Plan: | Bestemmingsplan herziening Uithuizen dorpscentrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1651.BP12395-0401 |
het Bestemmingsplan herziening Uithuizen dorpscentrum van de gemeente Eemsmond;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1651.BP12395-0401 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een beroep genoemd in de Bijlage 4 Lijst van toegestane bedrijven en beroepen, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat gericht is op het verlenen van diensten;
de in de Bijlage 4 Lijst van toegestane bedrijven en beroepen genoemde bedrijven, dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren –als ondergeschikte activiteit- van goederen die verband houden met dit ambacht;
een bouwwerken, geen gebouw zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een gebouw dat in bouwkundig en/of visueel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en anders dan voor gebruik of verbruik van die goederen ter plaatse;
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de detailhandel in auto’s, boten en caravans, keukens en sanitair, tuininrichtingsartikelen, alsmede de grootschalige detailhandel in bouw- en doe-het-zelfproducten, meubelen en woninginrichtingszaken, met uitzondering van supermarkten;
het (bedrijfsmatig) verlenen van diensten op technisch, administratief en/of persoonlijk gebied al dan niet met een publiek-aantrekkend karakter (c.q. met een baliefunctie);
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting, bij welke ingevolge de wet Geluidhinder rondom het terrein van de vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
bewoning of andere geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder;
een langs de naar de weg gekeerde gevel als zodanig aangeduide lijn;
roerende lichamelijke zaken;
een bouwvorm, waarbij een gebouw twee of meer, geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn bestemming, karakter, constructie en/of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet Geluidhinder;
lichte horecabedrijven zonder vergunning voor het schenken van alcohol, zoals een croissanterie, ijssalon of een naar de aard daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
horecabedrijven waarbij de exploitatie primair gebaseerd is op het bedrijfsmatig verstrekken van voedsel en/of het bedrijfsmatig verschaffen van logies, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
middelzware horecabedrijven waarbij de exploitatie primair is gebaseerd op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en die voor een goed functioneren ook een gedeelte van de nacht geopend zijn, zoals een (grand)café, bar, snookercafé en naar de aard daarmee gelijk te stellen horecabedrijven. Discotheken, casino's en naar de aard daarmee gelijk te stellen horecabedrijven worden hier niet onder begrepen;
een als zodanig aangegeven lijn ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik;
ruimte(n) in een (deel van een) gebouw die geschikt is voor of geschikt te maken is voor (nacht)verblijf, niet vallende onder het begrip logiesverblijf als bedoeld in het Bouwbesluit en niet zijnde een zelfstandige woonruimte als bedoeld in de Huisvestingswet, ongeacht de duur van het verblijf en al dan niet tegen betaling;
een ruimte of bij elkaar behorende ruimten welke bestemd zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of dienstverlening;
een afdekking onder een hoek van meer dan 5 graden met het horizontale vlak;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
objecten waarbinnen groepen verminderd zelfredzame personen langdurig verblijven, zoals basisscholen, scholen voor bijzonder onderwijs, zorginstellingen, bejaardenhuizen, ziekenhuizen, kinderdagopvang, aanleunwoningen bij zorginstellingen of bejaardenhuizen, dagverblijfplaatsen voor verminderd zelfredzame personen (bijvoorbeeld sociale werkvoorziening), cellencomplexen of daarmee vergelijkbare objecten, inclusief de daarbij behorende terreinen;
het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf met eventueel het bieden van de mogelijkheid voor ontbijt en maaltijden aan overnachtende personen;
afgedeeld stuk land of water, kavel;
de grens van een bouwperceel;
een horizontale afdekking of een afdekking onder een hoek van maximaal 5 graden met het horizontale vlak;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
een inrichting, bij welke een grenswaarde/richtwaarde voor het risico cq. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toegelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten, als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan; een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een naar de openbare ruimte gerichte, gesloten dan wel half-gesloten bebouwingswand welke wordt gevormd door een gebouw, door aangebouwde c.q. ingebouwde gebouwen dan wel door gebouwen met een relatief geringe onderlinge afstand;
een zelfbedieningsdetailhandelszaak met een grote verscheidenheid aan artikelen, in hoofdzaak levensmiddelen en andere dagelijks benodigde artikelen;
detailhandel en installatieactiviteiten in sanitair, huishoudelijke apparaten en radio/tv;
een onderdeel van een hoofdgebouw dat in bouwkundig en/of visueel opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm;
de digitale/analoge weergave met bijbehorende verklaring waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen;
de vloeroppervlakte binnen een gebouw voor detailhandel, waar de verkoop van goederen plaatsvindt en welke voor publiek toegankelijk is;
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet Geluidhinder;
het gehuisvest zijn in een woning/wooneenheid, zoals omschreven in 1.59;
een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, niet zijnde een bijzondere woonvorm, en/of voor de huisvesting van maximaal drie personen naast de huishouding, of voor de huisvesting van maximaal vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht;
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen/wooneenheden omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
de Wet ruimtelijke ordening;
de grens van een bouwperceel die is gelegen langs het zijerf.
tussen de (zijdelingse) grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend gebouw, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
voor zover in de regels een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, de bovenste dakvlakken van mansarde kappen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren);
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens, dan wel de rooilijn met niet meer dan 1 meter wordt overschreden.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
met dien verstande dat het aantal bedrijswoningen niet meer bedraagt dan het bestaande aantal.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan (voor zover betrekking hebbend op de met “specifieke vorm van waarde - zichtlocatie” aangeduide gronden) nadere eisen stellen aan de situering en afmetingen van gebouwen, waarbij de voorwaarden en eisen uit Bijlage 2 Beeldkwaliteit Zichtlocatie Bedrijven het uitgangspunt vormen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - zichtlocatie' zijn geen bedrijfswoningen toegestaan.
Het bevoegd kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan, met het oog op het voorkomen van:
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van een samenhangend straatwand- en bebouwingsbeeld .
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en/of de stedenbouwkundige karakteristieke bebouwing, door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van het bepaalde in:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving waaronder in ieder geval wordt gerekend het gebruiken van gebouwen voor nieuwe woningen of wooneenheden niet behorend tot de bestaande woningen die zijn opgenomen in Bijlage 3.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, van het bevoegd gezag een hoofdgebouw te slopen, dan wel te laten slopen.
Een vergunning als bedoeld in artikel 4.7.1 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan, met het oog op het voorkomen van:
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van een samenhangend straatwand- en bebouwingsbeeld.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en/of de stedenbouwkundige karakteristieke bebouwing, door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.1 sub a voor het tot maximaal 10% bebouwen van de gronden buiten de bouwvlakken - op de achtererven -, met dien verstande dat de hoogte van de gebouwen bij platte afdekking niet meer mag bedragen dan 3 meter, terwijl bij afdekking met kap de goothoogte niet meer dan 3 meter en de bouwhoogte niet meer dan 6 meter mag bedragen.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving waaronder in ieder geval wordt gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, van het bevoegd gezag een hoofdgebouw te slopen, dan wel te laten slopen.
Een vergunning als bedoeld in artikel 5.7 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het gebouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van gebouwen.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor openbare:
alsmede voor:
met dien verstande dat het bestaande oppervlak aan waterberging binnen deze bestemming niet mag worden verkleind.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en/of de stedenbouwkundige karakteristieke bebouwing, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van een samenhangend straatwand- en bebouwingsbeeld.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van:
Voor het gebruik van gronden en bouwwerken, anders dan voor bouwen, gelden de volgende regels:
Met het oog op het gestelde in de punten 6 en 8 kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen in de vorm van een beperking van de activiteiten, ruimtelijke uitstraling of ten aanzien van het creëren van parkeerruimte op eigen erf dan wel het leveren van een bijdrage aan een goede parkeermogelijkheid in de omgeving van het aan-huis-verbonden beroep;
Het bevoegd gezag kan door middel het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van:
Met het oog op het gestelde in de punten 6 en 8 kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen in de vorm van een beperking van de activiteiten, ruimtelijke uitstraling of ten aanzien van het creëren van parkeerruimte op eigen erf dan wel het leveren van een bijdrage aan een goede parkeermogelijkheid in de omgeving van het aan-huis-verbonden bedrijf.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen hoofdbestemmingen, bestemd voor het behoud van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend indien:
Indien bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden wordt een professioneel archeoloog om advies gevraagd.
Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden die:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bouwen van een windturbine is niet toegestaan.
Het bestemmingsplan verzet zich tegen het gebruik als seksinrichting.
Ter plaatse van de gebiedsaanduidingen ''vrijwaringszone - molenbiotoop 1' en 'vrijwaringszone – molenbiotoop 2' gelden, naast de in de voorgaande bestemmingen gegeven planregels, regels ter bescherming van openheid met het oog op een vrije windvang voor de molen.
Om voor de molen vrije windvang te garanderen en het zicht op de molen veilig te stellen geldt dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en hoogte van de bebouwing voorzover de gronden zijn gelegen binnen de aanduidingen “vrijwaringszone - molenbiotoop 1” en “vrijwaringszone – molenbiotoop 2” , teneinde aantasting van de vrije windvang voor de molen te voorkomen.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 17.1.5 sub a en b vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De in artikel 17.1.5 genoemde vergunning kan slechts worden verleend na inwinning van advies van de vereniging “De Hollandsche Molen”.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding “veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen” gelden, naast de in de voorgaande bestemmingen gegeven planregels, regels ter wering van de vestiging van objecten voor langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen.
Het is verboden gebouwen en/of terreinen te gebruiken als object voor langdurig verblijf van verminderd zelfredzame personen, met uitzondering van bestaand gebruik.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van:
De hiervoor bedoelde afwijking onder a t/m g mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van aangrenzende gronden, het bebouwingsbeeld, landschappelijke en cultuurhistorische waarden (waaronder karakteristieke gebouwen) of de verkeersveiligheid.
Ten aanzien van de afwijking bedoeld onder h en i geldt dat het bevoegd gezag bij het verlenen van een omgevingsvergunning voorwaarden kan stellen aan het gebruik of de plaats van de windturbine ter voorkoming van geluidhinder, slagschaduw en risico's op gevoelige of kwetsbare objecten waarbij de normering uit het Activiteitenbesluit als uitgangspunt wordt gebruikt voor het stellen van voorwaarden, dan wel een keuring of algemeen keurmerk kan worden vereist.
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' kunnen burgemeester en wethouders het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van een verbetering van de winkelstructuur van het centrum zoals omschreven in Bijlage 1 Visie op het Centrum. Deze verbetering zal tot stand worden gebracht door:
met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 3' kunnen burgemeester en wethouders het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van van het gebruik en de bouw van woningen in de vorm van appartementen al dan niet aangevuld met zorgfuncties in de vorm van maatschappelijke ondersteuning of catering ten behoeve van de bewoners of omwonenden, met dien verstande dat het beeldkwaliteitsplan de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 11 meter mag bedragen.
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het Bestemmingsplan herziening Uithuizen dorpscentrum van de gemeente Eemsmond".