direct naar inhoud van 4.9 Bodem
Plan: Sassenheim-Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2011SAS04003-0401

4.9 Bodem

4.9.1 Normstelling en beleid

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang om bij ontwikkelingen de bodemkwaliteit te onderzoeken. Bij functiewijzigingen moet gekeken worden of de bodemkwaliteit voldoende kwaliteit is ten dienste van de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen moeten bij voorkeur op schone grond worden gerealiseerd.

De provincie hanteert als richtlijn dat bij de beoordeling van ruimtelijke plannen, waar nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt, in ieder geval het eerste deel van een verkennend bodemonderzoek moet worden verricht. Dit is het historisch onderzoek. Als uit dit onderzoek blijkt dat binnen de nieuwe bestemmingen sprake is geweest van een activiteit met een verhoogd risico op verontreiniging, dan is een volledig verkennend bodemonderzoek noodzakelijk.

4.9.2 Onderzoek

Dit bestemmingsplan biedt geen nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen of gebouwen anderzijds. Daarnaast worden geen nieuwe functies mogelijk gemaakt. Dit bestemmingsplan biedt daarmee niet direct de mogelijkheid voor verstoringen van de bodem. Wel zijn in dit bestemmingsplan wijzigingsbevoegdheden opgenomen. In de wijzigingsregels is opgenomen dat een (verkennend) bodemonderzoek uitgevoerd dient te worden, voordat uitvoering gegeven mag worden aan de wijzigingsmogelijkheid. Hiermee is de kwaliteit van de bodem bij eventuele ontwikkelingen gegarandeerd.

Niet alleen bij het gebruik maken van de wijzigingsmogelijkheid, maar ook bij andere eventuele ontwikkelingen, waarbij functiewijziging plaats vindt of een andere manier de bodem wordt verstoord, zal in het kader van dat project een (verkennend) bodemonderzoek uitgevoerd moeten worden. Indien de resultaten van het bodemonderzoek daartoe geen aanleiding geven, is het uitvoeren van verder onderzoek niet noodzakelijk.

4.9.3 Conclusie

Naar aanleiding van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat het aspect bodem de vaststelling van het onderhavige bestemmingsplan niet in de weg staat.