direct naar inhoud van Artikel 17 Leiding - Gas
Plan: Buitengebied - Oost gemeente Venray
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0984.BP11005-va02

Artikel 17 Leiding - Gas

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse leidingen ten behoeve van de gasvoorziening alsmede en daarmee vergelijkbare doeleinden, waarbij :

  • a. de figuuraanduiding 'hartlijn leiding - gas' de hartlijn van de gasleiding aangeeft;
  • b. artikel 36.3 in acht dient te worden genomen.
17.2 Bouwregels

Op de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de leidingen.
  • b. overige bebouwing is uitgesloten, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde - indien onderliggende bestemming bebouwing toelaat - en die zijn overeengekomen met de leidingbeheerder.
17.3 Afwijken van de bouwregels

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.2 ten behoeve van het bouwen binnen de zone, met dien verstande dat:

  • a. de onderliggende (basis)bestemming de bebouwing toelaat;
  • b. door de bouw of plaatsing of de aanwezigheid van een bouwwerk geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de in artikel 17.1 omschreven doeleinden;
  • c. alvorens het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verleent, de beheersinstantie van de betrokken leidingen wordt gehoord.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:

  • a. het verwijderen van de bovenste bodemlaag / bodemlagen (afgraven);
  • b. het opbrengen van grond van elders op de bestaande toplaag (ophogen);
  • c. het verwijderen van een of meer bodemlagen en het daarna weer opbrengen van grond, bestaand uit de oorspronkelijke toplaag en/of grond van elders (vergraven);
  • d. het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 50 centimeter (gemeten vanaf het oorspronkelijke maaiveld) ten behoeve van agrarisch gebruik (diepploegen- en woelen);
  • e. het verwijderen van het microreliëf in de toplaag (feitelijk een combinatie van ophogen en afgraven);
  • f. het diep in de grond indrijven van heipalen of andere voorwerpen;
  • g. het aanbrengen van leidingen en daarna weer terugbrengen van de grond, bestaande uit de oorspronkelijke toplaag en/of grond van elders;
  • h. het aanbrengen van drainagebuizen in de grond;
  • i. het bemalen van een of meerdere percelen (aanbrengen onderbemaling);
  • j. het aanleggen van sloten of greppels, verbreden en/of uitdiepen van bestaande sloten of greppels;
  • k. het verwijderen van bomen en/of struiken (solitairen of in de vorm van bos, houtsingels, houtwallen);
  • l. het planten van bomen en/of struiken;
  • m. het aanplanten van gewassen of jonge bomen (ten behoeve van boomkwekerij of sierteelt);
  • n. het aanbrengen van verhardingen.
17.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 17.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen.
  • b. beplanting betreft, die voorkomt op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • e. worden uitgevoerd ten behoeve van de instandhouding van de leiding(en);
  • f. het aanbrengen van leidingen in wegbermen binnen de bestemming verkeer betreffen, voor zover deze niet aansluit op de bestemming 'Natuur'.
17.4.3 Verlening omgevinsgvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Voor het uitvoeren van de in artikel 17.4.1 genoemde werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden, kan een omgevingsvergunning worden verleend.

17.4.4 Afwegingskader

Een in artikel 17.4.3 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden of door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.