direct naar inhoud van 4.4 Ecologie
Plan: Buitengebied Roerdalen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG02

4.4 Ecologie

Huidige situatie

In paragraaf 3.2 zijn de huidige ecologische kwaliteiten van het plangebied beschreven.

Toekomstige ontwikkelingen

In een buitengebied als dat van Roerdalen, met opvallende hoogteverschillen, verschillen in ontstaansgeschiedenis en opbouw van de bodem, vochthuishouding, grondgebruik, etc., is sprake van een veelheid aan ecologische overgangen ofwel gradiënten. In zo'n geval is sprake van een veelheid aan leefgebieden, foerageergebieden en uitwisselingsmogelijkheden. Dit maakt de ecologische waarde van het buitengebied hoog.

Tussen natuurgebieden, landschappen en landschapselementen zijn ecologische relaties aanwezig. Om de natuurwaarden van gebieden te behouden en te vergroten zijn er plannen om verbindingszones te verbeteren of aan te leggen. Het verbinden van gebieden met een ecologische waarde heeft tot doel de waarde van die gebieden te vergroten, en het mogelijk maken voor flora en fauna om uit te wisselen. Stedelijke gebieden en wegen kunnen grote barrières vormen in deze relaties. Indien frustratie van de ecologische relatie onvermijdelijk is (A73) zijn er argumenten om verzachtende en compenserende maatregelen te treffen om de relatie op lager niveau intact te laten. Omvang en kwaliteit van natuurgebieden en natuurwaarden in de relatie bepalen de prioriteit.

Een landelijk belangrijke relatie met hoge natuurwaarden zal eerder ontzien worden dan een lokale relatie met lagere waarden. Zo is in Roerdalen één relatie van nationaal belang, het Roerdal (EHS).

Op dit moment is de provincie Limburg bezig met een herziening van de Ecologische Hoofdstructuur. Welke consequenties deze herziening heeft voor de begrenzing van de EHS in het plangebied is nog niet duidelijk. In het bestemmingsplan kan hier dan ook nog geen rekening mee gehouden worden.

Conclusie

Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van het plan niet in de weg staan.

Aangezien het hier een voornamelijk consoliderend plan betreft, zijn er geen ontwikkelingen voorzien die kunnen leiden tot aantasting of verstoring van beschermde dier- en plantensoorten of beschermde natuurgebieden. De Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur staan de uitvoering van dit plan dan ook niet in de weg.