12.2 Uitwerkingsregels
12.2.1 Uitwerkingsregels - algemeen
Burgemeester en wethouders werken het plan uit met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, lid b van de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming van de uitwerkingsregels in 12.2.2 t/m 12.2.9, met dien verstande dat:
-
a. in totaal in samenhang met het aantal woningen dat op basis van 9.2.1, onder f, 10.2.1, onder e en 11.2.1, onder c wordt gerealiseerd, niet meer dan 850 woningen mogen worden geprojecteerd;
-
b. het totaal van de te projecteren sociale huur- en koopwoningen bedraagt niet minder dan 30% van het onder a genoemde aantal woningen;
-
c. de uitwerking vindt plaats met inachtneming van de beperkingen die voortvloeien uit de Wet geluidhinder, hetgeen betekent dat woningen en andere geluidgevoelige objecten mogen worden geprojecteerd, indien:
-
1. uit akoestische berekeningen blijkt dat wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde, dan wel;
-
2. burgemeester en wethouders hogere waarden als bedoeld in de Wet geluidhinder hebben vastgesteld of hebben laten vaststellen, dan wel;
-
3. de woningen worden uitgerust met een permanent geluiddichte gevel.
12.2.2 Uitwerkingsregels - deelgebied 1
Binnen het gebied met de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - 1" gelden de volgende uitwerkingsregels:
-
a. het te projecteren aantal woningen bedraagt maximaal 90;
-
b. het percentage sociale huurwoningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 4% en maximaal 5% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
-
c. het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 0,3% en maximaal 1% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen.
12.2.3 Uitwerkingsregels - deelgebied 2
Binnen het gebied met de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - 2" gelden de volgende uitwerkingsregels:
-
a. het te projecteren aantal woningen bedraagt maximaal 143;
-
b. het percentage sociale huurwoningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 2% en maximaal 3% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
-
c. het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 0,3% en maximaal 1% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen.
-
d. de uitwerking omvat het projecteren van minimaal 2.200 m2 oppervlaktewater ten behoeve van de hoofdwaterstructuur.
12.2.4 Uitwerkingsregels - deelgebied 3
Binnen het gebied met de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - 3" gelden de volgende uitwerkingsregels:
-
a. het te projecteren aantal woningen bedraagt maximaal 95;
-
b. het percentage sociale huurwoningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 1% en maximaal 2% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
-
c. het percentage sociale koopwoningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 0,5% en maximaal 1% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
-
d. het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 0,2% en maximaal 1% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
-
e. de uitwerking omvat het projecteren van minimaal 540 m2 oppervlaktewater ten behoeve van de hoofdwaterstructuur.
12.2.5 Uitwerkingsregels - deelgebied 4
Binnen het gebied met de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - 4" gelden de volgende uitwerkingsregels:
-
a. het te projecteren aantal woningen bedraagt maximaal 25;
-
b. de uitwerking omvat het projecteren van minimaal 48 m2 oppervlaktewater ten behoeve van de hoofdwaterstructuur.
12.2.6 Uitwerkingsregels - deelgebied 5
Binnen het gebied met de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - 5" gelden de volgende uitwerkingsregels:
-
a. het te projecteren aantal woningen bedraagt maximaal 146;
-
b. het percentage sociale huurwoningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 9% en maximaal 10% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
-
c. het percentage sociale koopwoningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 2% en maximaal 3% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
-
d. het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 0,5% en maximaal 1% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
-
e. ten behoeve van maatschappelijke en culturele voorzieningen mogen voorzieningen worden gerealiseerd met een maximaal oppervlak van 1.195 m2.
12.2.7 Uitwerkingsregels - deelgebied 6
Binnen het gebied met de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - 6" gelden de volgende uitwerkingsregels:
-
a. het te projecteren aantal woningen bedraagt maximaal 26;
-
b. het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 0,5% en maximaal 1% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen.
12.2.8 Uitwerkingsregels - deelgebied 7
Binnen het gebied met de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - 7" gelden de volgende uitwerkingsregels:
-
a. het te projecteren aantal woningen bedraagt maximaal 216;
-
b. het percentage sociale huurwoningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 3% en maximaal 4% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
-
c. het percentage sociale koopwoningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 3% en maximaal 4% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
-
d. het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 1% en maximaal 2% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
-
e. conform het bepaalde in 15.2 kunnen binnen het gebied dat is aangegeven met de aanduiding “geluidzone” geen woningen worden geprojecteerd, tenzij kan worden aangetoond dat voldaan wordt aan de normering van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit.
12.2.9 Uitwerkingsregels - deelgebied 8
Binnen het gebied met de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - 8" gelden de volgende uitwerkingsregels:
-
a. het te projecteren aantal woningen bedraagt maximaal 21;
-
b. conform het bepaalde in 15.2 kunnen binnen het gebied dat is aangegeven met de aanduiding “geluidzone” geen woningen worden geprojecteerd, tenzij kan worden aangetoond dat voldaan wordt aan de normering van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit.
12.2.10 Aanvullende uitwerkingsregels cluster van deelgebieden 1 t/m 3
Met inachtneming van het bepaalde in 12.2.12, mag in afwijking van het bepaalde in:
worden afgeweken van het aantal woningen per deelgebied, ten behoeve van een uitwisseling van de te projecteren woningen per cluster van deelgebieden.
12.2.11 Aanvullende uitwerkingsregels cluster van deelgebieden 4 t/m 8
Met inachtneming van het bepaalde in 12.2.12, mag in afwijking van het bepaalde in:
worden afgeweken van het aantal woningen per deelgebied, ten behoeve van een uitwisseling van de te projecteren woningen per cluster van deelgebieden.
12.2.12 Toepassing aanvullende uitwerkingsregels
Toepassing van de aanvullende uitwerkingsregels als bedoeld in 12.2.10 en 12.2.11 is slechts mogelijk voor zover dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien verstande dat:
-
a. het maximaal aantal woningen binnen de clusters van deelgebieden niet wordt overschreden;
-
b. de percentages voor sociale huur- en koopwoningen, alsmede particulier opdrachtgeverschap binnen de clusters van deelgebieden gehandhaafd blijven;
-
c. de uitwerkingsmogelijkheden voor aangrenzende gronden binnen de deelgebieden niet worden beperkt.
12.3 Bouwregels
Zolang en voor zover een uitwerkingsplan, als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, sub b van de Wet ruimtelijke ordening, niet in werking is getreden, is het verboden gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en andere werken te realiseren ten behoeve van de in 12.1 bedoelde doeleinden.
12.4 Wijzigingsbevoegdheid
12.4.1 Wijziging maximaal aantal woningen
Burgemeester en wethouders zijn op basis van artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de uitwerkingsregel uit 12.2.1, onder a te wijzigen, zodat in totaal in samenhang met het aantal woningen dat op basis van 9.2.1, onder f, 10.2.1, onder e en 11.2.1, onder c wordt gerealiseerd, niet meer dan 900 woningen mogen worden geprojecteerd.
12.4.2 Toepassing wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders passen de bevoegdheid uit 12.4.1 is slechts toe voor zover dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien verstande dat:
-
a. de woningmarkttechnische noodzaak kan worden aangetoond;
-
b. de percentages voor sociale huur- en koopwoningen, alsmede particulier opdrachtgeverschap binnen de clusters van deelgebieden, als bedoeld in 12.2.10 en 12.2.11, gehandhaafd blijven;
-
c. de uitwerkingsmogelijkheden voor aangrenzende gronden binnen de deelgebieden niet worden beperkt;
-
d. de gemeenteraad zich heeft uitgesproken over de motivering van de onder a t/m c genoemde aspecten.