direct naar inhoud van 3.2 Ecologie
Plan: Lelystad - locatie Waterwijzer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00048-VG01

3.2 Ecologie

Bij het aspect ecologie gaat het om het maken van een afweging van de ontwikkeling in het plangebied ten opzichte van beschermde (natuur)gebieden en soorten.

Beschermde gebieden

In het plangebied is geen sprake van beschermde natuurgebieden. In de wijdere omgeving zijn wel verschillende beschermde natuurgebieden aanwezig. In eerste instantie zijn dit het Natura 2000-gebied IJsselmeer, Markermeer en IJmeer en Oostvaardersplassen. Daarnaast zijn verschillende gebieden in de omgeving aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur. De aanwezigheid van deze beschermde natuurgebieden leveren geen belemmeringen en beperkingen op voor dit bestemmingsplan. Door dit bestemmingsplan vindt in feite een wijziging van bestaand stedelijk gebied plaats. De afstand tot de genoemde gebieden is bovendien relatief groot; ten minste 2 kilometer. De invloed van de ontwikkeling op de genoemde gebieden is daarom klein. De regelgeving van beschermde natuurgebieden is opgenomen in de Natuurbeschermingswet. De beleidsuitgangspunten voor Ecologische Hoofdstructuur staan beschreven in rijks- en provinciaal beleid.

Beschermde soorten

De eventuele aanwezigheid van beschermde soorten is in het plangebied niet uit te sluiten. De mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten moet onderzocht worden. Dit onderzoek (quickscan) heeft in maart 2011 plaatsgevonden en is bijgevoegd in de bijlagen bij deze toelichting. De regelgeving rond de bescherming van soorten is opgenomen in de Flora- en faunawet. In de bijlagen bij deze toelichting staat meer achtergrondinformatie over dit aspect.

Quickscan en vleermuizenonderzoek

Uit de quickscan blijkt dat in het plangebied geen beschermde plantensoorten aangetroffen zijn. Wel zijn aanbevelingen gedaan voor het behoud van bomen met een relatief goede kwaliteit. Daarnaast wordt de aanwezigheid van beschermde diersoorten gering geschat, met uitzondering van vleermuizen. Het gebied is mogelijk leefgebied van vleermuizen. Wanneer deze aanwezig waren, dan was dit vooral in het toen nog bestaande gebouw.

Voor de vleermuizen is in augustus 2011 een aanvullend onderzoek uitgevoerd. Daarbij is uitgezocht of en in welke mate vleermuizen aanwezig zijn in de toen nog bestaande bebouwing. Uit dit vervolgonderzoek blijkt dat het plangebied door de (gewone dwerg)vleermuis maar beperkt wordt gebruikt als foerageergebied. Daarnaast is bewijs voor huisvesting van vleermuizen in het gebouw niet aangetroffen. De sloop van het gebouw schaadt de vleermuizen niet. Het gebouw is inmiddels gesloopt.