direct naar inhoud van Artikel 8 Sport
Plan: Oosteindsepolder en Warmoeziersweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0134-VAST

Artikel 8 Sport

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1 Algemeen

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportterreinen;
  • b. verenigingsgebouwen ten behoeve van sportverenigingen, met de daarbij behorende voorzieningen, zoals een kantine en kleedruimten;
  • c. ondersteunende horeca uit categorie 1a van het begrip horeca in artikel 1;

met de daarbij behorende:

  • d. wegen en paden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen en ontsluitingswegen;
  • g. water.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met uitzondering van een bedrijfswoning.

8.2.2 Gebouwen

koppelen bestemmingsvlak

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen binnen de bestemming mag niet meer dan 3.750 m2 bedragen;
  • b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 12 m;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwweken mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 12,5 m voor tribunes;
    • 2. 26 m voor licht- en andere masten, palen en technische installaties;
    • 3. 3 m voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 4. 5 m voor overige andere bouwwerken, tenzij anders aangegeven.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van:

  • a. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. het behoud van parkeervoorzieningen;
  • e. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
  • f. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • g. het milieu.
8.4 Afwijken van de bouwregels
8.4.1

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:

  • a. het toevoegen of verplaatsen van een bouwvlak voor het realiseren van een tribune, extra (kleed)clubgebouwen, opberggebouwen en/of oefengebouwen, waarbij geldt dat artikel 8.2 van overeenkomstige toepassing is;
  • b. de bouw van bouwwerken waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • c. het bouwen van een terreinafscheiding met een maximale bouwhoogte van 3 m, mits:
    • 1. dit aantoonbaar bedrijfsmatig, waaronder begrepen de beveiliging, noodzakelijk is;
    • 2. het een volledig open hekwerk betreft, zodanig dat het zicht op het voorterrein vanaf de openbare weg behouden blijft.
8.4.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:

  • a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. het aantal parkeervoorzieningen;
    • 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
    • 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 7. het milieu.
8.5 Specifieke gebruiksregels
8.5.1 Terras(sen) bij horeca

Terras(sen) bij horeca zijn alleen toegestaan indien daarvoor een (omgevings)vergunning (op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Lansingerland) is verleend en aan die vergunning wordt voldaan.

8.5.2 Maatschappelijke voorzieningen op sociaal-cultureel en/of educatief gebied

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 25 'Algemene gebruiksregels' lid 1, wordt gerekend het gebruik van gedeelten van bouwwerken en/of gronden voor dienstverlening op sociaal-cultureel en/of educatief gebied, zoals resocialisatie, therapie, gehandicaptenzorg, een zorgboerderij en kinderopvang, voor zover niet aan de volgende randvoorwaarden wordt voldaan:

  • a. de sportfunctie dient in overwegende mate gehandhaafd te blijven;
  • b. de totale bedrijfsvloeroppervlakte mag per perceel niet meer dan 25% bedragen met een maximum van 50 m2;
  • c. de dienstverlenende activiteiten dienen binnen de bestaande bebouwingsmogelijkheden plaats te vinden;
  • d. de dienstverlenende activiteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
  • e. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefmilieu en/of de natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden in de omgeving;
  • f. in de omgeving mag geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreden;
  • g. de activiteiten mogen geen negatieve gevolgen in het kader van de Wet milieubeheer hebben voor (bedrijven in) de omgeving;
  • h. in het kader van de dienstverlenende activiteiten mogen geen overnachtingen plaatsvinden;
  • i. er mogen geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden;
  • j. op eigen terrein wordt voorzien in de eigen parkeerbehoefte naast het oorspronkelijk aantal parkeerplaatsen op eigen terrein voor de sportfunctie.
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
8.6.1 Maatschappelijke voorzieningen op sociaal-cultureel en/of educatief

Indien voortzetting van de sportfunctie om maatschappelijke en/of bedrijfseconomische redenen niet meer volledig mogelijk is, mag het totale bedrijfsvloeroppervlakte per perceel voor dienstverlening op sociaal-cultureel en/of educatief gebied worden vergroot tot 100%, waarbij voor het overige de bepalingen in lid 8.5.2 sub c tot en met j van toepassing zijn.

8.6.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de gebruiksregels

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:

  • a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. het gewenste voorzieningenniveau;
    • 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
    • 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 7. het milieu;
  • c. de verkeersaantrekkende werking in overeenstemming is met de functie en vormgeving van de wegen in de nabije omgeving;
  • d. voorzien wordt in de (extra) parkeerbehoefte.