direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Maasbracht - Brachterbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1641.BPL037-VG01

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten;
  • b. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 3 tot en met 4.1 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
  • c. productiegebonden en aan de bedrijfsvoering ondergeschikte detailhandel. Detailhandel in voedings- en genotmiddelen zijn niet toegestaan;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'groothandel' een groothandelsbedrijf;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', uitsluitend een nutsvoorziening;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage', een garagebedrijf;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', maximaal één bedrijfswoning per bedrijf;
  • h. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autorecyclingbedrijf', een bedrijf en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten gericht op autorecycling en reparatie- en onderhoudswerkzaamheden aan voertuigen, met dien verstande dat op de gronden die gekoppeld zijn door middel van de aanduiding 'relatie', één autorecyclingbedrijf is toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - detailhandel en groothandel', detailhandel en/of groothandel in goederen of producten die in directe relatie staan met de aard van het bedrijf; waarbij de totale vloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel en/of groothandel niet meer bedraagt dan 20% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte;
  • j. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf', een transportbedrijf;
  • k. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opleidingscentrum', een opleidingscentrum;
  • l. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vleeswaren en conservenfabriek', een vleeswaren en conservenfabriek;
  • m. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;
  • n. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - natuursteenverwerkingsbedrijf', een natuursteenverwerkingsbedrijf;
  • o. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zuivelproducten groothandel', een groothandel in zuivelproducten;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'weg', uitsluitend bedrijven gerelateerd aan het wegverkeer, met uitzondering van autogarages.
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', cultuurhistorische waarden;
  • r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - stalling voertuigen', uitsluitend het stallen van caravans, tractoren en landbouwvoertuigen;
  • s. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf', een loon- en grondverzetbedrijf inclusief containerverhuur;
  • t. tuinen, erven en terreinen;
  • u. parkeervoorzieningen;
  • v. groenvoorzieningen;
  • w. voorzieningen van algemeen nut;
  • x. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander maximum bebouwingspercentage is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 8 meter, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', een andere maximale bouwhoogte is aangegeven;
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwzone' is het toegestaan een nieuwe bedrijfsloods op te richten met een maximale oppervlakte van 1.200 m², met dien verstande dat:
    • 1. bebouwing op het perceel bestemd als 'Agrarisch met waarden' alleen is toegestaan na toepassing van het bepaalde in 3.4;
    • 2. indien (deels) gebouwd wordt op de gronden bestemd als 'Bedrijf', het ter plaatse opgenomen maximum bebouwinsgpercentage buiten beschouwing blijft;
    • 3. de bouwhoogte van nieuwe gebouwen niet meer bedraagt dan 6 meter.

6.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • c. de minimale afstand tot zijdelingse perceelgrens bedraagt 3 meter;
  • d. de maximale inhoud bedraagt 750 m³.

6.2.3 Aan de bedrijfsvoering ondergeschikte kantoren

Voor het bouwen van aan bedrijfsvoering ondergeschikte kantoren gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan kantoren mag niet meer bedragen dan 30% van het totale bedrijfsoppervlak met een maximum van 500 m;
  • b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.

6.2.4 Bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijgebouwen en overkappingen mogen alleen worden opgericht binnen het bouwvlak;
  • b. de maximale goothoogte bedraagt 3,30 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt 5,50 meter;
  • d. de minimale afstand tot de voorgevellijn van de woning bedraagt 3 meter;
  • e. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 70 m².

6.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien verstande dat de maximale hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel 1 meter bedraagt;
  • b. de maximale bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en (licht)masten bedraagt 8 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter;
  • d. zonnecollectoren zijn op het gehele bouwperceel toegestaan.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Uitbreiding bouwperceel

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bedrijfsvoering kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 6.2 ten behoeve van de uitbreiding van een bedrijf met maximaal 10% van het bouwperceel, met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeerssituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bedrijfsvoering kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in onder 6.2.1 onder d. voor het overschrijden van de maximale bouwhoogte met maximaal 3 meter ten behoeve van de realisatie van een dakopbouw.

6.4.2 Bouwen buiten bouwvlak

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de beeldkwaliteit van het bedrijventerrein kan ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwvlak' met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 6.2.1 sub a, voor het bouwen van een bedrijfsgebouw buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:

  • a. de milieu-invloed afkomstig van omliggende functionerende bedrijven zodanig is dat de exploitatie- en ontwikkelingsmogelijkheden van de nabij gelegen bedrijven niet in onevenredige mate worden of kunnen worden aangetast;
  • b. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
  • c. er geen milieutechnische belemmeringen zijn;
  • d. er geen afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse;
  • e. de afstand van de gevel van het gebouw tot de perceelsgrens minimaal 6 meter bedraagt;
  • f. de onderlinge afstand tussen de gebouwen minimaal 12 meter bedraagt.

6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. wonen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel als bedoeld in 6.1 onder c., een garagebedrijf als bedoeld in 6.1 onder f. en een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg als bedoeld in 6.1 onder m;
  • d. erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
  • e. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn;
  • f. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • g. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

6.5.2 (Zee)containers

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het permanent plaatsen van (zee)containers waarvoor een omgevingsvergunning in de zin van Wet algemene bepalingen omgevingsvergunningen is vereist.

6.5.3 Cultuurhistorische waarden

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen voor een bouwvoornemen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wint het bevoegd gezag advies in bij de monumentencommissie van de gemeente Maasgouw. Een omgevingsvergunning kan pas worden verleend indien gehoord de monumentencommissie.

Op de gronden zijn de bepalingen van de Monumentenwet 1988 dan wel de gemeentelijke erfgoedverordening van toepassing.