direct naar inhoud van 3.3 Water
Plan: In Gen Hunsch, Deelgebied 3
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0986.BPUB3002-OH01

3.3 Water

3.3.1 Watertoets

Sinds 1 november 2003 is de Watertoets van toepassing voor alle ruimtelijke plannen en besluiten in Nederland. De watertoets is een procesinstrument met als doel om te komen tot een betere inbreng van wateraspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.

De kern bestaat uit een set van procedure afspraken, vormvereisten en inhoudelijke aandachtspunten en wordt toegepast binnen de bestaande procedures en regelgeving.

Voor initiatiefnemers van ruimtelijke plannen en besluiten, met name gemeenten en waterschappen, is het van belang om te weten dat de provincie toeziet of in ruimtelijke plannen en besluiten aan de watertoets gevolg wordt en is gegeven. De watertoets is onder meer van toepassing op bestemmingsplannen (inclusief uitwerkings- en wijzigingsplannen). De initiatiefnemer van een ruimtelijk plan dient de watertoets uit te voeren en de uitkomsten daarvan aan te geven in een waterparagraaf.

In opdracht van Nouville Ontwikkeling BV heeft Grontmij | Groen-planning B.v. in maart 2010 de waterparagraaf opgesteld voor dit bestemmingsplan (kenmerk: 25265/3019/tvdk/tvh).

3.3.2 Waterparagraaf

Huidige situatie

De nieuwe uitbreidingsfase van woonwijk In Gen Hunsch ligt ingesloten tussen de Klaverweerd en de Hunsstraat. Het plangebied heeft een oppervlak van circa 0,7 ha. Het maaiveld ter plaatse van het plangebied ligt op ongeveer 185 m +NAP (bron: AHN Nederland).

In de directe omgeving van het plangebied zijn geen TNO peilbuizen beschikbaar. Op basis van REGIS (REGIS Limburg II.1) kan ter plaatse van het plangebied een grondwaterstand van circa 143 m +NAP worden verwacht, overeenkomend met circa 42 m-mv. Tot een diepte van circa 3 m-mv bestaat de bodem met name uit löss. In het "Ontwerp rioleringsplan in Gen Hunsch-Ubachsberg" (Oranjewoud, 24 maart 1997, doc.nr.: 2722- 44104) is de doorlatendheid van de löss bepaald. Uit de metingen blijkt een doorlatendheid van 0,01 m/dag. Het betreft hier een slechte doorlatendheid.

In de directe omgeving van het plangebied is geen oppervlaktewater of zaksloot aanwezig.

De afwatering van het hemelwater van fasen 1 en 2 vindt plaats middels een HWA naar een infiltratievoorziening met een overstort op het riool. Bij de dimensionering van het infiltratiesysteem is rekening gehouden met een overstortfrequentie op het riool van eenmaal per jaar. De infiltratievoorziening is gedimensioneerd voor de deelgebieden west en oost. In de huidige situatie is in totaal 2.800 m2 verharding van de openbare ruimte en 24 woningen met een dakoppervlak circa 720 m2 op het infiltratiesysteem aangesloten. Het huidige nieuwbouwplan maakt hier nog geen deel van uit.

De infiltratievoorziening heeft een totale inhoud van 230 m3 . Het maaiveldniveau ter plaatse van de infiltratievoorziening ligt op 186,5 m +NAP en de bodem van de infiltratievoorziening ligt op 180,5 m +NAP. De dekking van de infiltratievoorziening bedraagt 1 m. De infiltratievoorziening is gevuld met silex 40-90. Dit materiaal heeft een bergingscapaciteit van 45 á 50 %.

Bij de aanleg van de infiltratievoorziening is doorgegraven tot een zandlaag, waardoor de onderzijde van de infiltratievoorziening in een beter doorlatende zandlaag ligt. De doorlatendheid van deze zandlaag is destijds niet bepaald, maar de verwachting is dat deze zandlaag matig tot goed doorlatend is, aangezien uit toelichting van de gemeente Voerendaal blijkt dat de infiltratievoorziening altijd goed heeft gefunctioneerd. Periodiek wordt de overstortput ter plaatse van de infiltratievoorziening gecontroleerd. Ook na veel regenval is geen water in de put aanwezig. Tevens is er in het verleden nooit wateroverlast geconstateerd.

Beleidskader en locatiekeuze

Het algemene waterbeleid dat op het plangebied van toepassing is, staat beschreven in de Vierde Nota Waterhuishouding van de rijksoverheid, het ProvinciaalOmgevingsplan Limburg (POL), de notitie 'Plaats voor water' van Provincie Limburg, het waterbeheersplan van het waterschap Roer en Overmaas en het beleid van de gemeente Voerendaal.

In het kort schrijven al deze plannen voor, dat een meer duurzaam watersysteem moet ontstaan, waarbij neerslag zoveel mogelijk moet worden vastgehouden op de plaats waar het valt, daarna moet worden geborgen en als het echt niet anders kan, moet worden afgevoerd.

Voor het onderhavige inbreidingsplan wordt door de waterbeheerders een ondergrens gehanteerd. Plannen met een bebouwd en/of verhard oppervlak kleiner dan 1000 m2 hoeven het proces van de watertoets niet te doorlopen. Het verhard oppervlak in het plan is kleiner dan 1.000 m2 (zie tabel 4.1).

Voor plannen met een grond-, dakoppervlak en/of verhard oppervlak tot 1000 m2 , waarin het waterhuishoudkundige belang alleen is gelegen in aspecten van duurzaam stedelijk waterbeheer, geldt het algemene advies van het watertoetsloket dat deze maatregelen ook zoveel mogelijk worden toegepast (afkoppelen van regenwater en infiltratie in de bodem, inclusief de beslisbomen "Verantwoord afkoppelen van regenwater" van de provincie Limburg en waterschappen) (Toepassingsbereik ruimtelijke plannen en "ondergrens" watertoets, Waterschap Roer en Overmaas, 1 maart 2005)

Toekomstige situatie

Planontwikkeling

Aan de Klaverweerd is men voornemens een tiental nieuwe woningen te plaatsen. Het betretf 8 twee onder 1 kap en 2 vrijstaande woningen. Het totale oppervlak van de bouwpercelen bedraagt circa 1.720 m2. Het verharde oppervlak is weergegeven in tabel 4.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0986.BPUB3002-OH01_0006.png"

Toekomstige afwatering

Gezien de diepe grondwaterstand wordt aan de eisen in het kader van de drooglegging (minimaal 0,5 meter ten opzichte van bouwpeil en 0,7 meter ten opzichte van het wegpeil) ruim voldaan.

Hemelwater

Het belangrijkste uitgangspunt van de waterbeheerders is het zoveel mogelijk vasthouden en infiltreren van regenwater binnen het plangebied. Het opvangen en infiltreren van regenwater kan worden onderverdeeld in een drietal hoofdcategorieën:

1. infiltratie;

2. bergen en vertraagd afvoeren naar het oppervlaktewater;

3. afvoeren via het gemeentelijk rioolstelsel naar de RWZI.

In overleg met de gemeente Voerendaal is besloten om het verhard oppervlak van de nieuwe woningen aan te sluiten op de bestaande infiltratievoorziening. Deze voorziening heeft een totale inhoud van 230 m3 , waarvan circa 50 % benut kan worden voor berging, zijnde 115 m3. In totaal wordt in de nieuwe situatie 4.360 m2 (2.800 + 720+ 840 m2) verhard oppervlak aangesloten op de infiltratievoorziening. De infiltratievoorziening heeft met de nieuwe inbreidingslocatie erbij een totale berging van 26 mm en stort eenmaal per jaar over naar het gemeentelijk riool.

Het hemelwater is afkomstig van het dakoppervlak en tuinverhardingen. Het hemelwater van het dakoppervlak en de tuinverharding kan als schoon worden beschouwd. Voor het infiltreren van het hemelwater hoeven geen aanvullende zuiveringsmaatregelen genomen te worden. Om dit water ook daadwerkelijk schoon te houden, wordt bij de bouw rekening gehouden met het gebruik van niet-uitloogbare materialen, zoals aangegeven in DuBo.