direct naar inhoud van Artikel 8 Centrum
Plan: Maasbracht - Brachterbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1641.BPL037-VG01

Artikel 8 Centrum

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. detailhandel, met uitzondering van een supermarkt;
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' een supermarkt;
  • d. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten;
  • e. publieksgerichte maatschappelijke functies;
  • f. publieksgerichte cultuur en ontspanning;
  • g. publieksgerichte dienstverlening;
  • h. kantoor, publieksgericht met baliefunctie;
  • i. horeca, categorie 1;
  • j. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca', horeca categorie 2 en 3;
  • k. wegen en paden;
  • l. groenvoorzieningen;
  • m. parkeervoorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander maximum bebouwingspercentage is aangegeven;
  • c. de goothoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 9 meter, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' een afwijkende maximale goothoogte is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 11 meter, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' een afwijkende maximale bouwhoogte is aangegeven;
  • e. de inhoud van een woning dient ten minste 250 m³ en niet meer dan 650 m³ te bedragen;
  • f. het aantal woningen per bouwperceel mag niet toenemen.

8.2.2 Bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale goothoogte bedraagt 3,30 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 5,50 meter;
  • c. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bedraagt:

totale oppervlakte per bouwperceel   maximaal gezamenlijke oppervakte  
tot 250 m2   70 m2  
van 250 tot 500 m2   80 m2  
van 500 tot 750 m2   90 m2  
van 750 tot 1.000 m2   100 m2  
van 1.000 m2 en meer   130 m2  

8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien verstande dat de maximale hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn 1 meter bedraagt;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter;

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. perifere detailhandel;
  • b. detailhandel in consumentenvuurwerk indien de opslag meer dan 2.000 kilogram bedraagt en niet wordt voldaan aan de voorschriften van het Vuurwerkbesluit alsmede het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer;
  • c. verkoop van volumineuze goederen;
  • d. verkoop van gevaarlijke stoffen;
  • e. verkoop van artikelen die vallen onder de Opiumwet, waaronder in ieder geval begrepen coffeeshops, smartshops, headshops en growshops;
  • f. verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  • g. erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
  • h. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • i. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.