direct naar inhoud van Artikel 4 Dienstverlening
Plan: Doorn Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.bpDOOnoord-oh01

Artikel 4 Dienstverlening

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlening;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bovenwoning' mede het wonen in een bovenwoning;

met daarbij behorend:

  • c. tuinen en erven, (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en waterhuishoudingvoorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Bouwen van gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. bouwvlakken mogen voor 100 % worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' een ander bebouwingspercentage is aangegeven;
  • c. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bovenwoning' is maximaal één bovenwoning toegestaan;
  • e. in afwijking van het gestelde onder a mogen vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd mits:
    • 1. achter (het denkbeeldig verlengde) van de basis achtergevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd;
    • 2. vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen maximaal tot in de zijdelingse bouwperceelsgrens worden gebouwd;
    • 3. de afstand tot een hoofdgebouw, aan- uitbouw, aangebouwd bijgebouw en aangebouwde overkapping op hetzelfde bouwperceel minimaal 1 meter bedraagt;
    • 4. de goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal respectievelijk 3 m en 4,5 m bedragen;
    • 5. de goot- en bouwhoogte van vrijstaande overkappingen maximaal 3 m bedragen;
    • 6. geen dakkapellen worden geplaatst;
    • 7. de gezamenlijke oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen en eventuele vrijstaande overkappingen buiten het bouwvlak mag maximaal 15% van het bouwperceel bedragen met een maximum van:
      I. 50 m2 voor percelen met een oppervlakte tot 1000 m2;
      II. 60 m2 voor percelen met een oppervlakte tussen 1000 m2 en 1500 m2;
      III. 70 m2 voor percelen met een oppervlakte tussen 1500 m2 en 2000 m2;
      IV. 80 m2 voor percelen met een oppervlakte tussen 2000 m2 en 2500 m2;
      V. 90 m2 voor percelen met een oppervlakte groter dan 2500 m2.
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' geldt dat, voor zover wordt voldaan aan de overige bepalingen van dit artikel, de vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen alleen zijn toegestaan nadat daarover een positief advies van de betrokken daartoe bevoegde monumentenadviesinstantie is verkregen.
  • g. Dakkapellen zijn toegestaan in de dakvlakken van het hoofdgebouw, mits de breedte van dakkapellen in de dakvlakken aan de voorgevel en de naar de openbare weg gekeerde zijgevels per dakvlak niet meer dan de helft van de breedte van de desbetreffende dakvlakken ter hoogte van de bovenkant van de dakkapel bedraagt.

4.2.2 Bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (niet zijnde overkappingen)

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde (niet zijnde overkappingen) gelden de volgende regels:

  • a. mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven:

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde (niet zijnde overkappingen)   Maximale bouwhoogte  
erf- en terreinafscheidingen die worden geplaatst voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   1 m  
erf- en terreinafscheidingen die worden geplaatst achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   2 m  
lichtmasten   3 m  
vlaggenmasten   6 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (niet zijnde overkappingen)   2 m