direct naar inhoud van Artikel 15 Natuur
Plan: DRU Industriepark Ulft
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000110-VA01

Artikel 15 Natuur

15.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  • b. bos en natuurgebieden;
  • c. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurwaarden;
  • d. (watergebonden) extensief (dag) recreatief medegebruik;
  • e. agrarisch gebruik gericht op natuurbeheer;
  • f. wegen en paden;
  • g. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • h. straatmeubilair en nutsvoorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Op of in deze gronden zijn uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' aanlegsteigers en pontons met een maximale bouwhoogte van 1 m toegestaan ten behoeve van (watergebonden) extensief (dag) recreatief medegebruik.

15.3 Afwijken van de bouwregels
15.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.2 voor het toestaan van gebouwen. De afwijking wordt toegepast onder de voorwaarden dat:

  • a. de oppervlakte van het perceel natuur minimaal 2 hectare bedraagt;
  • b. de goothoogte maximaal 2 meter bedraagt;
  • c. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt;
  • d. het bebouwde oppervlak per bestemmingsvlak voor gebouwen maximaal 25 m2 bedraagt.
15.3.2

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.2 voor het toestaan van bouwwerken geen gebouwen zijnde. De afwijking wordt toegepast onder de voorwaarden dat:

  • a. de oppervlakte van het bosperceel minimaal 2 hectare bedraagt;
  • b. de bouwhoogte maximaal 1,50 meter bedraagt;
  • c. het bebouwde oppervlak per bestemmingsvlak voor bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 25 m2 bedraagt.
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de onderstaande werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren.

15.4.1 Op alle gronden
  • a. het egaliseren van gronden;
  • b. het bebossen van gronden;
  • c. het vellen en rooien van houtgewas;
  • d. het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • e. het aanleggen van watergangen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande watergangen en vijvers.
15.4.2 Beoordelingskader

Een omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde of van werkzaamheden kan slechts worden verleend indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen niet blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuur- en/of landschappelijke waarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

15.4.3 Uitzonderingen

Het in 15.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken of werkzaamheden:

  • a. werken of werkzaamheden die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. werken of werkzaamheden die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning.