direct naar inhoud van 4.9 Ecologie
Plan: Voorhout-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2011VHT09001-0402

4.9 Ecologie

4.9.1 Toetsingskader

Vogel- en Habitatrichtlijnen

De vogelrichtlijn beschermt vogelsoorten die zijn genoemd in Bijlage I van de richtlijn. De Habitatrichtlijn omvat naast de bescherming van planten en dieren in gebieden die worden aangeduid als Habitatgebied, ook de bescherming van verschillende planten- en diersoorten op zich. De Vogel- en Habitatrichtlijngebieden zijn samengevoegd in "Natura 2000". Het plangebied valt niet binnen een Natura 2000 gebied; evenmin ligt een Natura 2000 gebied in de directe omgeving van het plangebied.

Flora- en faunawet

De Flora- en faunawet heeft als doel de populatie van het in het wild voorkomende soorten in stand te houden. Een ander doel is dat niet alleen de zeldzame soorten, maar ook alle in het wild levende planten en dieren in principe met rust gelaten worden. De planten en dieren kunnen op drie manieren beschermd worden:

  • door het verbieden van handelingen die de instandhouding van in het wild levende planten en dieren direct in gevaar zouden kunnen brengen;
  • kleine objecten of gebieden, die van groot belang zijn voor het voortbestaan van een bepaalde soort kunnen worden aangewezen als beschermd gebied respectievelijk beschermde leefomgeving;
  • een soort kan opgenomen worden op de Rode Lijst. Voor de soorten die op deze lijst staan is de overheid verplicht speciale beschermingsmaatregelen te treffen.

Gebiedsbescherming 

Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals een staats- of beschermd natuurmonument of Natura 2000-gebied. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Gebiedsbescherming komt derhalve in deze paragraaf niet meer aan de orde.

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.BP2011VHT09001-0402_0022.jpg"

Figuur 4.3 Plangebied ten opzichte van de Provinciale ecologische hoofdstructuur (PEHS).

Soortenbescherming

Het onderhavige bestemmingsplan is consoliderend van aard. Middels dit bestemmingsplan worden geen functiewijzigingen beoogd en worden ook geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Vaststelling van dit bestemmingsplan zal derhalve niet leiden tot verstoring van eventueel beschermde flora en fauna. Indien sprake zal zijn van een ontwikkeling binnen het plangebied, zal de ruimtelijke verandering in een separaat plan worden vastgelegd waarin onder andere onderzoek uitgevoerd zal worden naar flora en fauna.

4.9.2 Ontwikkelingen

Jacoba van Beierenweg 49 - 51a

In en rondom de ontwikkellocatie bevinden zich geen beschermde natuurgebieden of soorten waardoor aanvullend onderzoek naar flora en fauna niet noodzakelijk is. Een beschrijving van de quickscan flora en fauna is opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing van de Jacoba van Beierenweg 49 - 51a. De ruimtelijke onderbouwing is bijlage 1 bij deze toelichting.

Kerkzicht 3

Uit het onderzoek is gebleken dat er voor de verblijfplaatsen en foerageer gebieden van vleermuizen aanvullend onderzoek dient plaats te vinden. Dit onderzoek kunnen alleen uitgevoerd worden in de periode april – september. Daarnaast moet het verwijderen van groen buiten het broedseizoen om gebeuren, in verband met de aanwezigheid van broedvogels. De ontwikkeling heeft geen effect op de overige diersoorten. Een uitgebreide beschrijving van de quickscan flora en fauna is opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing van Kerkzicht 3, daarnaast is het volledige onderzoek opgenomen in de bijlagen.

Cayennehof

Ter plaatse van deze locatie is een bureauonderzoek gedaan naar de mogelijk aanwezige natuurwaarden. Het betreft een binnenstedelijke, onbebouwde locatie die in het verleden als speeltuin heeft gediend.

Bij het Natuurloket (Natuurloket.nl) en op www.waarnemingen.nl is het plangebied op mogelijke natuurwaarden getoetst. Het Nauurloket geeft aan dat redelijk wat soorten vogels en vaatplanten in de omgeving aanwezig zijn. Waarnemingen.nl geeft echter in de direct omgeving van het plangebied geen meldingen weer van zeldzame dier- en plantsoorten. Concluderend uit het voorgaande kan worden gesteld dat de beoogde bestemmingswijziging geen effect heeft op (beschermde) diersoorten.

Wel dient altijd rekening te worden gehouden met broedvogels. Verwijderen van het groen dient derhalve buiten het broedseizoen (broedseizoen: globaal 15 maart-15 juli) om te gebeuren.

Jacoba van Beierenweg tussen 40 en 46

Door Els & Linde is een quickscan flora en fauna uitgevoerd ter plaats van de Jacoba van Beierenweg tussen 40 en 46. Dit onderzoek is opgenomen in de bijlagenbundel, die als bijlage 4 bij dit bestemmingsplan is gevoegd. Voor de ontwikkelingen is geen ontheffing ex artikel 75 Flora- en Faunawet noodzakelijk. Er is evenmin een verklaring van geen bedenkingen nodig.

4.9.3 Conclusie

Voorliggend bestemmingsplan maakt enkele ontwikkelingen mogelijk. Voor de locatie Kerkzicht 3 is nog aanvullend onderzoek naar vleermuizen noodzakelijk. De werkzaamheden op deze locatie mogen niet plaatsvinden voordat dit onderzoek is uitgevoerd. Bij de overige locaties is onderzoek uitgevoerd, maar vormt het aspect flora en fauna geen belemmering.

In dit plan zijn ook nog uitwerkings- en wijzigingsmogelijkheden opgenomen. In de regels is de verplichting opgenomen om nader onderzoek te doen naar flora en fauna indien gebruik gemaakt wordt van de wijzigings- en/of uitwerkingsmogelijkheid. Ook bij andere gevallen van (her)ontwikkeling zal een flora- en faunaonderzoek moeten plaatsvinden.