direct naar inhoud van Artikel 21: Woongebied
Plan: Lauwersoog e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1663.LO2013-VS01

Artikel 21: Woongebied

21.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, al dan niet in combinatie met:
    • 1. een aan-huis-verbonden bedrijf;
    • 2. bed & breakfast met ten hoogste 3 kamers voor ten hoogste 6 personen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • g. (voet- en fiets)paden;

met de daarbijbehorende:

  • h. tuinen, erven en terreinen.
21.2. Bouwregels
21.2.1. Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw zal vrijstaand worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a. zal het aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen ten hoogste 2 bedragen, ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen';
  • c. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, in welk geval de bestaande goothoogte als maximum geldt;
  • d. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 9,00 m bedragen, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, in welk geval de bestaande bouwhoogte als maximum geldt.
21.2.2. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van ten minste 1,00 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd, dan wel de bestaande afstand tot deze gevel indien deze minder bedraagt;
  • b. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen, dan wel de bestaande hoogte indien deze meer bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 6,00 m bedragen, dan wel de bestaande hoogte indien deze meer bedraagt;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste de oppervlakte van het hoofdgebouw bedragen.
21.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
    • 2. de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbare weg (niet zijnde een brandgang tussen twee gebouwen) of openbaar groengebied op een afstand van 1,00 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1,00 m bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van een sirenemast zal ten hoogste 15,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
21.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, een goede landschappelijke inpassing, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de zeedefensie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

21.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor meer dan 41 woningen;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een aan-huis-verbonden bedrijf in de vorm van verhuur.