18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse rioolleidingen voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden, waarbij :
-
a. de figuuraanduiding 'hartlijn leiding - riool' de hartlijn van de rioolleiding aangeeft;
-
b. artikel 36.3 in acht dient te worden genomen.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het verwijderen van de bovenste bodemlaag / bodemlagen (afgraven);
-
b. het opbrengen van grond van elders op de bestaande toplaag (ophogen);
-
c. het verwijderen van een of meer bodemlagen en het daarna weer opbrengen van grond, bestaand uit de oorspronkelijke toplaag en/of grond van elders (vergraven);
-
d. het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 50 centimeter (gemeten vanaf het oorspronkelijke maaiveld) ten behoeve van agrarisch gebruik (diepploegen- en woelen);
-
e. het verwijderen van het microreliëf in de toplaag (feitelijk een combinatie van ophogen en afgraven);
-
f. het diep in de grond indrijven van heipalen of andere voorwerpen;
-
g. het aanbrengen van leidingen en daarna weer terugbrengen van de grond, bestaande uit de oorspronkelijke toplaag en/of grond van elders;
-
h. het aanbrengen van drainagebuizen in de grond;
-
i. het bemalen van een of meerdere percelen (aanbrengen onderbemaling);
-
j. het aanleggen van sloten of greppels, verbreden en/of uitdiepen van bestaande sloten of greppels;
-
k. het verwijderen van bomen en/of struiken (solitairen of in de vorm van bos, houtsingels, houtwallen);
-
l. het planten van bomen en/of struiken;
-
m. het aanplanten van gewassen of jonge bomen (ten behoeve van boomkwekerij of sierteelt);
-
n. het aanbrengen van verhardingen van meer dan 200 m2.
18.4.2 Uitzonderingen
Het in artikel 18.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
-
a. het normale onderhoud betreffen.
-
b. beplanting betreft, die voorkomt op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
d. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
-
e. worden uitgevoerd ten behoeve van de instandhouding van de leiding(en);
-
f. het aanbrengen van leidingen in wegbermen binnen de bestemming verkeer betreffen, voor zover deze niet aansluit op de bestemming natuur.
18.4.3 Verlening omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Voor het uitvoeren van de in artikel 18.4.1 genoemde werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden, kan een omgevingsvergunning worden verleend.
18.4.4 Afwegingskader
Een in artikel 18.4.3 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden of door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.