Plan: | Bedrijventerreinen Teylingen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1525.BP2010TEY02003-0401 |
De natuur in Nederland wordt beschermd vanuit twee invalshoeken: bescherming van gebieden en bescherming van soorten. De gebiedsbescherming is geregeld via de Natuurbeschermingswet (landelijk) en het Streekplan (provinciaal). De soortbescherming is geregeld door middel van de Flora- en Faunawet (landelijk). Naast voornoemde wetgevingen is in de provincie Zuid-Holland het compensatiebeginsel van toepassing: als er handelingen plaatsvinden die schadelijk zijn voor gebieden met hoge natuurwaarden of voor soorten welke zijn vermeld op de Rode lijst moet er gecompenseerd worden.
Ten behoeve van dit nieuwe bestemmingsplan is een bureaustudie en een veldbezoek uitgevoerd (Grontmij, 17 september 2009). Op basis van de beschikbare gegevens en het veldbezoek zijn aanwezige natuurwaarden in beeld gebracht. Alle deelgebieden bestaan uit industrieterreinen, welke grotendeels verhard zijn op enkele grasvelden, struiken en bomen na. Ook liggen er watergangen in de deelgebieden, veelal parallel aan de weg in de bermen. Daarnaast bestaat bedrijventerrein Rijksstraatweg voor een deel uit weilanden, tuinen, woonhuizen en grote loodsen. Bij de Industriekade is tijdens het veldbezoek tevens een deel braakliggend terrein aangetroffen.
Op circa 4,3 km afstand van bedrijventerrein Voorhout ligt het dichtstbijzijnde natuurbeschermingswetgebied: Coepelduynen, dat is aangewezen als Habitatrichtlijngebied. Variërend van 350 tot 1.400 meter ligt de PEHS verwijderd van de verschillende bedrijventerreinen.
Afbeelding 4.6: globale ligging deelgebieden ten opzichte van Natuurbeschermingswetgebied (blauw geblokt), PEHS (groen) en ecologische verbindingszones (paars).
In alle deelgebieden vormen de struiken geschikt habitat voor verschillende algemene zoogdiersoorten aanwezig, zoals onder andere egel en veldmuis (tabel 1 Flora- en Faunawet). Doordat de gebieden intensief gebruikt worden door (vracht)verkeer en doordat de terreinen grotendeels verhard zijn, is geen habitat aangetroffen voor andere beschermde grondgebonden zoogdiersoorten. Daarnaast bieden de struiken en bomen in en rondom de deelgebieden geschikt broedhabitat voor algemeen voorkomende vogelsoorten zoals de merel en koolmees. Rondom watergangen kunnen soorten broeden zoals wilde eend en meerkoet. Mogelijk is wel geschikt habitat aangetroffen in de watergangen en struiken voor enkele algemene soorten amfibieën, zoals de gewone pad en bruine kikker. Daarnaast is bekend dat de rugstreeppad (tabel 3 en Rode lijst) in Teylingen voor kan komen. Op geen van de deelgebieden is geschikt habitat aangetroffen voor beschermde soorten reptielen. In geen van de plangebieden is geschikt habitat aangetroffen voor beschermde soorten ongewervelden. De flora bestaat uit aangeplante planten, struiken en/of bomen en verwilderde algemeen voorkomende soorten. De watergangen zijn voorzien van houten beschoeiing en oeverbeplanting is geheel afwezig of bestaat uit enkele plantensoorten zoals brandnetel en riet. Beschermde flora wordt hier niet verwacht, afgezien van enkele watergangen tussen de weilanden/tuinen waar de oeverbeplanting beter ontwikkeld is en mogelijk geschikt is voor de zwanenbloem. De watergangen in de deelplangebieden variëren in kwaliteit: beschermde vissoorten zijn bij overgroeide waterwegen met kroos en algen niet te verwachten, andere watergangen zijn mogelijk geschikt habitat voor beschermde vissoorten zoals de kleine modderkruiper (tabel 2) en bittervoorn (tabel 3 en Rode lijst). In sommige bomen zijn holtes aangetroffen. Deze holtes kunnen mogelijk geschikte verblijfplaatsen vormen voor vleermuizen of holenbroeders (vogels).
Bypass Akzo-terrein
In het onderzoeksrapport 'Quickscan flora en fauna, kruising N444-A44 te Oegstgeest' (Ecoconsultancy, 16 december 2009) is geconcludeerd dat de ingreep enkel mogelijk verstorende werking heeft op broedvogels en amfibieën, waarbij het weghalen van nestgelegenheden buiten het broedseizoen en de zorgplicht respectievelijk afdoende zijn om de verstoringen te mitigeren. Vooralsnog is op basis van het uitgevoerde onderzoek geen belemmeringen te verwachten op het gebied van ecologie.
Horecavoorziening nabij station Sassenheim
Op basis van beschikbare gegevens en een terreinbezoek op 29 november 2010 is geconcludeerd dat in het gebied mogelijk enkele beschermde soorten voorkomen en dat de werkzaamheden en nieuwe situatie effect hebben op deze soorten. Het gaat hierbij om de volgende soorten(groepen):
De belangrijkste te voorziene mitigerende maatregelen zijn: geen werkzaamheden uitvoeren in het broedseizoen (15 maart-15 juli) van vogels, het treffen van maatregelen om verstoring en vernietiging van rugstreeppadden bij het dempen van sloten of aanleggen van oevers te voorkomen en het respecteren van aanwezige lijnelementen nodig voor de oriëntatie van de vleermuizen door het behoud van bepaalde bomen of het terugplaatsen van nieuwe bomen.
In beide gevallen, via ontheffing of via mitigatie (benodigde maatregelen om de negatieve effecten voor de soorten terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau), kan worden gesteld dat naar verwachting de werkzaamheden zonder meer uitgevoerd kunnen gaan worden.
Het is van belang om bij de planning rekening te houden met de periode waarin veldwerk verricht kan worden en de periode waarin gewerkt kan worden mits er beschermde soorten aangetroffen worden.
De horecalocatie ligt niet in de in de invloedssfeer van een natuurbeschermingswetgebied. Verdere procedures in dit kader zijn niet noodzakelijk. De werkzaamheden zullen geen effect hebben op EHS gebied. Verdere procedures in dit kader zijn niet noodzakelijk.
Hoek Rijksstraatweg/Warmonderweg (locatie Stol)
Deze locatie ligt niet in of in de nabije omgeving van een Natura 2000-gebied, beschermd natuurmonument of een EHS-gebied. Nadere toetsing aan de Natuurbeschermingswet en het provinciaal beleid ten aanzien van de EHS (inclusief het beleid ten aanzien van Rode en Oranje lijstsoorten binnen de EHS) is derhalve niet noodzakelijk. Voor de ingreep hoeft geen vergunning aangevraagd te worden op grond van de Natuurbeschermingswet.
In en vooral langs de randen van het plangebied (in de heg, de struiken en de boom) kunnen algemeen voorkomende vogelsoorten als meerkoet, nijlgans, knobbelzwaan, ekster, koolmees, merel en houtduif broeden. Broedende vogels mogen op grond van de Flora- en Faunawet niet worden verstoord. De werkzaamheden dienen daarom bij voorkeur buiten het broedseizoen van vogels te worden uitgevoerd.
Het buiten het broedseizoen (15 maart – 15 juli) ongeschikt maken voor broedvogels van (een deel van) het plangebied door het verwijderen van heggen, struiken en de boom is een mogelijkheid om de werkzaamheden toch in het broedseizoen te kunnen uitvoeren. Hierbij moet uiteraard wel rekening gehouden worden met omgevingsvergunning voor de activiteit kappen en eventuele andere gemeentelijke voorschriften.
Conclusie
Vastgesteld is dat het voorliggende bestemmingsplan in de directe omgeving van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur en/of ecologische verbindingszones ligt en dat in verschillende onderscheidende deelgebieden habitat is aangetroffen voor beschermde soorten. Wanneer werkzaamheden zullen gaan plaatsvinden, dient voorafgaand hieraan onderzoek te worden uitgevoerd of daadwerkelijk beschermde soorten voorkomen in de deelgebieden en dienen mogelijk mitigerende en/of compenserende maatregelen opgesteld te worden en/of een ontheffing te worden aangevraagd. Ook dient onderzocht te worden of de werkzaamheden en nieuwe situatie effect hebben op nabij gelegen PEHS gebieden of ecologische verbindingszones.
De ecologische verbindingszone langs de Dinsdagse Watering is bestemd als 'Groen' met een dubbelbestemming voor 'Waarde-Ecologie'. Nieuwe ontwikkelingen en ingrepen moeten worden getoetst aan deze bestemmingen voordat ze gerealiseerd kunnen gaan worden.
Voor de onderzochte locaties (Bypass, Kantoorontwikkeling Stol, en de horecalocatie nabij station Sassenheim) geldt dat vanuit het oogpunt van flora en fauna geen belemmeringen zijn voor de ontwikkeling van deze locaties.