direct naar inhoud van 4.6 Bodemkwaliteit
Plan: Hoefweg-Noord (Prisma)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0111-VAST

4.6 Bodemkwaliteit

4.6.1 Toetsingskader

Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren).

Bodembeheerplan Lansingerland 2007

Per deelgebied is de diffuse bodemkwaliteit van bovengrond en ondergrond vastgesteld in zogenaamde bodemkwaliteitszones (weergegeven op een bodemkwaliteitskaart). Het bodembeheerplan geeft de voorwaarden aan voor grondverzet binnen en tussen deze bodemkwaliteitszones.

4.6.2 Referentiesituatie

Huidige situatie

Op de bodemkwaliteitskaart Lansingerland wordt het gedeelte van het plangebied binnen deze gemeente gekenmerkt als kwaliteitszone 6, 'weiland/glastuinbouw vanaf 1970' met een schone kwaliteit boven- en ondergrond. De website van het landelijke bodemloket laat zien waar vroeger (bedrijfs-)activiteiten hebben plaatsgevonden waardoor de bodemkwaliteit extra aandacht verdient. Het plangebied was voornamelijk in gebruik ten behoeve van de akkerbouw en tuinbouw. Vanwege dit gebruik kan er in het gehele gebied sprake zijn van (lichte) verontreiniging met onder andere zware metalen en bestrijdingsmiddelen. Vooral ter plaatse van aanwezige bebouwing kan echter sprake zijn van bodemverontreiniging als gevolg van bedrijfsactiviteiten en opslagtanks voor huisbrandstof. Ook worden enkele locaties op basis van slootdempingen als 'verdacht' aangemerkt.

Voor de verschillende deelgebieden is recent een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Uit de resultaten blijkt dat er geen sprake is van verontreinigingen. Conclusie is dat nader onderzoek en/of sanering niet noodzakelijk is.

Autonome ontwikkelingen

Binnen het plangebied of in de directe omgeving daarvan vinden geen ontwikkelingen plaats die van invloed zijn op de bodemkwaliteit in het gebied.

4.6.3 Te verwachten milieueffecten

Het bestemmingsplan maakt ten opzichte van de vigerende juridisch-planologische geen functiewijzigingen mogelijk. Bodemonderzoek is in het kader van dit bestemmingsplan dan ook niet noodzakelijk.

4.6.4 Conclusie

De bodemkwaliteit binnen het plangebied vormt geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan.