Plan: | Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 7, fase 3 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1621.BP0104U10-VAST |
Op dit uitwerkingsplan- en wijzigingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012", vastgesteld op 28 maart 2013 door de gemeenteraad van Lansingerland, van toepassing, voor zover in de regels van dit uitwerkingsplan- en wijzigingsplan niet anders is bepaald en met dien verstande dat in geval van discrepantie tussen de regels van het bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012" en het uitwerkingsplan- en wijzigingsplan, de regels van het uitwerkingsplan- en wijzigingsplan van toepassing zijn.
Ter aanvulling op de begripsbepalingen van het bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012" wordt in deze regels verstaan onder:
het uitwerkingsplan en wijzigingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 7, fase 3" met identificatienummer NL.IMRO.1621.BP0104U10-VAST van de gemeente Lansingerland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en bij de bestemming behorende voorzieningen.
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen andere bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingen, waaronder bruggen, overige kunstwerken, geluidsschermen en straatmeubilair ten behoeve van de aangrenzende verkeersbestemmingen worden gebouwd met een maximum bouwhoogte van 3 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
c. de verkeersaantrekkende werking in overeenstemming is met de functie en vormgeving van de wegen in de nabije omgeving;
d. voorzien wordt in de (extra) parkeerbehoefte, waarbij dient te worden voldaan aan de geldende gemeentelijke parkeernota;
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, erven en ongebouwde parkeervoorzieningen behorende bij de op de aangrenzende gronden gesitueerde bestemmingen met de daarbij behorende bouwwerken, werken en werkzaamheden.
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Boven de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen luifels boven de voordeur worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Er mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.3 onder a voor de bouw van overige andere bouwwerken voor de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
De voor Tuin - Parkeren aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende bouwwerken.
Ten aanzien van de in lid 5.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
Op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen alleen worden gebouwd:
de grondoppervlakte niet meer dan 20 m2 mag bedragen;
de overkapping op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw dient te worden geplaatst;
de breedte van de overkapping gemeten vanuit de zijgevel niet meer mag bedragen dan 3,6 m
de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
Boven de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen luifels boven de voordeur worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Er mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan:
3. de afstand tot:
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits;
Inrichting van gronden mag niet zodanig worden gewijzigd dat deze gronden niet langer kunnen worden gebruikt ten behoeve van parkeervoorzieningen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 onder a sub 2 voor een kleiner oppervlak van de parkeerplaats tot een minimum van 12 m2.
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits;
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken.
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming en kunstwerken, zoals bruggen en dammen (al dan niet met duikers) ten behoeve van de ontsluiting van aangrenzende verkeers- en/of woonbestemmingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits dit ruimtelijk inpasbaar is gelet op:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 33 'Algemene gebruiksregels' van het bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012", wordt in ieder geval gerekend het gebruik van water als ligplaats en/of opslag van boten en overige zaken.
Voor werkzaamheden aan of in deze bestemming, niet behorende tot het normale onderhoud, dient een (Keur)vergunning te worden aangevraagd bij de waterbeheerder.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken.
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
De goothoogte van een dakkapel - gebouwd aan het voordakvlak of een ander naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak van het hoofdgebouw - wordt uitsluitend buiten beschouwing gelaten voor zover deze dakkapel integraal onderdeel uitmaakt van de omgevingsvergunning voor de bouw van het betreffende hoofdgebouw.
Bij ieder hoofdgebouw mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij buiten het bouwvlak de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
Boven de in lid 8.1 bedoelde gronden vallen luifels buiten het bouwvlak en mogen luifels boven de voordeur worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 33 'Algemene gebruiksregels' van het bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012", wordt gerekend het gebruik van gedeelten van het hoofdgebouw, aanbouwen en/of bijgebouwen voor een beroep aan huis, voor zover niet aan de volgende randvoorwaarden wordt voldaan:
Het gebruik van de eerste drie woningen met bijbehorende percelen van het meest zuidelijke bouwblok parallel aan de Randstadrail is slechts toegestaan nadat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - geluidsscherm' een geluidsscherm is gerealiseerd met een lengte van 51,4 meter en een hoogte van 1,70 meter en in stand wordt gelaten. De hoogte aan de beide uiteinde van het scherm mag over een lengte van 1,70 m aflopen van 1,70 m hoog naar 0 m (onder een hoek van 45 graden).
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 33 'Algemene gebruiksregels' van het bestemmingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012", wordt gerekend het exploiteren van een webwinkel waarbij sprake is van uitstallen ten verkoop of het ter plaatse leveren of afhalen van goederen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor het gebruik van gedeelten van het hoofdgebouw, aanbouwen en/of bijgebouwen voor ambachtelijke/verzorgende bedrijven, voor zover aan de volgende randvoorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.4.2 onder a en b, indien kan worden aangetoond dat op andere wijze is voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
De voor Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Op voor 'Leiding - Riool' bestemde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de onderliggende bestemming(en).
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
a. door de bouwwerken geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding;
b.vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s);
c. voldaan wordt aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 33 'Algemene gebruiksregels' lid 1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor opslag.
Het is verboden op of boven de in lid 9.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 9.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 9.5.1 wordt uitsluitend verleend indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:
Op de in artikel 10, lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 1 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en), met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels.
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend, indien de waterstaatsbelangen dit gedogen. Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling dient advies te worden ingewonnen bij de waterbeheerder.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel Algemene gebruiksregels, lid (Algemene gebruiksregels), wordt in ieder geval verstaan het gebruik van water als ligplaats en/of opslag van boten en overige zaken.
Voor werkzaamheden aan of in deze bestemming, niet behorende tot het normale onderhoud, dient een vergunning te worden aangevraagd bij de waterbeheerder.
In afwijking van het bepaalde over ondergeschikte bouwonderdelen zoals bedoeld in artikel 32, lid 32.1 van het bestemmingsplan “Westpolder/Bolwerk 2012” geldt in dit uitwerkings- en wijzigingsplan dat bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouw-, bestemmings- en aanduidingsgrenzen en bij de bepaling van het bebouwde oppervlakte ook plinten, pilasters, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 0,7 m en niet over openbaar toegankelijk terrein zijn gebouwd als ondergeschikte bouwonderdelen van bouwwerken worden aangemerkt en buiten beschouwing worden gelaten.
Voor zover het gebruik van ondergeschikte bouwonderdelen zoals bedoeld in artikel 32, lid 32.1 van het bestemmingsplan “Westpolder/Bolwerk 2012” en/of artikel 11, lid 11.1 niet past binnen de desbetreffende bestemming, worden de gebruiksregels buiten beschouwing gelaten.
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2 is het niet toegestaan binnen de (gebieds)aanduiding 'Vrijwaringszone - luchtvaartvoorziening 10m NAP en 20m NAP' bouwwerken op te richten waarvan blijkt dat het bouwwerk hoger is dan de door middel van het toetsingsvlak aangeduide oplopende bouwhoogte, zijnde de denkbeeldige rechte lijn tussen de hoogtes van het toetsingsvlak, waarbij de toetshoogtes per meter - zoals aangegeven op de kaart 'Toetsingsvlakken Luchtverkeersleiding Nederland', opgenomen als bijlage 1 bij deze regels - in acht dienen te worden genomen.
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2 is het niet toegestaan binnen de (gebieds)aanduiding 'Vrijwaringszone - luchtvaartvoorziening 20 m NAP en 30m NAP' bouwwerken op te richten waarvan blijkt dat het bouwwerk hoger is dan de door middel van het toetsingsvlak aangeduide oplopende bouwhoogte, zijnde de denkbeeldige rechte lijn tussen de hoogtes van het toetsingsvlak, waarbij de toetshoogtes per meter - zoals aangegeven op de kaart 'Toetsingsvlakken Luchtverkeersleiding Nederland', opgenomen als bijlage 1 bij deze regels - in acht dienen te worden genomen.
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2 is het niet toegestaan binnen de (gebieds)aanduiding 'Vrijwaringszone - luchtvaartvoorziening 30m NAP en 40m NAP' bouwwerken op te richten waarvan blijkt dat het bouwwerk hoger is dan de door middel van het toetsingsvlak aangeduide oplopende bouwhoogte, zijnde de denkbeeldige rechte lijn tussen de hoogtes van het toetsingsvlak, waarbij de toetshoogtes per meter - zoals aangegeven op de kaart 'Toetsingsvlakken Luchtverkeersleiding Nederland', opgenomen als bijlage 1 bij deze regels - in acht dienen te worden genomen.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het uitwerkingsplan "Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 7, fase 3".