direct naar inhoud van Artikel 15: Verkeer
Plan: Lauwersoog e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1663.LO2013-VS01

Artikel 15: Verkeer

15.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en straten;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. sloten, bermen en beplanting;
  • d. water;

waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • h. terreinen.
15.2. Bouwregels
15.2.1. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

15.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 15,00 m bedragen.
15.3. Nadere eisen

.Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, een goede landschappelijke inpassing, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de zeedefensie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

15.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het inrichten van het bestemmingsvlak met meer dan twee rijstroken per weg.
15.5. Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de landschappelijke inpassing, de verkeersveiligheid, de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de zeedefensie, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 15.4 in die zin dat meer rijstroken worden aangelegd, mits
    • 1. hierdoor geen wezenlijke verslechtering in de geluidssituatie optreedt.