Plan: | Lelystad - locatie Waterwijzer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.BP00048-VG01 |
Voor een eerste indicatie van de mate van hinder van de milieuaspecten op het plangebied, geeft de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" uitsluitsel. Mede naar aanleiding daarvan worden de aspecten geur en geluid beschreven.
Voor besluiten en plannen die ontwikkelingen bevatten, die (mogelijk) belangrijke negatieve gevolgen voor het milieu kunnen hebben, geldt de plicht voor het opstellen van een milieueffectrapportage. Op die manier krijgt milieu een volwaardige rol in de afweging van belangen. De drempelwaarden voor projecten waarbij deze verplichting aan de orde is, zijn vastgelegd in het Besluit m.e.r.
Bij dit bestemmingsplan hoeft geen milieueffectrapportage opgesteld te worden. De ontwikkelingen die in dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt liggen (individueel en cumulatief) onder de drempelwaarden zoals die genoemd zijn in het Besluit m.e.r.
In het plangebied is geen sprake van bedrijvigheid. Wel worden woningen gerealiseerd die hinder kunnen ondervinden van bedrijvigheid in het omliggende gebied. Aan de noord-, west- en zuidzijde van het plangebied liggen woonbuurten, waarbij in principe geen sprake is van bedrijvigheid. Wel kan bedrijvigheid-aan-huis voorkomen, maar dit is goed verenigbaar met een woonwijk. Oostelijk van het plangebied zijn in het Lelycentre kantoren toegestaan, zoals aangegeven in het bestemmingsplan Atolwijk - Zuiderzeewijk. Kantoren hebben over het algemeen een milieucategorie 1, met een richtafstand voor geluidhinder van 10 meter. De gewenste woningbouw komt op een grotere afstand dan deze 10 meter van die kantoren af, hinder van bedrijvigheid is daarom in principe uit te sluiten.
De achtergrondinformatie (voor de hele Atolwijk, Lelycentre en Zuiderzeewijk) hiervoor is te vinden in de bijlagen bij deze toelichting, de bedrijvenlijst bij de regels van dit bestemmingsplan en het door VNG uitgegeven Bedrijven en milieuzonering 2009.
Het aspect geur levert in en rond het plangebied geen belemmeringen op. Zoals in 3.1.2 is vanuit de omliggende bebouwing geen hinder te verwachten op de nieuwe woningen. Dit heeft te maken met de aard en schaal van mogelijk aanwezige bedrijvigheid.
Het aspect geluid is op te delen in verschillende soorten. Voor dit bestemmingsplan kunnen alleen het wegverkeerslawaai en het spoorweglawaai belemmeringen en beperkingen opleveren. De Wet geluidhinder is het wettelijk toetsingskader voor deze vormen van geluid.
Wegverkeerslawaai
Aan de west- en zuidzijde van het plangebied zijn wegen aanwezig die een wettelijke zone hebben. Het gaat daarbij om de Polderdreef en Zuigerplasdreef waar een maximumsnelheid van 50 km/uur toegestaan is. De zone rond de Polderdreef en Zuigerplasdreef bedraagt 350 meter, omdat de wegen bestaan uit 3 rijstroken of meer. De in de Wet geluidhinder opgenomen zones rond deze wegen zijn onderzoekszones. Dit betekent dat bij de nieuwe ontwikkelingen de geluidbelasting van de genoemde wegen moet worden onderzocht.
De overige wegen in en rond het plangebied vallen onder een 30 km/uur-zone. Hiervoor zijn in de Wet geluidhinder geen zones opgenomen. Daarmee wordt aangegeven dat de geluidbelasting van dergelijke wegen op geluidgevoelige objecten, zoals woningen, acceptabel is.
Geluidsonderzoek wegverkeerslawaai
Een geluidsonderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden in het kader van de ontwikkeling van de hele locatie van de voormalige Waterwijzer. Het onderzoeksrapport is bijgevoegd in de bijlagen van deze toelichting.
Uit het onderzoek blijkt dat de gewenste ontwikkeling in het plangebied kan plaatsvinden, maar dat daarvoor wel een hogere grenswaarde moet worden verleend. Daarnaast is het van belang dat de woningen voorzien worden van voldoende gevelisolatie, zodat het geluidsniveau in de woning niet te hoog wordt.
Spoorweglawaai
Over de spoorweg Almere - Lelystad - Dronten vindt vooral personenvervoer plaats. Rond een dergelijke spoorlijn is een wettelijke zone van toepassing. Wettelijk is bepaald dat deze 500 meter vanaf het spoor is. Het plangebied ligt daarbinnen. Net als bij wegverkeerslawaai betreft het een onderzoekszone. Voor de ontwikkeling van de Hanzelijn is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Uit dat onderzoek blijkt dat na toepassing van bronmaatregelen de geluidbelasting ter plaatse van een aantal geluidgevoelige bestemmingen op een aantal plaatsen de
voorkeursgrenswaarde van 57 dB(A) wordt overschreden. Dit is echter niet op het plangebied van toepassing. Bovendien wordt ingezet door middel van het plaatsen van geluidschermen de genoemde overschrijding terug te brengen.
Het bestemmingsplan maakt de bouw van nieuwe woningen mogelijk. Het is van belang om voorafgaand aan de vergunningverlening voor die woningen in beeld te hebben wat de kwaliteit van de bodem onder die woningen is. Daarbij moet aangetoond worden dat de bodem voldoende schoon is, zodat gevaar voor de volksgezondheid wordt voorkomen. Voor de ontwikkeling in het plangebied is daarom een bodemonderzoek uitgevoerd, dit is opgenomen in de.
Bodemonderzoek
Uit het onderzoek blijkt dat het grond en grondwater voldoende kwaliteit hebben voor de in het plangebied gewenste ontwikkelingen. De aanwezige lichte verontreiniging van de grond overschreidt geen grenswaarden en is daarom niet verontrustend. Het grondwater is niet verontreinigd. Het asfalt in het plangebied is bovendien niet teerhoudend. Verder onderzoek is om bovenstaande resultaten niet nodig. De grond die vrijkomt in het plangebied kan voor de gewenste ontwikkeling in het plangebied weer gebruikt worden.
Ook de strook tussen de Polderdreef en de Waterwijzer is onderzocht (2012), dit is opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting. Dit onderzoek is uitgevoerd om een vergunning te kunnen verlenen voor de inrichting van dat deel van het plangebied. Uit het onderzoek blijkt dat de locatie niet geheel onverdacht is, door aangetroffen stoffen in het grondwater, waarbij de streefwaarden worden overschreden. De onderzoeksresultaten geven echter geen aanleiding om aanvullend of nader bodemonderzoek te adviseren. De vastgestelde milieuhygiënisch bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor de gewenste ontwikkeling in het plangebied. Bij afvoer van grond of verhardingsmaterialen van de locatie kan een aanvullend onderzoek worden verlangd.
Aanvullende informatie over het aspect bodem is te vinden op de website www.bodemloket.nl, bij de gemeente Lelystad en de provincie Flevoland. De regelgeving van het aspect bodem in ruimtelijke plannen is onder meer opgenomen in de Wet bodembescherming.
Voor de gemeente Lelystad geldt dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmeringen vormt. Dit geldt ook voor het plangebied. De verwachting is dat ook in de toekomst de belemmeringen met betrekking tot dit aspect uitblijven. In het plangebied worden dan wel nieuwe ontwikkelingen in mogelijk gemaakt, maar het gaat om een geringe toename van het aantal woningen. De ontwikkeling in het plangebied valt daarmee onder de Regelingen Niet in betekenende mate projecten. Daarmee wordt aangegeven dat de luchtkwaliteit niet in betekenende mate wijzigt door de realisatie van het plan. Een onderzoek naar luchtkwaliteit is niet nodig. Het aspect luchtkwaliteit is wettelijk verankerd in de Wet Milieubeheer. In de bijlagen bij deze toelichting staat meer achtergrondinformatie.