direct naar inhoud van 3.1 Beleid
Plan: Driebergen, Zonstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.bpDBGzonstraat-va01

3.1 Beleid

3.1.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte2

De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het schept ruimte voor ontwikkeling uitgaande van het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet' en verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. De nota ondersteunt gebiedsgerichte ontwikkeling.

Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is om ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. Het beperkte oppervlak dat Nederland ter

beschikking staat, maakt het nodig dit op een efficiënte en duurzame wijze te doen en niet alleen in kwantitatieve, maar ook in kwalitatieve zin vorm te geven. Daarbij is het belangrijk dat iedere overheidslaag in staat wordt gesteld de eigen verantwoordelijkheid waar te maken. Meer specifiek richt het kabinet zich in het nationaal ruimtelijk beleid op:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • borging van de veiligheid.

Deze vier doelen worden in onderlinge samenhang nagestreefd en zijn een uitdrukking van de voornaamste ruimtelijke beleidsopgaven die het kabinet ziet voor de kortere en langere termijn.

3.1.2 Provinciaal beleid

Structuurvisie 2005-2015

De provincie Utrecht hanteert in haar structuurvisie een zorgvuldig ruimtegebruik als belangrijk uitgangspunt. Zorgvuldig, intensief en meervoudig ruimtegebruik kan bijdragen aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. De verstedelijkingsopgave wordt in eerste instantie vanuit de mogelijkheden van het bestaand stedelijk gebied benaderd. Bij ontwikkeling van woningen en bedrijventerreinen geeft de provincie prioriteit aan herstructurering en revitalisering, inbreiding en intensivering; pas daarna komt uitbreiding aan de orde. De provincie hanteert dan ook de ambitie om gemiddeld ten minste 50% van het totale provinciale woningbouwprogramma in het bestaand stedelijk gebied te realiseren. Inbreiding, transformatie en intensivering moeten op een zorgvuldige wijze plaatsvinden. De uitdaging is om stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden en waardevol groen en speelterreinen in stand te houden en veiligheid, gezondheid, milieu en waterhuishoudkundige situaties zo mogelijk te verbeteren.

Voor nieuwbouw in (kleine) kernen acht de provincie het relevant dat tegemoet wordt gekomen aan de behoefte van die kern. De nieuwbouw dient dan ook beschikbaar te komen voor de eigen inwoners. Daarbij is extra aandacht nodig voor starters en senioren.

De rode contour geeft de ruimtelijke begrenzing van stedelijke ontwikkelingen. Binnen de rode contour wordt door de provincie niet op aantallen gestuurd. Wanneer de ontwikkelingen binnen de contour passen in het kwalitatieve en kwantitatieve ruimtelijk beleid uit het streekplan (behoud van kwaliteiten en waardevolle structuren, voldoende ruimte voor groen en water in de stad), dan worden de ontwikkelingen als passend in het proces van vernieuwing en functieaanpassing van de kernen beschouwd. Het streekplan voorziet wel in een indicatief woningbouwprogramma. Met betrekking tot de kern Driebergen-Rijsenburg is een indicatief woningbouwprogramma opgenomen van circa 450 woningen tot 2015. Dit programma kan worden gerealiseerd door nieuwe uit- en inbreidingen, transformatie en het benutten van restcapaciteit.

afbeelding "i_NL.IMRO.1581.bpDBGzonstraat-va01_0014.jpg"

Rode contourenkaart Driebergen-Rijsenburg

Om ook de keuzevrijheid van huishoudens met een laag inkomen te garanderen wordt woningbouw in de goedkopere prijsklassen gestimuleerd. De provinciale ambitie is dat gemiddeld 30% van de woningbouw in de sociale sector wordt gerealiseerd.

3.1.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie 2030 'Groen dus vitaal'

De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft op 28 januari 2010 de structuurvisie 2030 'Groen dus vitaal' vastgesteld. In de visie staat een hoogwaardige kwaliteit van de leefomgeving voorop, hetgeen moet worden bereikt door middel van een houding van bedachtzaamheid, een integrale belangenafweging, het hechten van een groot belang aan leefbaarheid en sociale samenhang en het bijdragen aan een duurzame omgeving.

In de structuurvisie wordt de toekomst van Driebergen-Rijsenburg geschetst als dat van een levendig woon- en werkdorp dat op het terrein van duurzaamheid een zichtbare plek in het land inneemt. De gemeente wil voortdurend blijven zoeken naar mogelijkheden om zowel de woonfunctie als de werkfunctie te versterken. Er worden geen grote nieuwe woningbouwlocaties en geen bedrijventerreinen voorzien. In hoofdlijn moet de kern het doen met de ruimte die nu al bebouwd is of wordt. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van onderhavige woningbouwlocatie, welke op de structuurvisiekaart is aangegeven als mogelijke ontwikkelingslocatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1581.bpDBGzonstraat-va01_0015.jpg"

Visiekaart Driebergen-Rijsenburg
bron: structuurvisie 'Groen dus Vitaal

Woonvisie, wonen in een vitale gemeente

De woonvisie moet bijdragen aan het ontstaan van vitale kernen. Een vitale kern voldoet aan de volgende eigenschappen:

  • dynamiek en groei met respect voor het landschap;
  • een gemengde bevolking;
  • passend voorzieningenniveau, goede leefomgeving.

Om te komen tot vitale kernen, zijn in de visie de volgende woonopgaven vastgelegd:

  • Inspelen op de vergrijzing. De bevolkingsopbouw telt verhoudingsgewijs veel ouderen (65-plus).
  • Alle inkomens bedienen. Het inkomensniveau van de bevolking is gemiddeld hoog te noemen, waardoor de woningprijzen van koopwoningen ruim boven het landelijk gemiddelde liggen. Er is behoefte aan een gevarieerder woningaanbod, waardoor ook mensen met lagere inkomens kunnen worden bediend.
  • Woningtekort oplossen. De vraag naar woningen is groter dan het aanbod, met een woningtekort als gevolg. De woningbehoefte groeit verder in de toekomst. Om het tekort en de groeiende woningbehoefte op te vangen, moeten tot 2017 circa 1.350 woningen worden gerealiseerd.
  • De realisatie van extra woningen moet leiden tot verjonging en heeft daardoor een positief effect op de bevolkingssamenstelling.
  • Gericht woningen toevoegen. Bij de toevoeging van nieuwe woningen moet goed worden ingespeeld op de vraag. Er is behoefte aan de volgende typen woningen:
  • Seniorenwoningen: zowel huur- als koopwoningen. Het gaat dan om appartementen en reguliere ('grondgebonden') woningen die geschikt zijn voor ouderen met eventuele lichamelijke beperkingen en/of zorgbehoefte.
  • Appartementen in de huur- en koopsector. Deze vraag komt van senioren én starters.
  • Betaalbare koopwoningen (tot € 300.000,--) en koopwoningen in het topsegment (vanaf € 500.000,--).

In de visie is een nieuwbouwprogramma vastgelegd. Dit programma is in onderstaande tabel weergegeven. De genoemde aantallen zijn onder voorbehoud van beschikbare plancapaciteit en ruimtelijke inpasbaarheid.

Type woningen   Aantal   Percentage  
Sociale huur < € 622,--   270   20 %  
Sociale huur € 622,--
Koop < € 180.000,-- (bereikbaar)  
185   14 %  
Koop € 180.000,-- – 250.000,-- (middelduur)   225   17 %  
Koop > € 250.000,-- (duur)   535   39 %  
Nultredenappartementen / bungalows koop (duur)   135   10 %  
Totaal   1350   100 %  

Welstandsnota

De welstandsnota beschrijft het welstandsbeleid voor de verschillende kernen van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, waaronder de kern Driebergen-Rijsenburg, en dient als toetsingskader voor het verlenen van bouwvergunningen. Het plangebied van voorliggend plan valt onder de gebiedscriteria van het Vooroorlogs dorpsgebied. Het betreft de dorpsuitleg van Driebergen-Rijsenburg van vroege datum: veel straten zijn rond 1900 door particulieren aangelegd en soms ook bebouwd. Het wegenbeloop is niet planmatig ontstaan, men sloot aan bij bestaande ontsluitingen en doorsteken naar gronden die voor woningbouw beschikbaar kwamen. Daaraan ontleent het stratenplan ook zijn regelmaat; de bestaande ontsluiting en landschappelijke indeling was ook overwegend haaks op, of evenwijdig aan de Traaij. Het geheel ligt enigszins afzijdig van de dorpskom van Driebergen. Binnen het oude wegenpatroon zijn tot na de tweede wereldoorlog relatief kleine huizen gebouwd, soms vrijstaand maar meestal twee aaneen op smalle en diepe percelen. De dakvoet is laag, en daarboven bevindt zich een zadeldak of een mansardekap gedekt met pannen. Het uiterlijk is zeer ambachtelijk; metselwerk en hout met veel details zoals gootklossen en dakveren. Het kleurgebruik is overwegend rustig; aardkleuren voor het metselwerk, gebroken wit of donkergroen houtwerk, maar ook wit gestuukte gevels komen regelmatig voor. De zuidzijde van de Traaij voegt zich in deze karakteristiek, maar daar komt incidenteel wat oudere bebouwing voor en is op veel plaatsen de gevel op de begane grond door een winkelpui vervangen. Het welstandsbeleid richt zich hier, buiten de beeldbepalende elementen, op het behoud van de sfeer, die vooral wordt bepaald door de overeenkomst in kleur en materiaalgebruik en door kleinschaligheid.

Milieubeleidsplan 2009-2012

Het milieubeleidsplan "Natuurlijk Duurzaam" 2009-2012 is op 24 september 2009 vastgesteld door de Raad. Het beschrijft de duurzaamheidsambities van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. In het milieubeleidsplan staan vier pijlers centraal:

  • 1. Duurzaamheid
  • 2. gemeentelijke interne duurzaamheidszorg
  • 3. klimaat, energie en duurzaam bouwen
  • 4. kwaliteit van de leefomgeving

Het milieubeleidsplan stelt duurzaamheid voorop. Intern zet de gemeente in op duurzaamheid, maar ook buiten de gemeentelijke organisatie wordt dit gestimuleerd.

In 2035 wil de gemeente klimaatneutraal zijn en in 2015 wil de gemeentelijke organisatie energieneutraal zijn. Daarnaast streeft de gemeente naar een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving. Hiertoe wil de gemeente de bestaande milieukwaliteit behouden en waar mogelijk verbeteren. Dit betekent dat er ook eisen worden gesteld aan ruimtelijke ontwikkelingen, enerzijds op gebouwniveau en anderzijds op omgevingsniveau.

Op gebouwniveau streeft de gemeente naar een 25% verscherpte EPC en het werken met het instrument GPR Gebouw®. GPR Gebouw geeft per thema een 'rapportcijfer' uiteenlopend van 6 (bouwbesluit niveau/minimaal) tot 10 (zeer goed). Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt een GPR score van gemiddeld 7, met minimaal een 7 voor het thema energie. Bij zogenaamde "kansrijke" projecten, waarbij bijvoorbeeld meer dan 50 woningen gebouwd worden of waar de gemeente een grondpositie heeft, geldt een GPR score van minimaal 8. Voor het plan Zonstraat is een GPR score van 7,5 overeengekomen. Deze overeenkomst is gesloten toen het milieubeleidsplan nog niet was vastgesteld.

Op omgevingsniveau past de gemeente gebiedsgericht milieubeleid toe. Hiertoe zijn er voor de gemeente acht gebiedstypen met bijbehorende ambities (milieukwaliteitsprofielen) opgesteld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen worden deze milieukwaliteitsprofielen toegepast. Het gebiedstype dat voor dit bestemmingsplan van toepassing is, is: "Wonen - buiten centrum". Een uitgebreide beschrijving van de ambities is te vinden in het milieubeleidsplan.

In de verschillende milieuparagrafen worden de milieuaspecten getoetst aan het milieukwaliteitsprofiel "Wonen - buiten centrum" van het milieubeleidsplan.

3.1.4 Conclusie

Het plangebied ligt binnen de rode contour van de kern Driebergen-Rijsenburg. Voorliggend plan voorziet dan ook in nieuwbouw binnen bestaand stedelijk gebied. De inbreiding vindt op een zorgvuldige manier plaats, aangezien het plan aansluiting zoekt op het karakter van de omgeving. Het plan leidt niet tot aantasting van stedenbouwkundige of cultuurhistorische waarden en/of waardevol groen. Sterker nog, met dit plan wordt bijgedragen aan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse, doordat in onbruik geraakte bedrijfsbebouwing wordt vervangen door kwalitatief hoogwaardige nieuwbouw met een dorps karakter.

Het plan draagt met de realisatie van circa 65 woningen bij aan het oplossen van het gemeentelijk woningtekort. Bovendien wordt ingespeeld op de vraag van senioren en starters, aangezien de te realiseren tussenwoningen, patiowoningen en appartementen geschikt worden geacht voor deze doelgroepen. Ook de twee-onder-een kapwoningen (in de optiesfeer) zullen aantrekkelijk zijn voor senioren. Daarnaast is de ligging van het plangebied, gelet op de ligging nabij winkels en voorzieningen, aantrekkelijk voor deze groep.

Het programma bestaat uit 47 woningen in de sociale klasse en 18 in de vrije sector. Hiermee wordt bijgedragen aan het ontstaan van een gevarieerd woningaanbod in de kern Driebergen-Rijsenburg. Bovendien wordt hiermee een substantiële bijdrage geleverd aan de ambitie van onder andere de provincie om circa 30% van de woningbouw in de sociale klasse te realiseren.

Op basis van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat het plan voldoet aan relevante provinciale en gemeentelijke beleidsregels.