Plan: | Hooghkamer 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1525.BP2010VHT07001-0401 |
Voor de compenserende maatregelen die als gevolg van de planontwikkeling nodig zijn is een compensatieplan opgesteld9, die is opgenomen in de bijlagenmap bij dit bestemmingsplan. De Flora- en faunawet richt zich op de bescherming van wilde inheemse plant- en diersoorten. In de wet is onder meer bepaald dat beschermde dieren niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden en beschermde planten niet geplukt, uitgestoken of verzameld (algemene verbodsbepalingen, artikelen 8 t/m 13, zie bijlage 2). Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor alle in het wild levende planten en dieren (algemene zorgplicht, artikel 2). Daarnaast is het niet toegestaan om de directe leefomgeving van soorten, waaronder nesten en holen, te beschadigen, te vernielen of te verstoren.
In het plangebied komen enkele soorten voor die op grond van de Flora- en faunawet worden beschermd. In onderstaande tabel staan de waargenomen soorten, hun beschermingsstatus en het gebied waar ze zijn waargenomen. In de tabel worden uitsluitend de juridisch zwaarder beschermde soorten genoemd (tabel 2 en tabel 3 AMvB Flora- en faunawet), daarnaast worden vogels met jaarrond beschermde nesten benoemd.
Soortnaam | Hooghkamer | Ontsluitingsweg | Omgeving | Beschermingsstatus |
Zoogdieren | ||||
Gewone dwergvleermuis | nee | nee | ja | Tabel 3 |
Meervleermuis | ja | ja | ja | Tabel 3 |
Broedvogels* | ||||
Huiszwaluw | ja | ja | ja | categorie 5 |
Boerenzwaluw | ja | ja | ja | categorie 5 |
Groene specht | nee | nee | mogelijk | categorie 5 |
Huismus | nee | nee | ja | categorie 2 |
Ransuil | nee | nee | mogelijk | categorie 4 |
Vissen | ||||
Kleine modderkruiper | ja | ja | ja | Tabel 2 |
* Van de (mogelijk) aanwezige broedvogels hebben de Huismus en de Ransuil jaarrond beschermde nesten. Voor soorten van categorie 5 is de inventarisatie gewenst, maar de nesten zijn buiten de broedtijd niet beschermd.
Voor deze soorten en soortgroepen is een toetsing aan de Flora- en faunawet uitgevoerd10. Uit deze toetsing kwamen in hoofdlijn de volgende aanbevelingen aan de orde:
In het compensatieplan wordt ingegaan op de derde aanbeveling (compensatie). Voor de (uitwerking van) de eerste twee aanbevelingen (mitigatie, ontheffingsaanvraag) wordt verwezen naar de betreffende toetsingen. Compensatie heeft betrekking op "ruimtebeslag" en "verstoring" als gevolg van de planontwikkeling.
Ruimtebeslag
In het compensatieplan wordt aangegeven voor welke soorten van de Rode lijst en Flora- en faunawet habitat verloren gaat door ruimtebeslag. Indien van toepassing is aangegeven hoeveel oppervlak aan geschikt habitat verloren gaat, uitgesplitst in de Vinex-wijk en de ontsluitingsweg. Hieruit komt naar voren dat voor een groot aantal soorten inpassingsmaatregelen kunnen worden genomen in de nieuwe woonwijk, zodat het leefgebied van de soorten behouden blijft. Het totaal aan inpassingsmaatregelen kan de "inpassingsopgave" worden genoemd. Voor soorten van open gebieden, waaronder weidevogels, is sprake van een ruimtebeslag van in totaal 10,3 ha waarvoor buiten het plangebied ruimte gevonden dient te worden voor nieuw leefgebied.
Verstoring
Naast het ruimtebeslag van de ontwikkeling van de Vinex-wijk en de ontsluitingsweg heeft de ontwikkeling een verstorende werking op het omliggende gebied, door de aanwezigheid van geluid, beweging, gebouwen, bomen en mensen. Niet alle soorten zijn hiervoor even gevoelig. Over het algemeen zijn vogels hiervoor het gevoeligst en in dit geval vooral de weidevogels, zoals de Grutto en Tureluur. Goede weidevogelgebieden worden gekenmerkt door open landschappen waarbij verstoringsbronnen als wegen, gebouwen en boomgroepen een gering oppervlak bezitten. In de huidige situatie is er voor de weidevogels verstoring aanwezig in de polder Boekhorst door de aanwezigheid van de randzone in het zuiden en het zuidoosten. Deze rand met verstoring wordt gemeden door weidevogels en de meeste nesten zijn in het midden van de polder te vinden. Door de aanleg van de woonwijk schuift deze verstorende rand op.
De verstoring door de nieuwe ontwikkeling van de Vinex-wijk en de ontsluitingsweg hebben effect op de volgende Rodelijst-soorten; Grutto, Tureluur, Veldleeuwerik, Slobeend, Patrijs, Visdief en Graspieper. De ontwikkeling van de woonwijk heeft een veel minder groot effect op de Rodelijst-soorten;, Huiszwaluw, Boerenzwaluw, Groene specht, Ransuil en Huismus. Deze soorten kunnen prima in de nabijheid van menselijke activiteiten broeden en foerageren. Derhalve is verstoring voor deze soorten niet verder uitgewerkt.
Bij de bepaling van de verstoorde zone gaat het om de bepaling van de maatgevende verstoringscontour. Daarbij wordt gekeken welk type verstoring het verst reikt, en in welke mate het gebied wordt beïnvloedt. Op basis van de maatgevende verstoring wordt het oppervlak van het verstoorde gebied in beeld gebracht. De onderzochte verstoringen zijn: geluidscontour van de wijkontsluitingsweg en verlies aan openheid en rust (gebouwen, bomen en beweging).
Verstoring kan worden beperkt door mitigerende maatregelen te nemen, dit zijn maatregelen die de effecten van de verstoring verzachten. In het compensatieplan zijn de volgende mitigerende maatregelen genoemd: geen bomen plaatsen langs de wijkontsluitingsweg, het toepassen van speciale verlichtingsarmaturen en het plaatsen van heggen langs de weg.
Op grond van het onderzoek bedraagt de totale compensatiedoelstelling maximaal 24,8 hectare (zonder mitigatie) en minimaal 17,6 hectare (met volledige mitigatie als hierboven aangegeven). Bij deze becijfering is de Grutto maatgevend voor het totale oppervlak. Naar verwachting kunnen minder kritische soorten meeliften bij de compensatie voor deze soorten. De compensatiedoelstelling kan als volgt worden uitgesplitst:
Ontsluitingweg | Woonwijk | Totaal | |
Ruimtebeslag | 2,0 ha | 8,3 ha | 10,3 ha |
Verstoring | 7,3 (mitigatie) - 14,5 ha (zonder mitigatie) | minimaal 7,3 ha, maximaal 14,5 ha | |
Totaal | minimaal 17,6 ha, maximaal 24,8 ha |
De totale compensatiedoelstelling kan in hoofdlijn op drie manieren worden verwezenlijkt:
In het compensatieplan is verkend welke mogelijkheden er zijn voor de bovengenoemde vormen van compensatie. Daarbij is gekeken naar de mogelijkheden in het plangebied, nabij het plangebied, binnen de gemeente Teylingen en de mogelijkheden binnen de provincie Zuid-Holland. De mogelijkheden zijn op hoofdlijn beoordeeld met betrekking tot de inhoudelijke bijdrage aan de compensatiedoelstelling (inpassing, aankoop, beheer) en de effectiviteit van de bijdrage (kosten, natuurwaarde).
Op basis van de verkenningen is geadviseerd de twee inpassingsmaatregelen in de woonwijk (te weten het realiseren van natuurvriendelijke oevers en het toepassen van kleinschalige voorzieningen) tezamen uit te voeren. Zodoende wordt de gehele inpassingsopgave afgedekt.
Met betrekking tot de compensatieopgave worden in het rapport de volgende conclusies getrokken:
Vervolgens zijn de hieronder beschreven aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen gelden als leidraad bij de nadere detaillering van het plangebied en de vervolgprocedures: