direct naar inhoud van 4.3 Compensatie natuurwaarden
Plan: Hooghkamer 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2010VHT07001-0401

4.3 Compensatie natuurwaarden

4.3.1 Verricht onderzoek

Voor de compenserende maatregelen die als gevolg van de planontwikkeling nodig zijn is een compensatieplan opgesteld9, die is opgenomen in de bijlagenmap bij dit bestemmingsplan. De Flora- en faunawet richt zich op de bescherming van wilde inheemse plant- en diersoorten. In de wet is onder meer bepaald dat beschermde dieren niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden en beschermde planten niet geplukt, uitgestoken of verzameld (algemene verbodsbepalingen, artikelen 8 t/m 13, zie bijlage 2). Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor alle in het wild levende planten en dieren (algemene zorgplicht, artikel 2). Daarnaast is het niet toegestaan om de directe leefomgeving van soorten, waaronder nesten en holen, te beschadigen, te vernielen of te verstoren.
In het plangebied komen enkele soorten voor die op grond van de Flora- en faunawet worden beschermd. In onderstaande tabel staan de waargenomen soorten, hun beschermingsstatus en het gebied waar ze zijn waargenomen. In de tabel worden uitsluitend de juridisch zwaarder beschermde soorten genoemd (tabel 2 en tabel 3 AMvB Flora- en faunawet), daarnaast worden vogels met jaarrond beschermde nesten benoemd.

Soortnaam   Hooghkamer   Ontsluitingsweg   Omgeving   Beschermingsstatus  
Zoogdieren  
Gewone dwergvleermuis   nee   nee   ja   Tabel 3  
Meervleermuis   ja   ja   ja   Tabel 3  
Broedvogels*  
Huiszwaluw   ja   ja   ja   categorie 5  
Boerenzwaluw   ja   ja   ja   categorie 5  
Groene specht   nee   nee   mogelijk   categorie 5  
Huismus   nee   nee   ja   categorie 2  
Ransuil   nee   nee   mogelijk   categorie 4  
Vissen  
Kleine modderkruiper   ja   ja   ja   Tabel 2  

* Van de (mogelijk) aanwezige broedvogels hebben de Huismus en de Ransuil jaarrond beschermde nesten. Voor soorten van categorie 5 is de inventarisatie gewenst, maar de nesten zijn buiten de broedtijd niet beschermd.

Voor deze soorten en soortgroepen is een toetsing aan de Flora- en faunawet uitgevoerd10. Uit deze toetsing kwamen in hoofdlijn de volgende aanbevelingen aan de orde:

  • Tref, om schade aan beschermde soorten te voorkomen en/of te verminderen, mitigerende maatregelen;
  • Vraag, indien schade aan beschermde soorten niet kan worden voorkomen, een ontheffing aan voor deze handelingen voor juridisch zwaarder beschermde soorten;
  • Compenseer (rest)schade aan juridisch zwaarder beschermde soorten die niet kan worden voorkomen. In dit geval betrof het de Kleine modderkruiper.

In het compensatieplan wordt ingegaan op de derde aanbeveling (compensatie). Voor de (uitwerking van) de eerste twee aanbevelingen (mitigatie, ontheffingsaanvraag) wordt verwezen naar de betreffende toetsingen. Compensatie heeft betrekking op "ruimtebeslag" en "verstoring" als gevolg van de planontwikkeling.

Ruimtebeslag
In het compensatieplan wordt aangegeven voor welke soorten van de Rode lijst en Flora- en faunawet habitat verloren gaat door ruimtebeslag. Indien van toepassing is aangegeven hoeveel oppervlak aan geschikt habitat verloren gaat, uitgesplitst in de Vinex-wijk en de ontsluitingsweg. Hieruit komt naar voren dat voor een groot aantal soorten inpassingsmaatregelen kunnen worden genomen in de nieuwe woonwijk, zodat het leefgebied van de soorten behouden blijft. Het totaal aan inpassingsmaatregelen kan de "inpassingsopgave" worden genoemd. Voor soorten van open gebieden, waaronder weidevogels, is sprake van een ruimtebeslag van in totaal 10,3 ha waarvoor buiten het plangebied ruimte gevonden dient te worden voor nieuw leefgebied.

Verstoring
Naast het ruimtebeslag van de ontwikkeling van de Vinex-wijk en de ontsluitingsweg heeft de ontwikkeling een verstorende werking op het omliggende gebied, door de aanwezigheid van geluid, beweging, gebouwen, bomen en mensen. Niet alle soorten zijn hiervoor even gevoelig. Over het algemeen zijn vogels hiervoor het gevoeligst en in dit geval vooral de weidevogels, zoals de Grutto en Tureluur. Goede weidevogelgebieden worden gekenmerkt door open landschappen waarbij verstoringsbronnen als wegen, gebouwen en boomgroepen een gering oppervlak bezitten. In de huidige situatie is er voor de weidevogels verstoring aanwezig in de polder Boekhorst door de aanwezigheid van de randzone in het zuiden en het zuidoosten. Deze rand met verstoring wordt gemeden door weidevogels en de meeste nesten zijn in het midden van de polder te vinden. Door de aanleg van de woonwijk schuift deze verstorende rand op.

De verstoring door de nieuwe ontwikkeling van de Vinex-wijk en de ontsluitingsweg hebben effect op de volgende Rodelijst-soorten; Grutto, Tureluur, Veldleeuwerik, Slobeend, Patrijs, Visdief en Graspieper. De ontwikkeling van de woonwijk heeft een veel minder groot effect op de Rodelijst-soorten;, Huiszwaluw, Boerenzwaluw, Groene specht, Ransuil en Huismus. Deze soorten kunnen prima in de nabijheid van menselijke activiteiten broeden en foerageren. Derhalve is verstoring voor deze soorten niet verder uitgewerkt.

Bij de bepaling van de verstoorde zone gaat het om de bepaling van de maatgevende verstoringscontour. Daarbij wordt gekeken welk type verstoring het verst reikt, en in welke mate het gebied wordt beïnvloedt. Op basis van de maatgevende verstoring wordt het oppervlak van het verstoorde gebied in beeld gebracht. De onderzochte verstoringen zijn: geluidscontour van de wijkontsluitingsweg en verlies aan openheid en rust (gebouwen, bomen en beweging).

Verstoring kan worden beperkt door mitigerende maatregelen te nemen, dit zijn maatregelen die de effecten van de verstoring verzachten. In het compensatieplan zijn de volgende mitigerende maatregelen genoemd: geen bomen plaatsen langs de wijkontsluitingsweg, het toepassen van speciale verlichtingsarmaturen en het plaatsen van heggen langs de weg.

Op grond van het onderzoek bedraagt de totale compensatiedoelstelling maximaal 24,8 hectare (zonder mitigatie) en minimaal 17,6 hectare (met volledige mitigatie als hierboven aangegeven). Bij deze becijfering is de Grutto maatgevend voor het totale oppervlak. Naar verwachting kunnen minder kritische soorten meeliften bij de compensatie voor deze soorten. De compensatiedoelstelling kan als volgt worden uitgesplitst:

  Ontsluitingweg   Woonwijk   Totaal  
Ruimtebeslag   2,0 ha   8,3 ha   10,3 ha  
Verstoring   7,3 (mitigatie) - 14,5 ha (zonder mitigatie)   minimaal 7,3 ha, maximaal 14,5 ha  
Totaal     minimaal 17,6 ha, maximaal 24,8 ha  

De totale compensatiedoelstelling kan in hoofdlijn op drie manieren worden verwezenlijkt:

  • Het inpassen van leefgebieden van soorten in het plangebied;
  • Het aankopen, inrichten en beheren van een nieuw natuurgebied;
  • Bijdragen aan (ontwikkelings)beheer van bestaande (agrarische) natuurgebieden, waardoor de natuurwaarden structureel worden verhoogd.

4.3.2 Conclusie

In het compensatieplan is verkend welke mogelijkheden er zijn voor de bovengenoemde vormen van compensatie. Daarbij is gekeken naar de mogelijkheden in het plangebied, nabij het plangebied, binnen de gemeente Teylingen en de mogelijkheden binnen de provincie Zuid-Holland. De mogelijkheden zijn op hoofdlijn beoordeeld met betrekking tot de inhoudelijke bijdrage aan de compensatiedoelstelling (inpassing, aankoop, beheer) en de effectiviteit van de bijdrage (kosten, natuurwaarde).

Op basis van de verkenningen is geadviseerd de twee inpassingsmaatregelen in de woonwijk (te weten het realiseren van natuurvriendelijke oevers en het toepassen van kleinschalige voorzieningen) tezamen uit te voeren. Zodoende wordt de gehele inpassingsopgave afgedekt.

Met betrekking tot de compensatieopgave worden in het rapport de volgende conclusies getrokken:

  • Door ruimtebeslag en (na mitigatie) resterende verstoring gaat habitat van weidevogels van de Rode lijst verloren. Indien de inpassings- en mitigerende maatregelen worden getroffen dient 17,6 ha aan gelijkwaardig weidevogelgebied gecompenseerd te worden.
  • Voor het realiseren van deze compensatieopgave zijn meerdere alternatieven mogelijk. In overleg met het bevoegde gezag (provincie Zuid-Holland) is aankoop, inrichting en beheer van nieuw natuurgebied als meest duurzaam en (planologisch) meest zeker alternatief naar voren gekomen.
  • De compensatie kan worden gezocht in de gehele provincie Zuid-Holland, waarbij aangesloten dient te worden bij bestaande weidevogelgebieden van minimaal 130 tot 160 ha. Inrichting, grondwaterstand en het beheer dienen optimaal afgestemd te worden op de weidevogeldoelstelling.

Vervolgens zijn de hieronder beschreven aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen gelden als leidraad bij de nadere detaillering van het plangebied en de vervolgprocedures:

  • Werk de inpassings- en mitigerende maatregelen uit in het stedenbouwkundige plan voor de Vinex wijk en de wijkontsluitingsweg.
  • Stel in samenspraak met de (beoogde) beheerder een inrichtings- en beheerplan op voor het compensatiegebied voor weidevogelgebied. Vervolgens kan dit plan met het Bevoegd gezag (provincie Zuid-Holland) worden afgestemd, waarna het compensatiegebied planologisch kan worden begrensd.
  • Actualiseer het natuuronderzoek ruim twee jaar voordat de plannen voor de Vinex-wijk en wijkontsluitingsweg tot uitvoering gaan komen. Dit onderzoek is noodzakelijk voor het beoordelen van de risico's vanuit de Flora- en faunawet en het starten van een mogelijk noodzakelijke ontheffingsprocedure. De actualisatie kan ondermeer uitwijzen of de aanwezigheid van de Rugstreeppad nog steeds kan worden uitgesloten. Indien tijdens dit onderzoek wordt vastgesteld dat er juridisch zwaarder beschermde soorten in het plangebied voorkomen, en voor deze soorten verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden kunnen worden, dan is het noodzakelijk om een ontheffingsprocedure te starten bij het ministerie van LNV.
  • Bij de uitvoering van de werkzaamheden is het noodzakelijk om zorgvuldig om te gaan met aanwezige natuurwaarden. Broedende vogels mogen bijvoorbeeld niet verstoord worden, ontheffing is hiervoor niet mogelijk. Stel naar aanleiding van de actualisatie van het natuuronderzoek een ecologisch werkprotocol op, waarin wordt uitgewerkt hoe zorgvuldig wordt omgegaan met de aanwezige natuurwaarden tijdens de uitvoering van de werkzaamheden, zodat de aannemer hier rekening mee kan houden.