direct naar inhoud van 4.1 Wonen
Plan: Haarbosch, Maarsbergen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.MAAHaarbosch-va01

4.1 Wonen

4.1.1 Beleidskader

Woonvisie Utrechtse Heuvelrug 2008

De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft een woonvisie opgesteld met als doel om voor de huidige en eventueel toekomstige inwoners voldoende en de juiste woningen te genereren in de juiste prijsstelling.

Pijler 1: Dynamiek en groei, met respect voor het landschap:

Hierbij wordt er voornamelijk gestuurd op het benutten van de kansen in de bestaande bouw, zoals een betere doorstroming van mensen in de verschillende woningen, het ombouwen van woningen tot nultredenwoningen, renovatie, sloop en nieuwbouw en verkoop van huurwoningen ter bevordering van het eigen woningbezit.

In totaal zijn er in de gemeente circa 1.350 extra woningen noodzakelijk. De gemeente streeft er in haar woonvisie voor om in 2017 deze woningen gerealiseerd te hebben. Dit aantal is wel onder voorbehoud van de beschikbare plancapaciteit en de ruimtelijke inpasbaarheid.

De gestelde groeiambitie moet zorgen voor doorstroming en dynamiek in de kernen, (beperkte) groei van de bevolking en extra kansen voor groepen die anders moeilijk aan bod komen. Deze groeiambitie wordt gerealiseerd volgens het principe 'de juiste woning, op de juiste plek, op het juiste moment', waardoor er een geleidelijke en evenwichtig geplande groei ontstaat. Voor elke kern moet de geplande groei passen bij de schaal van die kern en bij de waarde van het landschap in en om de kern.

Pijler 2: Een gemengde bevolking:

Hierbij is het van belang dat alle doelgroepen bediend worden om de kernen vitaal te houden. Het functioneren van de kerngemeenschap vraagt om een gedifferentieerde bevolkingsopbouw: alleenstaanden, (echt)paren, gezinnen met kinderen, lage-, midden- en hoge inkomens, jongeren en ouderen, mensen met een handicap. Dat draagt bij aan een duurzaam draagvlak voor verenigingen, scholen en andere voorzieningen. Er moet extra aandacht worden besteed aan groepen die in de lokale woningmarkt momenteel moeilijk een passende woning kunnen vinden. Hierbij gaat het om mensen met een laag inkomen die aangewezen zijn op een sociale huurwoning, kleine huishoudens (tot 55 jaar) en (vooral jonge) gezinnen die een start willen maken op de koopmarkt, (vooral oudere) gezinnen met kinderen die vervolgstappen willen zetten op de woningmarkt, senioren (zowel met lage als hogere inkomens), mensen met een zorgbehoefte, enkele meer specifieke groepen die zich niet in genoemde groepen laten indelen. Daarbij moet ook de individuele keuzevrijheid gestimuleerd worden. Bewoners die individuele (woon)wensen hebben moeten daarom zoveel mogelijk een actieve inbreng hebben bij de vormgeving aan hun eigen woning.

Pijler 3: Passend voorzieningenniveau, goede leefomgeving

Voorzieningen passend bij het schaalniveau van de kernen zijn belangrijk voor de vitaliteit. Er moet minimaal het volgende aanwezig zijn: een basisschool en ruimte voor ontmoeting, bijvoorbeeld in een multifunctionele ruimte. Verder is het streven dat ouderen, mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking, en ander kwetsbaardere groepen zoveel en zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving kunnen blijven wonen. Om dat mogelijk te maken wil de gemeente zich inzetten voor een aanbod van wonen, welzijnsdiensten en zorg voor alle leeftijden, zo dicht mogelijk bij de mensen in de buurt. Hiertoe richt de gemeente in de vijf grotere kernen zogenaamde woonservicegebieden in. In zo'n woonservicegebied worden woningen (die ook geschikt zijn voor zorgverlening aan huis), welzijnsvoorzieningen en zorgaanbod geclusterd.

Naast voorzieningen is ook de kwaliteit van de (gebouwde) woonomgeving van belang. Mensen voelen zich betrokken bij hun omgeving als het 'schoon, heel en veilig' is.

Duurzaamheid is ook belangrijk voor de gemeente. De woningen dienen een duurzame basiskwaliteit te bevatten:

  • De kwaliteit moet zoveel mogelijk aansluiten bij de wensen van de huidige en toekomstige generaties (toekomstige bruikbaarheid van de woning);
  • Een duurzaam binnen- en buitenmilieu (gezond materiaalgebruik, geluidsisolatie tussen woningen, luchtkwaliteit, geluidsbelasting, bodemkwaliteit);
  • De kwaliteit moet het milieu ontlasten (milieuvriendelijke materialen, energiezuinig bouwen, afkoppeling water, etc.);
  • Duurzaam gebruik van de ruimte. De gemeente maakt per project afspraken met woningcorporaties en projectontwikkelaars over het optimaal benutten van de bebouwde ruimte (meervoudig ruimtegebruik).

afbeelding "i_NL.IMRO.1581.MAAHaarbosch-va01_0007.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.1581.MAAHaarbosch-va01_0008.jpg"

In het schema hiervoor worden de nu bekende mogelijkheden om te bouwen in de kern Maarsbergen getoond. Dit is onderverdeeld naar aantallen, huurkoopverhouding en prijsklasse.

4.1.2 Het plan en conclusie

Het plan voorziet in de bouw van maximaal 78 nieuwe woningen (bij recht) in verschillende typen en prijscategorieën. Met een wijzigingsbevoegdheid en/of afwijkingsbevoegdheid voor het college kunnen nog eens 8 extra woningen mogelijk worden gemaakt. Daarnaast wordt minimaal 30% van de woningen in de sociale sector gerealiseerd, in lijn met de Woonvisie. Hiermee voldoet het plan aan het gestelde in de woonvisie. De extra woningen die gerealiseerd worden, zorgen niet voor problemen met het gestelde in de woonvisie.