direct naar inhoud van Artikel 3: Bedrijventerrein
Plan: Lauwersoog e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1663.LO2013-VS01

Artikel 3: Bedrijventerrein

3.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1,2, 3.1 en 3.2, voorzover het betreft aan de visserij en overige aan vaarwater gebonden bedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', met uitzondering van:
    • 1. voor de Waddenzee risicovolle bedrijven, zoals genoemd in Bijlage 2;
    • 2. kernenergiebedrijven, zoals genoemd in Bijlage 3;
    • 3. risicovolle inrichtingen;
    • 4. vuurwerkbedrijven;
  • b. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1,2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2, voorzover het betreft aan de visserij en overige aan vaarwater gebonden bedrijven , ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2', met uitzondering van:
    • 1. voor de Waddenzee risicovolle bedrijven, zoals genoemd in Bijlage 2;
    • 2. kernenergiebedrijven, zoals genoemd in Bijlage 3;
    • 3. risicovolle inrichtingen;
    • 4. vuurwerkbedrijven;
  • c. gaswinning, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - gaswinning';
  • d. een scheepswerf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - scheepswerf';
  • e. een scheepswerf met een dok, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - scheepsdok';
  • f. een transportbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - transportbedrijf';
  • g. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • h. een windturbine, ter plaatse van de aanduiding 'windturbine';
  • i. een antennemast, ter plaatse van de aanduiding 'antennemast';
  • j. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • k. een recreatiewoning, ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  • l. laad- en losplaatsen;
  • m. evenementen, met een maximum van 12 evenementen per jaar;
  • n. camperstandplaatsen en horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
  • o. horecabedrijven van categorie 5, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  • p. een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder LPG, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt van motorbrandstoffen';

met daaraan ondergeschikt:

  • q. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • r. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • s. parkeervoorzieningen;
  • t. groenvoorzieningen;
  • u. nutsvoorzieningen;
  • v. water;

met de daarbijbehorende:

  • w. erven en terreinen.
3.2. Bouwregels
3.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' zal maximaal het aangegeven percentage van het bouwvlak worden bebouwd;
  • c. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' zal de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen.
3.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
    • 2. de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbare weg (niet zijnde een brandgang tussen twee gebouwen) of openbaar groengebied op een afstand van 1,00 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1,00 m bedraagt;
  • b. een windturbine mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'windturbine';
  • c. de bouwhoogte van de windturbine, ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' zal ten hoogste 20,00 m bedragen;
  • d. vervanging van een windturbine mag alleen op de bestaande plek plaatsvinden, waarbij de wieklengte ten hoogste 2/3 van de hoogte van de windturbine bedraagt;
  • e. de bouwhoogte van de antennemast, ter plaatse van de aanduiding 'antennemast', zal ten hoogste 50,00 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
3.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, een goede landschappelijke inpassing, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de zeedefensie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

3.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in lid 3.1;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', in welk geval detailhandel is toegestaan;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor verlichting zonder afscherming van lichtuitstraling naar boven en over het wateroppervlak van de Waddenzee en het Lauwersmeer;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor het wonen, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'bedrijfswoning', in welk geval een bedrijfswoning is toegestaan;
    • 2. 'recreatiewoning', in welk geval een recreatiewoning is toegestaan;
  • e. het gebruik van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' voor permanente bewoning;
  • f. het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' voor het plaatsen van een chalet of stacaravan.
3.5. Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1. Afwijken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.4 sub a. in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, mits:
    • 1. het gaat om havengerelateerde bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 3.2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen voor de Waddenzee risicovolle bedrijven, zoals genoemd in Bijlage 2, kernenergiebedrijven, zoals genoemd in Bijlage 3, geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • b. het bepaalde in lid 3.4 sub a. in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2' tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2, mits:
    • 1. het gaat om havengerelateerde bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 4.2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen voor de Waddenzee risicovolle bedrijven, zoals genoemd in Bijlage 2, kernenergiebedrijven, zoals genoemd in Bijlage 3, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • c. het bepaalde in lid 3.4 sub b. in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel.
3.5.2. Toetsingscriteria

De onder 3.5.1 bedoelde omgevingsvergunning mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. de zeedefensie;
  • h. de landschappelijke inpassing.