direct naar inhoud van 4.1 Problematiek
Plan: Verbreding A12
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.bpUHRa12-va01

4.1 Problematiek

De A12 tussen Utrecht en Veenendaal maakt deel uit van het wegennetwerk van Midden-Nederland. Zonder de aanpassingen treden in dat netwerk dagelijks knelpunten op. Daarom is volgens de Tracéwet onderzoek gedaan naar mogelijkheden om de weg aan te passen. De resultaten staan in de Trajectnota/MER (2000).

Uit de probleemanalyse in de Trajectnota/MER en uit de daarbij uitgevoerde aanvullende verkeerskundige modelberekeningen blijkt dat de A12 tussen Utrecht en Veenendaal een dubbelfunctie heeft. De A12 is enerzijds aan- en afvoerroute voor het lokale en regionale verkeer en anderzijds hoofdverbindingsas voor het doorgaande verkeer. In de Trajectnota/MER is geconcludeerd dat zonder maatregelen er op de A12 in 2010 problemen zullen ontstaan met betrekking tot de bereikbaarheid. Door groeiende intensiteiten zal de filekans toenemen en zullen meer vertragingen op de A12 ontstaan. Gevolg hiervan is dat de A12 haar functie als hoofdverbindingsas in 2010 onvoldoende kan waarmaken. Dit sluit niet aan bij het beleid dat gericht is op het bereikbaar houden van de mainports en het goed laten functioneren van hoofdverbindingsassen.

Er zijn in het kader van de procedure volgens de Tracéwet meerdere alternatieven onderzocht (zie paragraaf 5.1). Er is voor gekozen om plusstroken aan te leggen. Dit sluit aan op de plusstroken, die zijn aangelegd op het weggedeelte van de A12 tussen Veenendaal en Ede. Een plusstrook is een extra linker rijstrook aan de middenbermzijde van de snelweg, die alleen wordt gebruikt als het verkeersaanbod groot is, zoals tijdens de spitsuren. Bij openstelling van de plusstrook wordt de maximumsnelheid verlaagd.