direct naar inhoud van 4.9 Planologisch relevante leidingen
Plan: Buitengebied Roerdalen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG02

4.9 Planologisch relevante leidingen

Beleid hoogspanningsleidingen

Het toenmalige Ministerie van VROM heeft in 2005 advies uitgebracht aan gemeenten en provincies over het omgaan met ruimtelijke ontwikkelingen in de buurt van bovengrondse hoogspanningsleidingen. Zij adviseert om geen nieuwe gevoelige functies (functies waar kinderen van 0 tot 15 jaar langdurig kunnen verblijven, zoals wonen, scholen en kinderopvangvoorzieningen) te realiseren binnen de 0,4 microteslazone rond een hoogspanningslijn. Aanleiding voor dit rijksbeleid voor hoogspanningsleidingen vormen mogelijke gezondheidsrisico's bij langdurige blootstelling van kinderen aan elektromagnetische velden. Bij ondergrondse hoogspanningsleidingen dient slechts rekening te worden gehouden met een belemmeringenstrook.

Beleid rioolwatertransportleidingen

De planologische beschermingszone van rioolwatertransportleidingen van het Waterschapsbedrijf Limburg bedraagt 5 m (2,5 m aan weerszijden van de leiding, gemeten vanuit het hart van de leiding). Deze beschermingszone moet worden voorzien van een dubbelbestemming.

Toetsing

In het plangebied liggen drie bovengrondse hoogspanningsverbindingen, namelijk de 150 kV-verbinding Beersdal-Maalbroek, de 150 kV-verbinding Maasbracht-Merum en de 380 kV-verbinding Maasbracht-Sierdorf. Voor de 150 kV-leidingen geldt een belemmeringenstrook van 22,5 m aan weerszijden van de leiding. Voor de 380 kV-leiding geldt een belemmeringenstrook van 40 m aan weerszijden van de leiding. De leidingen en bijbehorende belemmeringenstroken zijn opgenomen op de verbeelding. Voor de 150 kV-verbindingen geldt een 0,4 microteslazone van 80 m aan weerszijden van de leiding, voor de 380 kV-verbinding bedraagt deze zone 135 m aan weerszijden van de leiding. Omdat dit bestemmingsplan consoliderend is, maakt het bestemmingsplan geen nieuwe gevoelige functies mogelijk binnen de 0,4 microteslaszone. Het beleid omtrent hoogspanningsleidingen vormt dus geen belemmering voor de vaststelling van dit plan.

Ook loopt door het plangebied een aantal ondergrondse leidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Op de externe veiligheidsaspecten van deze leidingen is in paragraaf 4.8 ingegaan. Daar is ook vermeld dat voor deze leidingen een belemmeringenstrook van 5 m aan weerszijden van de leiding ligt. De leidingen en bijbehorende belemmeringenstroken zijn opgenomen op de verbeelding.

In het plangebied zijn geen straalpaden of telecomverbindingen aanwezig. De in het plangebied aanwezige rioolwatertransportleidingen zijn opgenomen op de verbeelding.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het aspect planologische relevante leidingen geen belemmering oplevert voor de vaststelling van het bestemmingsplan.