Plan: | Buitengebied Roerdalen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG02 |
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd voor zover deze begrippen van het 'normale' spraakgebruik afwijken of een specifiek juridische betekenis hebben. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan zal moeten worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Artikel 2 Wijze van meten
Het onderhavige artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingen
Artikel 3 Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied, artikel 4 Agrarisch met waarden – Landschapswaarden 1, artikel 5 Agrarisch met waarden – Landschapswaarden 2 en artikel 6 Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden
Dit bestemmingsplan kent vier verschillende agrarische bestemmingen. Deze bestemmingen zijn gebaseerd op de zonering zoals beschreven in paragraaf 5.5. Door voor deze systematiek te kiezen, is het mogelijk voor alle zones aparte regelingen op te nemen waardoor aanwezige waarden worden beschermd. Om dit te bewerkstelligen, wordt onderscheid gemaakt in bijvoorbeeld het toegestane grondgebruik en de bouwmogelijkheden en neven- en vervolgfuncties.
Binnen de bestemmingsomschrijving wordt aangegeven welke productietakken rechtstreeks zijn toegestaan. In de huidige situatie komt het echter voor dat bedrijven een andere agrarische functie uitoefenen dan datgene wat in de betreffende zone is toegestaan. Het betreft afhankelijk van de bestemming onder andere glastuinbouw en intensieve veehouderij. Deze bedrijven worden voorzien van een specifieke functieaanduiding.
Voor de aanwezige agrarische bedrijven zijn bouwvlakken opgenomen. Binnen het toegekende bouwvlak dienen de bedrijfsgebouwen, de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken en de bouwwerken, geen gebouwen zijnde (met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen), te worden gesitueerd. Dit betekent dat ook mestopslag, paardenbakken, sleufsilo's, kuilplaten en teeltondersteunende voorzieningen binnen het bouwvlak worden gesitueerd. Om agrariërs meer flexibiliteit te geven bij het gebruik en de inrichting van het bouwvlak, is het via afwijking in de zones A - LOG en AW-L 1 en 2 toegestaan om kuilvoerplaten, mestplaten en sleufsilo's ook buiten het bouwvlak, mits binnen 25 m van het bouwvlak, te realiseren. Op deze manier ontstaat er op het bouwvlak meer ruimte om bebouwing te realiseren terwijl tegelijkertijd de concentratie van bebouwing gewaarborgd blijft. Daarbij dienen de randvoorwaarden zoals beschreven in de afwijkingsbevoegdheid in acht te worden genomen.
Agrarische bouwvlakken mogen, met inachtneming van de van toepassing zijnde bouwregels, volledig worden bebouwd. Bij nagenoeg alle agrarische bedrijven is één bedrijfswoning aanwezig. Indien reeds een tweede agrarische bedrijfswoning aanwezig is, is dit met een maatvoeringaanduiding aangegeven. De maximum inhoudsmaat voor agrarische bedrijfswoningen bedraagt 1000 m³, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Tevens is 100 m² aan bijbehorende bouwwerken toegestaan. Bij bouwaanvragen voor objecten die zowel als bijbehorende bouwwerk en als woning getypeerd kunnen worden kan van geval tot geval bepaald worden of de oppervlakte binnen de 1.000 m³ of binnen de 100 m² aangemerkt wordt. Voorbeeld 1: Indien de woning een inhoud heeft van 800 m³ en er een bijbehorend bouwwerk staat van 100 m² is het mogelijk om een bijbehorende bouwwerk (mits onderdeel van de woning) van ten hoogste 200 m³ te vergunnen. Voorbeeld 2: Is de woning al 1.000 m³ maar zijn er nog geen bijbehorende bouwwerken dan is het uitsluitend mogelijk een bijbehorend bouwwerk van ten hoogste 100 m² te vergunnen.
Afwijkingsregels
In de planregels zijn in de vier agrarische artikelen de volgende afwijkingsregels opgenomen:
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Op de gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 1, Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 2 en Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden is een vergunningenstelsel van kracht met het oog op de te beschermden waarden.
Milieuhygiënische inpasbaarheid
In verschillende flexibiliteitsbepalingen wordt als voorwaarde gesteld dat de ontwikkeling 'milieuhygiënisch inpasbaar' is. Milieuhygiënisch inpasbaar is een verzamelbegrip voor verschillende aspecten. In artikel 1 begrippen is een begrip opgenomen. Dit begrip luidt als volgt: Een ontwikkeling is milieuhygiënisch inpasbaar indien is aangetoond dat: - voor milieu gevoelige functies een goed woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd; - omliggende bedrijven niet onevenredige in hun activiteiten worden aangetast; - er geen sprake is van significant negatief effecten op Natura 2000-gebied(en). - nieuwe functies binnen de ecologische hoofdstructuur niet schadelijk zijn voor de natuur; - bij het toestaan van nieuwe geluidsgevoelige functies voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarden of vastgestelde hogere grenswaarde; - bij het toestaan van nieuwe geurgevoelige functies voldaan wordt aan de wettelijke geurnormen of vastgestelde hogere geurnorm; - er geen nieuwe kwetsbare objecten binnen 10-6-contour worden gerealiseerd; - nieuwe beperkt kwetsbare objecten mogelijk worden gemaakt indien hiertoe gewichtige redenen voor aanwezig zijn; - de luchtkwaliteit geschikt is voor de gewijzigde functie; - de toename verhard van oppervlak wordt gecompenseerd - de capaciteit van de omliggende wegen voldoende is voor veilige afwikkeling van de verkeerstoename; - de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie; - er voldaan is aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu. |
Met deze regels wordt het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, bepaalde werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die een aantasting van de landschappelijke en/of natuurlijke waarden dan wel de cultuurhistorische waarde betekenen. Specifiek betreft het de landschappelijke openheid, de landschappelijke beslotenheid in de vorm van bossages, houtwallen en lanen en de geomorfologische waarden in de vorm van hoogterrassen en steilranden. Op dit vergunningenstelsel zijn enkele uitzonderingen van toepassing. Hieronder vallen bijvoorbeeld werken en werkzaamheden binnen het bouwvlak alsmede normaal onderhoud.
Wijzigingsbevoegdheid
Naast afwijkingsregels zijn er ook wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Deze wijzigingsbevoegdheden zijn opgenomen voor ontwikkelingen waarvoor een zwaarder afwegingskader geldt dan bij afwijken. Daarnaast gaat een wijzigingsbevoegdheid gepaard met een aanpassing van de verbeelding. Dit bestemmingsplan kent de volgende wijzigingsbevoegdheden:
De wijzigingsbevoegdheid voor bouwvlakvergroting wordt ook toegepast voor bouwvlakvergroting voor de uitbreiding permanente kassen en hoge boogkassen.
In de wijzigingsbevoegdheid voor vervolgfuncties is tevens de vervolgfunctie wonen opgenomen. Dit is een vervolgfunctie waarbij de bedrijfswoning omgezet wordt naar burgerwoningen de daarbij behorende aantal vierkante meters aan bijbehorende bouwwerken. Deze regeling geldt overigens voor alle bestemmingen waar een vervolgfunctie naar wonen is opgenomen.
De voorwaarden waaraan voldaan moet worden alvorens gebruik gemaakt kan worden van de wijzigingsbevoegdheid staan in elke wijzigingsbevoegdheid zelf beschreven.
Reconstructiewet
Naast de verschillende mogelijkheden voor agrarische bedrijven op basis van de zonering zoals genoemd in paragraaf 5.5 leidt ook de Reconstructiewet tot verschillende mogelijkheden voor agrarische bedrijven. De zones die voortkomen uit de Reconstructiewet zijn als volgt in het bestemmingsplan opgenomen:
Om te bepalen of bepaalde ontwikkelingen juist wel of juist niet op de beoogde locatie binnen een reconstructiewetzone mogelijk is zijn voorwaarden in artikel 3 en de gebiedsaanduiding verwevingsgebied opgenomen.
Artikel 7 Bedrijf
De bestemming Bedrijf is toegekend aan alle niet-agrarische bedrijven. Voor de bestemming Bedrijf is gebruikgemaakt van een zogenaamde Staat van Bedrijfsactiviteiten (milieucategorieën) (SvB). Verwezen wordt naar bijlage 1 van de regels. Een inventarisatie van de verschillende bedrijven in het plangebied die in een hogere milieucategorie vallen is opgenomen in bijlage 1 van de toelichting. Een algemene toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgenomen in bijlage 2 van de toelichting.
In zijn algemeenheid worden bedrijfsactiviteiten in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de bestemming 'Bedrijf' toegestaan. Als uit de inventarisatie blijkt dat er sprake is van bestaande bedrijfsactiviteiten die in een hogere categorie vallen, dan zijn deze specifiek bestemd. Dit betekent dat na bedrijfsbeëindiging uitsluitend een soortgelijk bedrijf is toegestaan of een bedrijf in de categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
Uitbreiding van Bedrijven is via een wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. Uitbreiding is alleen mogelijk met toepassing van het kwaliteitsmenu dat in bijlage 4 van de regels is opgenomen.
Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van vervolgfuncties opgenomen. De vervolgfuncties die mogelijk zijn, zijn afhankelijk van de aangrenzende agrarische bestemming (zie tabel 6.2.). Een aantal locaties grenst niet direct aan een agrarische bestemming. Voor deze bestemmingen geldt dat de mogelijkheden voor vervolgfuncties van de dichtstbijzijnde agrarische bestemming van toepassing zijn. Het betreft de volgende locaties:
locatie | bestemming |
Heinsbergerweg | bedrijf |
Kastanjelaan | bedrijf |
Meinweg | bedrijf |
Tussen de bruggen | bedrijf |
Hooiweg | bedrijf |
Stationsweg | bedrijf, met aanduiding nv |
Klifsbergweg | bedrijf, met aanduiding p |
Meinweg | bedrijf, met aanduiding sp-zpk |
Per bedrijf is tevens één bedrijfswoning toegestaan tenzij anders met een maatvoeringaanduiding op de verbeelding anders is weergegeven.
Artikel 8 Bedrijf – Agrarisch aanverwant
Voor de bestemming Bedrijf – Agrarisch bedrijf is de Staat van Bedrijfsactiviteiten niet van toepassing. Voor deze bestemming is uitbreiding is alleen mogelijk binnen via een wijzigingsbevoegdheid en met toepassing van het kwaliteitsmenu (bijlage 4 bij de regels)
Voor deze bestemming is een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van vervolgfuncties opgenomen. De vervolgfuncties die mogelijk zijn, zijn afhankelijk van de aangrenzende agrarische bestemming (zie tabel 6.2.)
Per bedrijf is tevens één bedrijfswoning toegestaan tenzij anders met een maatvoeringaanduiding op de verbeelding anders is weergegeven.
Artikel 9 Cultuur en ontspanning
Voor de bestemming Cultuur en ontspanning wordt uitsluitend gebruikgemaakt van specifieke aanduidingen. Dit zijn in casu een seksinrichting, schutterij en een indoorspeeltuin. Dit betekent dat op de betreffende percelen alleen de huidige functie is toegestaan. Uitwisseling van functies is niet mogelijk. Voor de bouwmogelijkheden wordt aangesloten bij de bestaande situatie.
De algemene regel dat standaard één bedrijfswoning is toegestaan is niet van toepassing. Alleen ter plaatse van een zodanige aanduiding op de verbeelding is een bedrijfswoning toegestaan. Wel wordt in de gebruiksregels bij alle functies ondergeschikte horeca en sport toegestaan. Hierbij kan gedacht worden aan een kantine of gymzaal en sportveld.
Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van vervolgfuncties opgenomen. De vervolgfuncties die mogelijk zijn, zijn afhankelijk van de aangrenzende agrarische bestemming (zie tabel 6.2.). Een aantal locaties grenst niet direct aan een agrarische bestemming. Voor deze bestemmingen geldt dat de mogelijkheden voor vervolgfuncties van de dichtstbijzijnde agrarische bestemming van toepassing zijn. Het betreft de volgende locaties:
locatie | bestemming |
Rothenbacherweg | cultuur en ontspanning |
Artikel 10 Cultuur en ontspanning - Bezoekerscentrum
Het bezoekerscentrum van nationaal park De Meinweg heeft de bestemming Cultuur en ontspanning – Bezoekerscentrum gekregen. Het bezoekerscentrum mag maximaal 900 m² groot zijn en dient binnen het bouwvlak gebouwd te worden. Net als in artikel 9 wordt in de gebruiksregels ondergeschikte horeca en sport toegestaan. Hierbij kan gedacht worden aan een kantine of gymzaal en sportveld.
Artikel 11 Detailhandel
De bestemming Detailhandel is opgenomen voor de bestaande detailhandelsvestigingen in het buitengebied.
Bij deze bestemming is een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van vervolgfuncties opgenomen. De vervolgfuncties die mogelijk zijn, zijn afhankelijk van de aangrenzende agrarische bestemming (zie tabel 6.2.). Een aantal locaties grenst niet direct aan een agrarische bestemming. Voor deze bestemmingen geldt dat de mogelijkheden voor vervolgfuncties van de dichtstbijzijnde agrarische bestemming van toepassing zijn. Het betreft de volgende locaties:
locatie | bestemming |
Tussen de bruggen | detailhandel |
Rothenbacherweg | detailhandel |
Artikel 12 Detailhandel - Tuincentrum
Tuincentra zijn nagenoeg gelijk te stellen aan niet-agrarische bedrijven of detailhandelsvestigingen. Echter, vanwege de combinatie van het kweken van producten en de daarbij behorende verkoopfunctie, is gekozen om een aparte bestemming op te nemen. Hierin worden tevens de mogelijkheid geboden voor het gebruik van kassen.
De oppervlakte bebouwing die kan worden toegestaan verschilt per tuincentrum en is op de verbeelding aangegeven.
Artikel 13 Groen -1
De bestemming Groen -1 is opgenomen voor die delen van het plangebied die niet als Natuur bestemd zijn, maar wel beschermd dienen te worden. Binnen deze bestemming zijn geen gebouwen toegestaan. Wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die niet hoger zijn dan 3 m.
Artikel 14 Groen -2
De bestemming Groen - 2 is opgenomen voor groenstroken in het kader van landschappelijke inpassen.
Artikel 15 Horeca
De bestemming Horeca is toegekend aan de bestaande horecabedrijven. Voor wat betreft de toegestane horeca-activiteiten, is gebruikgemaakt van de Staat van Horeca-activiteiten. In deze Staat zijn de horeca-activiteiten gecategoriseerd. Deze lijst is als bijlage 2 opgenomen bij de regels. Een toelichting hierop is als bijlage 3 opgenomen bij de toelichting. Horecabedrijven in de categorieën 1a en 1b zijn algemeen toelaatbaar en uitwisselbaar. Horecabedrijven uit een hogere categorie zijn voorzien van een specifieke aanduiding. Voor de uitbreidingsmogelijkheden is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen gekoppeld aan het kwaliteitsmenu zoals opgenomen in bijlage 4 van de regels.
Artikel 16 Kastelen en landgoederen
De bestaande cultuurhistorische buitenplaatsen hebben gezien hun bijzondere karakter de bestemming Kastelen en landgoederen gekregen. Binnen deze bestemming zijn nevenfuncties toegestaan om er voor te zorgen dat de exploitatie financieel tegemoet te komen. Hiermee wordt het behoud van de objecten voor de toekomst zeker gesteld.
Als goot- en bouwhoogte zijn de bestaande maten opgenomen.
Per locaties is sprake van verschillende mogelijkheden in toegestaan gebruik en functies. Hiervoor zijn specifieke aanduidingen opgenomen.
Artikel 17 Maatschappelijk, Artikel 18 Maatschappelijk - Begraafplaats, Artikel 19 Maatschappelijk - Kapel, artikel 20 Maatschappelijk - Militaire zaken, Artikel 21 Maatschappelijk - Vuilstort
Binnen de bestemming Maatschappelijk is gekozen voor een algemene bestemming. Specifieke maatschappelijke functies, die vanwege de geldende regels niet onder de algemene maatschappelijke bestemming behoren te vallen, zijn voorzien van een aparte bestemming. In dit geval gaat dit op voor de begraafplaats, de vuilstort, de kapelletjes en de gronden die in gebruik zijn voor militaire doeleinden.
Artikel 22 Molen
Deze bestemming is opgenomen ten behoeve van de molen aan de waterschei, de Gitstappermolen en de turbinemolen bij Tussen de bruggen. Per molen is sprake van verschillende bouwregels en te beschermen waarden. Hiervoor zijn specifieke aanduidingen opgenomen.
Artikel 23 Natuur
De bestemming Natuur is toegekend aan bestaand natuurgebied. Ook bestaande bossen zijn voorzien van de bestemming Natuur. Om deze reden is hier ook de bestaande ondergeschikte houtproductie toegestaan zonder omgevingsvergunning voor werken.
Binnen de bestemming Natuur is een omgevingsvergunning vereist voor het verwijderen van houtgewas. Een uitzondering wordt gemaakt voor normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming. Bij het selectief kappen en dunnen van bossen staat de natuurdoelstelling van deze percelen voorop en is het dunnen een activiteit ten dienste van de natuurdoelstelling. Bij het kappen van complete percelen komt de natuurdoelstelling in gevaar. Het kappen in het kader van beheer en onderhoud kan worden toegestaan zonder omgevingsvergunning. Het kappen van complete bospercelen is mogelijk nadat een afweging is gemaakt in het kader van het verlenen van een omgevingsvergunning.
Binnen deze bestemming is het oprichten van gebouwen ten behoeve van de bestemming uitsluitend via een afwijkingsregel toegestaan.
Artikel 24 Recreatie - Dagrecreatie
Recreatieve activiteiten waarbij geen sprake is van nachtverblijf zijn bestemd als Recreatie - Dagrecreatie. Hieronder vallen dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van een vijver, volkstuin, speeltuin en een golfbaan. Aangezien de bouwregels per dagrecreatieve voorziening verschillend zijn, zijn hiervoor specifieke aanduidingen opgenomen.
Artikel 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31 en 32 Recreatie - Verblijfsrecreatie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8
Binnen deze bestemming is er, in tegenstelling tot dagrecreatie, wel sprake van nachtverblijf. De in het plangebied aanwezige kampeerterreinen, recreatieparken alsmede de recreatiewoningen vallen binnen deze bestemming. Omdat alleen het huidige gebruik gewenst is, wordt gebruikgemaakt van de vigerende regeling aangevuld met mogelijkheden uit het huidige beleid van de Structuurvisie. Omdat de verschillende terreinen specifieke regelingen kennen, is voor een 8-tal verschillende bestemmingen gekozen:
In de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2 is aangegeven dat de onderlinge afstand tussen de kampeermiddelen ten minste 5 m bedraagt, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn. De afstand tussen de betreffende geschakelde woningen is 0 m, maar de afstand tussen de verschillende geschakelde woningen moet wel 5 m zijn.
Artikel 33 Sport
Voor de bestemming Sport wordt uitsluitend gebruikgemaakt van specifieke aanduidingen. Dit betekent dat op de betreffende percelen alleen de huidige functie is toegestaan. Uitwisseling van functies is niet mogelijk. Voor de bouwmogelijkheden wordt aangesloten bij de bestaande situatie.
Artikel 34 Verkeer en Artikel 35 Verkeer - Railverkeer
In het plan is voor de wegen, alsmede opstelstroken, busstroken en voet- en fietspaden de bestemming Verkeer opgenomen. Binnen de bestemming Verkeer zijn tevens bijbehorende voorzieningen toegestaan. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 4 tot 10 m. Voor de bestaande spoorweg is de bestemming Verkeer - Railverkeer opgenomen.
Artikel 36 Water
De bestemming Water is toegekend aan alle hoofdwatergangen in het plangebied. Andere in het plangebied aanwezige watergangen zijn niet apart bestemd.
Artikel 37 Wonen – Buitengebied
Alle burgerwoningen en bijbehorende bijgebouwen en tuinen zijn voorzien van de bestemming Wonen. De inhoudsmaat bedraagt in het algemeen maximaal 1.000 m³, exclusief bijbehorende bouwwerken. Daarnaast is 100 m² aan bijbehorende bouwwerken toegestaan.
Voormalige (agrarische) bedrijven hebben een functieaanduiding gekregen. Vanwege het vaak grote oppervlak aan voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen, is ervoor gekozen voor deze percelen gebruiksmogelijkheden, in de vorm van nevenfuncties, op te nemen. Voorwaarde is wel dat de bestaande bebouwing niet mag worden uitgebreid en nieuwe gebouwen niet mogen worden opgericht, tenzij bebouwing wordt gesaneerd. Hiervoor geldt dat nieuwbouw is alleen toegestaan mits 50% van de bebouwing wordt gesloopt en met een maximum oppervlakte van 400 m².
Voor het toestaan van nevenfuncties is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen, met vergelijkbare voorwaarden als bij de agrarische bestemmingen.
Via een wijzigingsbevoegdheid kan deze bestemming worden gewijzigd in een andere vervolgfunctie. Hiervoor gelden dezelfde criteria als voor vervolgfuncties bij agrarische bedrijven. De vervolgfuncties die mogelijk zijn, zijn afhankelijk van de zone (te bepalen aan de hand van de aangrenzende agrarische bestemming) waarin het betreffende perceel gelegen is (zie paragraaf 5.5. zonering). Indien het bestemmingsvlak niet direct grenst aan een agrarische bestemming worden de mogelijke vervolgfuncties bepaald door de dichtbij gelegen agrarische bestemming.
Artikel 38 Wonen - Buurtschappen
Deze bestemming is opgenomen voor de woningen in de buurtschappen Borg-Grens en Lerop. Het karakter van deze buurtschappen is vergelijkbaar met dat van de grotere kernen in de gemeente. Daarom is in de regels aangesloten bij de regels voor de kernen. Via afwijking wordt bij deze bestemming de mogelijkheid geboden voor beroep-aan-huis.
Artikel 39 Wonen - Reewoude en Artikel 40 Wonen - Rothenbach
Deze bestemmingen zijn opgenomen voor de voormalige recreatieparken Reewoude en Rothenbach, waar in het verleden door het wijzigen van de bestemming permanente bewoning is mogelijk gemaakt. Gezien het specifieke karakter van Reewoude en Rothenbach zijn deze voorzien van aparte bestemmingen. In de regels is het maximale aantal woningen vastgelegd, Voor Reewoude betreft het maximaal 45 woningen en voor Rothenbach maximaal 108 woningen.
Om het karakter van Reewoude en Rothenbach, ontstaan doordat de locaties zijn ontwikkeld als recreatiepark, te behouden zijn specifieke bouw en gebruiksregels opgenomen.
Artikel 41 Wonen - Woonwagenstandplaats
Deze bestemming is opgenomen voor de woonwagenstandplaatsen. Het aantal wooneenheden dat is toegestaan is middels een maatvoeringaanduiding opgenomen op de verbeelding.
Artikel 42, 43, 44, 45 46, 47 en 48 Leidingen
De planologisch relevante leidingen zijn in deze dubbelbestemmingen als zodanig bestemd. Bouwen ten behoeve van samenvallende bestemmingen is alleen na afwijken toegestaan. Alvorens het bevoegd gezag over een verzoek om afwijken beslist, wint zij schriftelijk advies in bij de desbetreffende leidingbeheerder. Ter bescherming van aanwezige leidingen is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.
Onder de bestemming Leiding - Water valt ook de pekelleiding van Solvay (overgenomen uit het bestemmingsplan Rijksweg 73).
Artikel 49, 50, 51, 52, 53, 54 en 55 Waarde - Archeologie (1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7)
Om de archeologische waardevolle gebieden veilig te stellen, gelden er op deze gronden beperkingen ten aanzien van het bouwen voor de met deze bestemming samenvallende bestemmingen. Bouwen is uitsluitend toegestaan indien uit onderzoek blijkt dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de waarden voldoende worden veiliggesteld. Daarnaast geldt er een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is niet noodzakelijk voor werken en werkzaamheden die betrekking hebben op normaal beheer en onderhoud overeenkomstig de toegekende bestemming.
Artikel 56 Waterstaat - Beschermingszone Artikel 57 Waterstaat - Inundatiezone en meanderzone
Om de waterhuishoudkundige functie van de hoofdwatergangen en het op natuurlijke wijze meanderen van de Roer te beschermen zijn deze dubbelbestemmingen opgenomen. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd om deze zone zoveel mogelijk vrij te houden van obstakels voor de waterhuishoudkundige functie.