26.2 Omgevingsvergunning bouwen buiten het bouwvlak algemeen
Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied algemeen' kan het bevoegde gezag een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in de artikelen 3.2.1 onder a, 4.2.1 onder a, 6.2.1 onder a en 8.2.1 onder a voor het oprichten van een vrijstaand bijgebouw (zoals bijvoorbeeld een fietsenstalling) of een vrijstaande overkapping buiten het bouwvlak, mits:
-
a. de goot- en bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
-
b. de afstand tot het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen en eventueel aangebouwde bijgebouwen) minimaal 1 m bedraagt;
-
c. de gezamenlijke oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen en eventuele vrijstaande overkappingen mag maximaal 15% van het bouwperceel bedragen met een maximum van:
I. 50 m2 voor percelen met een oppervlakte tot 1000 m2;
II. 60 m2 voor percelen met een oppervlakte tussen 1000 m2 en 1500 m2;
III. 70 m2 voor percelen met een oppervlakte tussen 1500 m2 en 2000 m2;
IV. 80 m2 voor percelen met een oppervlakte tussen 2000 m2 en 2500 m2;
V. 90 m2 voor percelen met een oppervlakte groter dan 2500 m2.
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' geldt dat, voor zover wordt voldaan aan de overige bepalingen van dit artikel, de vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen alleen zijn toegestaan nadat daarover een positief advies van de betrokken daartoe bevoegde monumentenadviesinstantie is verkregen.