direct naar inhoud van Artikel 11: Recreatie - Recreatiewoningen 3
Plan: Lauwersoog e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1663.LO2013-VS01

Artikel 11: Recreatie - Recreatiewoningen 3

11.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Recreatiewoningen 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatig geëxploiteerde recreatiewoningen;
  • b. bijgebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. water;
  • i. steigers;

met de daarbijbehorende:

  • j. tuinen, erven en terreinen.

11.2. Bouwregels
11.2.1. Recreatiewoningen

Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding: 'specifieke vorm van recreatie - recreatiewoning 1' ten hoogste 12 bedragen;
  • b. het aantal recreatiewoningen zal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiewoning 2' ten hoogste 10 bedragen;
  • c. een recreatiewoning mag uitsluitend vrijstaand worden gebouwd;
  • d. de oppervlakte van een recreatiewoning zal ten hoogste 80 m² bedragen;
  • e. de goothoogte van een recreatiewoning zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een recreatiewoning zal ten hoogste 7,00 m bedragen.

11.2.2. Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij recreatiewoningen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal bijgebouwen per recreatiewoning zal ten hoogste 1 bedragen;
  • b. de oppervlakte van een bijgebouw zal ten hoogste 10 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 2,50 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 4,50 m bedragen.

11.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
    • 2. de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbare weg (niet zijnde een brandgang tussen twee gebouwen) of openbaar groengebied op een afstand van 1,00 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1,00 m bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

11.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, een goede landschappelijke inpassing, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de zeedefensie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

11.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken voor permanente bewoning;