    • 2. het uitzicht;
    • 3. de aanwezigheid van voldoende privacy;
    • 4. het gebruik in verband met een beroep aan huis;
    • 5. de verkeersveiligheid: ter waarborging van de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen;
  • d. de sociale veiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en nietsociaal controleerbaar is;
  • e. de brandveiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid respectievelijk brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

6.4.1 Afstand voorgevelrooilijn

6.2.3, onder b, van deze regels, voor het oprichten van ten hoogste één bijbehorend bouwwerk op een kleinere afstand vanaf de voorgevelrooilijn of de weg aan de voorzijde van de woning, of geheel of gedeeltelijk vóór de voorgevelrooilijn, mits:

  • a. het oppervlak van het bijgebouw voor zover gelegen buiten het bouwvlak maximaal 20 m² bedraagt;
  • b. een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit is gewaarborgd;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de afstand van het bijgebouw tot de aan de weg gelegen zijde van de bestemmingsgrens, mede in verband met de verkeersveiligheid, ten minste 1,50 meter bedraagt.

6.4.2 Erfafscheidingen op hoekpercelen

6.2.4, onder a, van deze regels, voor het oprichten van een erfafscheiding vóór maximaal een van de voorgevelrooilijnen op hoekpercelen, onder voorwaarde dat:

  • a. de maximale hoogte 2 meter bedraagt;
  • b. een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit is gewaarborgd;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen, is gewaarborgd.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

6.5.1 Beroep aan huis:

Een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep aan huis in de hoofd- en/of bijbehorende bouwwerken, onder voorwaarde dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken daarvoor wordt gebruikt;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
  • c. het beroep aan huis wordt uitgeoefend door degene die in de betreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
  • d. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
  • e. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het beroep aan huis;
  • f. per beroep aan huis 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf is toegestaan van maximaal 0,5 m².

6.5.2 Bedrijf aan huis

Een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een bedrijf aan huis in de hoofd- en/of bijbehorende bouwwerken, onder voorwaarde dat :

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken daarvoor wordt gebruikt;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
  • c. uitsluitend bedrijfsactiviteiten worden toegestaan tot en met categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis;
  • d. het bedrijf aan huis wordt uitgeoefend door degene die in de betreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
  • e. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
  • f. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het bedrijf aan huis;
  • g. per bedrijf aan huis 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf is toegestaan van maximaal 0,5 m².

6.5.3 Parkeren:

Ten aanzien van parkeren op eigen terrein dienen de volgende normen te worden gehanteerd:

  • a. per vrijstaande woning ten minste 2 parkeerplaatsen;
  • b. per twee-aaneen gebouwde woning ten minste 1 parkeerplaats;
  • c. waarbij een garage niet wordt meegerekend als parkeerplaats.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels
6.6.1 Horeca van categrorie 2

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1, van deze regels voor horeca van categorie 2, onder voorwaarde dat:

  • a. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
  • b. uitsluitend horeca activiteiten worden toegestaan van categorie 2 van de Staat van activiteiten;
  • c. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig worden aangetast;
  • e. de milieutechnische toelaatbaarheid wordt aangetoond.

6.6.2 Bedrijf aan huis:

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1, van deze regels voor de uitoefening van een bedrijf aan huis in de hoofd- en/of bijbehorende bouwwerken, onder voorwaarde dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken daarvoor wordt gebruikt;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
  • c. uitsluitend bedrijfsactiviteiten worden toegestaan tot en met categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis;
  • d. het bedrijf aan huis wordt uitgeoefend door degene die in de betreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
  • e. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
  • f. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het bedrijf aan huis;
  • g. per bedrijf aan huis 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf is toegestaan van maximaal 0,5 m².