direct naar inhoud van 4.13 Archeologie
Plan: Hoefweg-Noord (Prisma)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0111-VAST

4.13 Archeologie

4.13.1 Toetsingskader

Monumentenwet

De Monumentenwet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'.

Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.

4.13.2 Referentiesituatie

Huidige situatie

Volgens de archeologische verwachtingenkaart van de gemeente Lansingerland (d.d. augustus 2012) liggen de deelgebieden van het plangebied in een gebied met een middelhoge en hoge verwachtingswaarde (zie figuur 4.12).

afbeelding "i_NL.IMRO.1621.BP0111-VAST_0029.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1621.BP0111-VAST_0030.png"

Figuur 4.12 Uitsnede archeologische verwactingenkaart

Autonome ontwikkelingen

Binnen het plangebied of in de directe omgeving zijn geen ontwikkelingen voorzien die van invloed zijn op de archeologische waarden in het gebied.

4.13.3 Te verwachten milieueffecten

De beschreven verwachtingszones zijn op de archeologische beleidsadvieskaart vertaald naar concrete beleidslijnen. Hiervoor is gebruikgemaakt van een zogenaamd vrijstellingsregime, waarbij ruimtelijke ingrepen tot een bepaalde omvang en diepte worden ontheven van archeologisch onderzoek. Het bestemmingsplan bevat onbenutte bouwmogelijkheden. Deze ontwikkelingsruimte is deels gelegen op locaties waar sprake is van archeologische verwachtingswaarden. Om aantasting van deze waarden te voorkomen is in het bestemmingsplan een beschermdende regeling opgenomen.

Eventuele vondsten gedaan tijdens bijvoorbeeld de planuitvoering vallen onder de meldingsplicht zoals vastgelegd in artikel 53 van de Monumentenwet 1988.

Toetsingsadvies Commissie voor de m.e.r.

in het toetsingsadvies van de Commissie voor de m.e.r. is aangegeven dat uit het MER niet blijkt of er archeologische waarden in het plangebied aanwezig zijn die zullen worden aangetast door het voornemen. Binnen het plangebied is inderdaad geen veldonderzoek uitgevoerd binnen alle gebieden met een archeologische verwachtingswaarde. De betreffende gebieden zijn op de plankaart voorzien van een dubbelbestemming ter bescherming van de mogelijk aanwezige waarden. Dit is in lijn met het gemeentelijk archeologisch beleid.

4.13.4 Conclusie

Ter bescherming van de eventueel aanwezige archeologische waarden zijn de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie - 1 t/m 4' opgenomen. Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen moet bureau- en eventueel vervolgonderzoek hebben uitgewezen dat archeologische resten niet worden verstoord. Voor de vergunningverlening wordt dit getoetst.