direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Kernen Roerdalen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPKERNEN2012-OH02

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.9;

met de daarbij behorende:

  • b. voorzieningen zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen, paardenbakken, erven, tuinen, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, ontsluitingswegen, recreatieve paden en voet- en fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water;

alsmede voor:

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', een bedrijfswoning;
  • d. extensieve dagrecreatie;
  • e. evenementen;
  • f. de in onderstaande tabel vermelde toegestane nevenfuncties:

nevenfunctie   maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie   maximaal aantal m² bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie  
verkoop-aan-huis van lokaal/streekeigen agrarische producten   -   100 m²  
beroep aan huis     max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken  
bed &breakfast   -   max. 8 slaapplaatsen verdeeld over max. 3 kamers  
groene en blauwe diensten   -   -  
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat erf- of terreinafscheidingen ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
  • c. tevens geldt het bepaalde in onderstaande tabel:

  max. aantal per bouwvlak   max.
oppervlak  
max.
inhoud  
max. goot- hoogte   max. bouw- hoogte  
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen )   1   -   1.000 m³   6 m   9 m  
bijbehorende bouwwerken   -   100 m2   -   3,5 m   6,5 m  
kassen   -   2.500 m2   -   6 m   12 m  
overige bedrijfsgebouwen   -   volledig bouwvlak   -   6 m   12 m  
teeltondersteunende voorziening, niet zijnde kassen   -   volledig bouwvlak   -   -   2,5 m  
mestsilo's   -   2.500 m2   -   -   8,5 m  
overige silo's   -   -   -   -   15 m  
vlaggenmasten   -   -   -   -   8 m  
lichtmasten bij paardenbakken   -   -   -   -   5 m  
lichtmasten overig   -   -   -   -   5 m  
erf- of terreinaf- scheidingen binnen bouwvlak   -   -   -   -   2 m  
erf- of terreinafscheidingen t.b.v. boom-, sier- en fruitteelt buiten bouwvlak   -   -   -   -   2 m  
overige erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak   -   -   -   -   1,2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   -   -   -   3 m  

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 ten behoeve van kuilvoerplaten en sleufsilo's buiten het bouwvlak

Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische bedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 onder a om kuilvoerplaten, mestplaten en sleufsilo's buiten het bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het volgende:

  • a. de realisatie van kuilvoerplaten en sleufsilo's buiten het bouwvlak zijn alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aansluitend aan het bouwvlak gerealiseerd te worden, met dien verstande dat indien is aangetoond dat dit niet mogelijk is, kuilvoerplaten en sleufsilo's binnen een zone van 25 m vanaf de grens van het bouwvlak zijn toegestaan;
  • c. er dient voldoende afstand tot omliggende hindergevoelige objecten in acht genomen te worden;
  • d. de hoogte van de wanden behorende bij de sleufsilo's bedraagt ten hoogste 1,2 m;
  • e. er dient voldaan te worden aan een landschappelijke inpassing.

3.3.2 ten behoeve van hagelnetten

Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische bedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 onder a om hagelnetten buiten het bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het volgende:

  • a. hagelnetten zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf;
  • b. het is niet toegestaan hagelnetten door te laten lopen tot aan de grond;
  • c. er dient voldaan te worden aan een landschappelijke inpassing.

3.3.3 ten behoeve van opslag van dierlijke mest

Het bevoegd gezag kan ten behoeve van de opslag van dierlijke mest buiten het bouwvlak, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 onder a met inachtneming van het volgende:

  • a. de opslag van dierlijke mest buiten het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
  • b. de opslag van dierlijke mest is toegestaan in mestbassins, mestzakken of op mestplaten waarbij gebruikgemaakt mag worden van een of meerdere mestzakken, mestbassins of mestplaten;
  • c. mestopslag is uitsluitend bedoeld voor de eigen agrarische bedrijfsvoering;
  • d. de opgeslagen mest buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 2.500 m³ per bedrijf;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aansluitend aan het bouwvlak gerealiseerd te worden, met dien verstande dat indien is aangetoond dat dit niet mogelijk is, mestbassins, mestzakken of mestplaten binnen een zone van 25 m vanaf de grens van het bouwvlak zijn toegestaan;
  • f. de opslag van dierlijke mest dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • g. de hoogte van mestzakken, mestbassins en wanden van mestplaten bedraagt ten hoogste 1,2 m;
  • h. er dient voldaan te worden aan een landschappelijke inpassing.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. het gebruik van afdekfolies buiten het bouwvlak is toegestaan;
  • b. buitenopslag buiten het bouwvlak is niet toegestaan;
  • c. buitenopslag binnen het bouwvlak met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is niet toegestaan;
  • d. paardenbakken buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan;
  • e. nevenfuncties zijn, indien hier bebouwing voor nodig is, niet toegestaan buiten de bestaande bebouwing;
  • f. bed & breakfast is niet buiten de woning en bouwwerken toegestaan;
  • g. in het kader van bedrijf- en beroep-aan-huis is geen horeca en detailhandel toegestaan;
  • h. de productie van energie uit biomassa is niet toegestaan'
  • i. de aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, onder voorwaarde dat:
    • 1. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
    • 2. op het bouwperceel geen tweede zelfstandige woning ontstaat.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Ten behoeve van nevenfuncties

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 ten behoeve van het toestaan van een of meer nevenfuncties zoals opgenomen in onderstaande tabel in dit lid, met inachtneming van het volgende:

  • a. nevenfuncties die niet in de bebouwing plaatsvinden mogen buiten de bebouwing maar binnen het bouwvlak plaatsvinden;
  • b. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • c. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
  • d. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
  • e. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van nevenfuncties dient niet onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de nieuwe activiteit;
  • f. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  • g. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nevenactiviteit;
  • h. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nevenactiviteit;
  • i. ten behoeve van de nevenfunctie overige bedrijven geldt tevens dat activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • j. ten aanzien van de nevenfunctie kleinschalig kamperen geldt tevens het volgende:
    • 1. in uitzondering op het gestelde onder a is kleinschalig kamperen buiten het bouwvlak, mits aansluitend aan het bouwvlak, toegestaan met dien verstande dat indien is aangetoond dat dit niet mogelijk is, kleinschalig kamperen binnen een zone van 25 m vanaf de grens van het bouwvlak is toegestaan;
    • 2. kleinschalig kamperen is uitsluitend toegestaan in de periode 15 maart tot en met 31 oktober;
    • 3. het aantal standplaatsen voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 40;
    • 4. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn;
    • 5. er dient voldaan te worden aan een landschappelijke inpassing.

nevenfunctie   maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie   maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie  
kleinschalig bedrijf-aan-huis   -   max 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken  
kleinschalig kamperen     zoals bepaald in lid 3.5.1  
educatie   -   zoals bepaald in lid 3.5.1  
overige recreatieve functies/agrotoerisme   -   zoals bepaald in lid 3.5.1  
agrarische duurzaamheid, innovatie en educatie   -   zoals bepaald in lid 3.5.1  
inpandige stalling van ABC-goederen voor particulieren   -   max 500 m²  
overige agrarisch aanverwante bedrijfsactiviteiten   -   zoals bepaald in lid 3.5.1  

3.5.2 Ten behoeve van paardenbakken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4 onder d om paardenbakken buiten het bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het volgende:

  • a. per (bedrijfs)woning is ten hoogste één paardenbak buiten het bouwvlak toegestaan;
  • b. de oppervlakte van een paardenbak bedraagt ten hoogste 800 m²;
  • c. paardenbakken, dienen aansluitend aan een bouwvlak gerealiseerd te worden, met dien verstande dat indien is aangetoond dat dit niet mogelijk is, paardenbakken binnen een zone van 25 m vanaf de grens van een bouwvlak zijn toegestaan;
  • d. de afstand tussen de paardenbak en hindergevoelige bestemmingsvlakken van derden of agrarische bouwvlakken van derden dient ten minste 25 m te bedragen;
  • e. lichtmasten en stapmolens zijn niet toegestaan;
  • f. de hoogte van springobstakels bedraagt ten hoogste 1,2 m;
  • g. er dient voldaan te worden aan een landschappelijke inpassing.

3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.6.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Agrarisch' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het beplanten van gronden met een houtgewas met uitzondering van fruitteelt, boomteelt en houtproductie;
  • b. het aanleggen, verharden van wegen, voet-, fiets-, ruiter- en andere paden, dagrecreatieve voorzieningen zoals picknickplaatsen, parkeervoorzieningen groter dan 200 m²;
  • c. het aanbrengen of verwijderen van bovengrondse of ondergrondse transport-, energie of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het verlagen, vergraven, ophogen, egaliseren, diepwoelen of diepploegen van de bodem;
  • e. het verwijderen van houtgewas (met uitzondering van fruitteelt, boomteelt en houtproductie), het slechten van houtwallen en bosjes en het verwijderen van landschapselementen zoals poelen, moerasjes en boomgroepen;
  • f. het wijzigen van de waterhuishouding of de grondwaterstand en/of het vergroten van de toe- of afvoer van water door onder meer het afdammen, stuwen, bemalen, onderbemalen, het draineren van gronden, en het graven, dempen of anderszins wijzigen en verbeteren van waterlopen, sloten en greppels.

3.6.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van 3.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij de bouwregels in acht zijn genomen;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. binnen het bouwvlak plaatsvinden.

3.7 Wijzigingsbevoegdheid
3.7.1 Ten behoeve van vervolgfuncties

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' zodanig wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van een agrarisch bedrijf – de in onderstaande tabel genoemde vervolgfuncties toegestaan zijn, met inachtneming van het volgende:

  • a. er mogen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande gebouwen mogen niet worden uitgebreid;
  • b. de bestemming wordt gewijzigd in een op de vervolgfunctie toegesneden bestemming;
  • c. na de bestemmingswijziging dient een aanduiding te worden opgenomen, waarmee wordt aangegeven dat het voormalige bedrijfsbebouwing betreft;
  • d. er mag geen sprake zijn van buitenopslag of andere bedrijfsactiviteiten die buiten de gebouwen plaatsvinden;
  • e. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van vervolgfuncties dient niet onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de nieuwe activiteit;
  • f. parkeren dient landschappelijk te worden ingepast en binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  • g. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nieuwe hoofdbestemming;
  • h. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nieuwe hoofdbestemming;
  • i. een minicamping is toegestaan tot maximaal 40 standplaatsen;
  • j. de vervolgfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • k. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
  • l. het aantal woningen mag niet toenemen;
  • m. indien door initiatiefnemer is aangetoond dat wijziging naar de vervolgfuncties zoals opgenomen in onderstaande tabel niet mogelijk is, kan de bestemming gewijzigd worden naar de bestemming Wonen.

Tabel vervolgfuncties

Recreatie  
Toerisme  
Zorg  
Wonen  

3.7.2 Ten behoeve van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming 'Agrarisch' zodanig wijzigen dat de realisatie van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak is toegestaan, met inachtneming van het volgende:

  • a. tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak zijn alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
  • b. aangetoond dient te worden dat op het bestaande bouwvlak onvoldoende ruimte is om de tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen te realiseren, waarbij aangetoond moet worden waarom sloop en herbouw van bedrijfsgebouwen niet tot de mogelijkheden behoord;
  • c. de betreffende gronden dienen voorzien te worden van de specifieke bouwaanduiding 'teeltondersteunende voorzieningen';
  • d. de hoogte bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  • e. er dient voldaan te worden aan een landschappelijke inpassing.

3.7.3 wro-zone - wijzigingsgebied 5

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 5' kunnen burgemeester en wethouders de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - onbebouwd', met inachtneming van het volgende:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen maximaal 3 m bedragen;
  • c. bij wijziging naar 'Agrarisch - onbebouwd' dient de omgevingsvergunning uit artikel 3.6 in acht te worden genomen.

3.7.4 wro-zone - wijzigingsgebied 6

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 6' kunnen burgemeester en wethouders de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in 'Wonen', onder voorwaarde dat:

  • a. maximaal 3 vrijstaande woningen, in overeenstemming met de woningaantallen volgens de gemeentelijke Woonvisie, worden opgericht;
  • b. de maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 6 en 10 meter bedraagt;
  • c. het plan voorziet in voldoende parkeervoorzieningen.

3.7.5 wro-zone - wijzigingsgebied 7

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 7' kunnen burgemeester en wethouders de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in 'Wonen' of 'Maatschappelijk', onder voorwaarde dat:

  • a. de woningaantallen in overeenstemming zijn met de woningaantallen volgens de gemeentelijke Woonvisie;
  • b. de maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 6 en 10 meter bedraagt;
  • c. het plan voorziet in voldoende parkeervoorzieningen.

3.7.6 Ten behoeve van vormverandering bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming 'Agrarisch' zodanig wijzigen dat vormverandering van bouwvlakken is toegestaan, onder voorwaarde dat:

  • a. vormveranderingvan het bouwvlakis alleentoelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
  • b. de omvang van het agrarisch bouwvlak mag niet worden vergroot;
  • c. nabij gelegen bedrijven en functies mogen door de verandering niet onevenredig worden belemmerd/gehinderd;
  • d. de vormverandering van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • e. er dient te worden voldaan aan een landschappelijke inpassing.

3.7.7 Ten behoeve van bouwvlakvergroting

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming 'Agrarisch' zodanig wijzigen dat vergroten van het bouwvlak is toegestaan, onder voorwaarde dat:

  • a. de vergroting dient noodzakelijk te zijn vanwege een voorgenomen vergroting om bedrijfseconomische dan wel andere bedrijfsomstandigheden van het op het te wijzigenbouwvlak gevestigde bedrijf;
  • b. de noodzaak tot uitbreiding dient aangetoond te worden door middel van een bedrijfsplan waarbij tevens moet worden aangetoond waarom sloop en herbouw van de bedrijfsgebouwen niet tot de mogelijkheden behoort;
  • c. nabij gelegen bedrijvenen functies mogen door de verandering niet onevenredig worden belemmerd/gehinderd;
  • d. de vergroting van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • e. er dient te worden voldaanaan een landschappelijke inpassing.