Plan: | Bedrijventerrein Flevopoort |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.BP00013-VG01 |
Vanuit gemeentelijk beleid zijn meerdere geldende beleidsstukken van belang voor het bestemmingsplan. De bedoelde beleidsstukken worden in deze paragraaf beschreven.
Het gemeentelijk beleid is verwoord in het Structuurplan Lelystad 2015. In het structuurplan wordt een aantal beleidsuitgangspunten beschreven die ook van belang voor Flevopoort zijn.
Het gemeentelijk economische beleid is er op gericht om voldoende werkgelegenheid voor de beroepsbevolking te behouden en tegelijkertijd een verdere groei van de werkgelegenheid te verkrijgen voor nieuwe bewoners. Om dit te bereiken zet Lelystad de komende jaren in op de sectoren industrie, handel, vervoer en communicatie en de zakelijke dienstverlening. Daarbij vormt de ontwikkeling van kennisintensieve werkgelegenheid een belangrijke rol. Het betreft hier zowel de zakelijke dienstverlening als de inzet op een industrieel logistiek profiel voor de reguliere bedrijventerreinen (werkeilanden). Volgens het Structuurplan moet het aantal werkeilanden voldoende zijn om het economische programma te kunnen realiseren.
Het industrieel-logistiek profiel krijgt vooral vorm op de werkeilanden Oostervaart(-Oost), Flevopoort en Larserpoort. Specifiek voor het werkeiland Flevopoort wordt in het Structuurplan gesteld dat dit bedrijventerrein als hoogwaardig, representatief en modern gebied verder wordt ontwikkeld in de sectoren industrie, handel, logistiek en transport. Ook de bedrijvigheid in de sectoren communicatie en zakelijke dienstverlening past in het profiel. Combinatie met specifieke retail is aan de orde. Vanwege de strategische ligging langs de A6 biedt dit werkeiland goede zichtlocaties voor bedrijven en retail met een hoogwaardige uitstraling.
Verder wordt in het Structuurplan een aantal algemene speerpunten van beleid ter verbetering van de economische positie van Lelystad benoemd. De volgende speerpunten zijn ook voor Flevopoort van belang:
Speerpunt 3: Logistiek Lelystad
De speerpunten zijn het creëren van hoogwaardige werkgelegenheid, het reduceren van de pendel in Flevoland en het bieden van ruimte voor werkfuncties die veel ruimte vergen. Tot 2015 kan dit profiel in belangrijke mate vorm worden gegeven op de werkeilanden Larserpoort, Flevopoort en Oostervaart (-Oost).
Speerpunt 8: Informatie en communicatietechnologie (ICT)
Voor ICT wordt als beleidsdoelstelling voorgesteld dat op termijn heel Lelystad aangesloten is op een goede infrastructuur. Er wordt gestart met de aanleg van een goede infrastructuur op de bestaande en nieuwe bedrijventerreinen (Larserpoort, Flevopoort, Oostervaart(-Oost) en Noordersluis) en met de aanleg van een (ondergrondse) infrastructuur in Warande (Lelystad-Zuid).
Eén van de uitgangspunten van het milieubeleid is dat de milieubelangen volledig en in een zo vroeg mogelijk stadium in de ruimtelijke ordening worden meegenomen. Voor dit bestemmingsplan zijn de volgende zaken van belang:
Bedrijvigheid:
De gemeente streeft er naar de milieukwaliteit te handhaven of te verbeteren. Door middel van het toepassen van inwaartse integrale milieuzonering (IIMZ) worden bedrijven gevestigd op voldoende afstand van woonbebouwing.
Bodem:
Bij de herziening van bestemmingsplannen moet over de bodemgesteldheid worden gerapporteerd. In de meeste gevallen kan worden volstaan met een historisch onderzoek.
Afvalwater:
Het beleid is gericht op het voorkomen van verontreiniging van grond- en oppervlaktewater. De gemeente hanteert als uitgangspunt dat in nieuw te ontwikkelen locaties een gescheiden rioleringssysteem aangelegd wordt.
Bouwen en wonen:
Bij het opstellen van stedenbouwkundige plannen en bij het bouwen en beheren van gebouwen wordt uitgegaan van 'duurzaamheid'. Hergebruik van secundaire afvalstoffen en de toepassing van duurzame materialen moet worden gestimuleerd.
Energie:
In stedenbouwkundige plannen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een zongerichte verkaveling en het toepassen van duurzame energie.
De Gemeentelijke Visie Vestigingsbeleid (GVV) biedt inzicht in de manier waarop de gemeente invulling geeft aan de bestaande en toekomstige werklocaties en het beleid waarmee dit gepaard gaat. Eén van deze locaties betreft het bedrijventerrein Flevopoort. Flevopoort is het jongste bedrijventerrein van Lelystad en beschikt over een hoogwaardige en representatieve inrichting. Het Flevopoort-terrein ligt tegenover het bedrijventerrein Larserpoort direct aan de A6.
Flevopoort heeft een uitgeefbare oppervlakte van 83 ha, verdeeld over vijf clusters. De clustervorming maakt het mogelijk om de grondafname te laten variëren vanaf 1.000 m² tot meerdere hectares, zodat een breed spectrum aan bedrijven zich kan vestigen.
Voor de sectoren industrie, handel en dienstverlening is Flevopoort een aantrekkelijk bedrijventerrein. Tevens is de vestiging van kleinschalige woon-werklocaties mogelijk. De maximale milieubelasting varieert van niveau 1 tot en met niveau 4.1, afhankelijk van het cluster waar men zich wil vestigen. Een deel van de clusters 1 en 2 kent een maximale kantoorhoudendheid van 30% met een oppervlaktemaximum.
Vooral de clusters 1 en 2 zullen de komende jaren nog volop ontwikkeld worden.
De factsheets in het GVV geven per bedrijventerrein schematisch weer welke voorwaarden er zijn. Het gaat specifiek om de volgende bijlagen:
Het doel van het vuurwerkverkoopbeleid is het reguleren van de vuurwerkverkooppunten binnen de gemeente Lelystad. Dit voor zover een hogere regelgeving hiervoor geen regels bevat.
In het beleid wordt uitgegaan van 12 verkooppunten, verspreidt over de stad (bij een inwonertal van 80.000). Naar verwachting zijn er niet meer dan 12 verkooppunten nodig om in de vuurwerkbehoefte te kunnen voorzien. Met het oog op de veiligheid is het ongewenst om voor meer verkooppunten te kiezen.
Voor het bedrijventerrein Flevopoort gaat het vuurwerkverkoopbeleid uit van één verkooppunt met een opslagcapaciteit tot 10.000 kg
De gemeente Lelystad heeft het beleid voor welstand in een Welstandsnota opgenomen. De drie belangrijkste doelstellingen van de welstandsnota geven nader inhoud aan de vereenvoudiging van het welstandstoezicht. De drie doelstellingen zijn:
De vereenvoudiging heeft geleid tot twee welstandsniveaus en één welstandsvrij niveau. De twee welstandsniveaus zijn gebieden met beperkte of stedenbouwkundige welstand en gebieden met een volledige of architectonische welstand. Daarnaast is ook sprake van welstand in ontwikkelingsgebieden. Hiervoor geldt of het vastgestelde welstandsbeleid, of een vastgesteld beeldkwaliteitplan.
Voor Flevopoort is voor de zichtlocaties langs de A6 (clusters 1 en 2) een beeldkwaliteitplan vastgesteld. De clusters 3, 4 en 5 zijn in de welstandsnota aangewezen als welstandsvrij.
Dit beleid is opgesteld om vorm te geven aan het rijks- en provinciaal beleid voor archeologie en cultuurhistorie. Het beleid bestaat uit beleidsafspraken en een beleidsadvieskaart. Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met hetgeen in de beleidsafspraken is gesteld over de doorwerking naar bestemmingsplannen.
In het beleid wordt onderscheid gemaakt in gebieden met hoge, middelhoge en lage archeologische waarde. In de gebieden met een lage archeologische waarde is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk, in de gebieden met hoge en middelhoge waarden wel. Meer informatie staat in paragraaf 3.5.3.
Het parkeerbeleidsplan geeft de kaders aan van de ambities van de gemeente op het gebied van parkeren in en rond de stad. Kaderstellende factoren daarbij zijn ruimte, economie en bereikbaarheid. Het parkeerbeleidsplan geeft tevens inzicht in hoe deze ambities worden verwezenlijkt.
Het uitgangspunt voor specifieke werkgebieden, waaronder bedrijventerrein Flevopoort, is dat de parkeergelegenheid op eigen terrein moet worden gerealiseerd. In het beleidsplan zijn in tabel 7.6 parkeernormen opgenomen die in de bestemmingsplannen dienen te worden overgenomen.
Het gemeentelijk handhavingsbeleid is verwoord in het Beleidsplan handhaving fysieke leefomgeving 2011 - 2014. Dit beleidsplan geeft de kaders voor het uitvoeren van de handhavingstaak door de gemeente. Het beleidsplan is een integraal plan waarin de handhavingtaken van de beleidsvelden bouw, milieu en Algemene plaatselijke verordening (Apv) zijn meegenomen. Het nieuwe handhavingbeleidsplan geeft richting aan de uitvoering van de handhavingstaken.
Op basis van dit plan wordt jaarlijks een handhavingsuitvoeringsplan vastgesteld, waarin de werkwijze, de intensiteit en de prioritering voor de handhavingstaken worden beschreven.
Het beleidsplan is voor geheel Lelystad van toepassing, dus ook voor het plangebied. Het heeft echter geen directe invloed op dit bestemmingsplan.
In de Nota Winkelstructuur Lelystad 2020 is een visie op de Lelystadse detailhandelsstructuur neergelegd. In de nieuwe detailhandelsstructuur worden de bedrijventerreinen niet opgenomen als detailhandelsconcentratie. Uitgangspunt is dat detailhandel niet is toegestaan op een bedrijventerrein. Indien er een afwijkingsmogelijkheid op basis van de bestemmingsplannen en/of Wet ruimtelijke ordening (Wro) bestaat, zullen deze voorwaarden maatgevend zijn.
Op Flevopoort zijn bepaalde vormen van detailhandel toegestaan. Bij recht is toegestaan detailhandel welke productiegebonden en ondergeschikt is, vervoermiddelen (auto's, boten en caravans), grove bouwmaterialen en rijwielen.
Onder ondergeschikte detailhandel wordt het volgende verstaan:
Met ontheffing is installatiegerelateerde detailhandel (zoals zonneschermen), tuingerelateerde detailhandel (alleen gespecialiseerd) en sauna's, fitnessapparatuur toegestaan tot een maximum van 600 m² bvo, met dien verstande dat: