direct naar inhoud van Artikel 13 Natuur
Plan: Buitengebied Venlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009019-VA01

Artikel 13 Natuur

13.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de instandhouding en versterking van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en abiotische waarden, met een zo sterk mogelijk ecologisch en ruimtelijk-structurele samenhang;
  • b. ter plaatse van de aanduiding militair oefenterrein, een militair oefenterrein;
  • c. ter plaatse van de aanduiding nutsvoorziening, een nutsvoorziening;
  • d. ter plaatse van de aanduiding parkeerterrein, een parkeerterrein;
  • e. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van sport - modelvliegclub, een modelvliegclub;
  • f. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van sport - zweefvliegterrein, een zweefvliegterrein;
  • g. ter plaatse van de aanduiding grondgebonden landbouw, een grondgebonden landbouwgebied;
  • h. ter plaatse van de aanduiding robuuste landbouw en natuur, een gebied met robuuste landbouw en natuur;
  • i. ter plaatse van de aanduiding bufferzone verdroging, een bufferzone verdroging;
  • j. ter plaatse van de aanduiding hoogterras, een hoogterras waarbij ontgrondingen zijn toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding ecologische hoofdstructuur, de ecologische hoofdstructuur;
  • l. ter plaatse van de aanduiding middelhoge/hoge archeologische verwachting, een middelhoge/hoge archeologische verwachting;
  • m. ter plaatse van de aanduiding steilrand, een steilrand;
  • n. ter plaatse van de aanduiding struwelen, struwelen;
  • o. extensief recreatief medegebruik;
  • p. waterhuishoudkundige voorzieningen.

13.2 Bouwregels

Op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:

  • a. Beperkte voorzieningen – bouwwerken, geen gebouwen zijnde - ten behoeve van extensieve recreatie zoals zitbanken, routeborden met een maximale hoogte van 2 meter en afrasteringen met een maximale hoogte van 1,2 meter.

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing en/of oppervlakteverharding;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

13.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. kamperen.

13.5 Omgevinsgvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
13.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden, met uitzondering binnen het bouwvlak, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de gronden bedoeld in dit artikel in ieder geval de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

a Bufferzone verdroging
  • 1. bodem: afgraven, ophogen, vergraven, diepploegen, egaliseren;
  • 2. waterhuishouding: draineren, onderbemalen, dempen sloten, dempen poelen;
  • 3. infrastructuur: verharden oppervlakte;
  • 4. teeltondersteunende voorzieningen.

b Hoogterras
  • 1. bodem: ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen, egaliseren;
  • 2. het vellen en/of rooien of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas danwel waardevolle vegetaties ten gevolge kunnen hebben.

c Middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde

terrein met een middelhoge archeologische waarde, terrein met een hoge archeologische waarde, terrein met een zeer hoge archelogische verwachtingswaarde

  • 1. bodem: afgraven, ophogen, vergraven, diepploegen, indrijven, rooien;
  • 2. waterhuishouding: draineren, onderbemalen, graven sloten;
  • 3. infrastructuur: aanleg leidingen.

d Steilrand
  • 1. waterhuishouding: draineren, onderbemalen, graven sloten;
  • 2. beplantingen: rooien bomen, planten bomen.

e Struwelen
  • 1. beplantingen: rooien houtgewas, omzetten van grasland naar bouwland, omzetten van grasland naar boomteelt;
  • 2. teeltondersteunende voorzieningen.

13.5.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van 13.5.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. werken en/of werkzaamheden die niet dieper gaan dan -0,4 meter beneden maaiveld;
  • b. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

13.5.3 Toelaatbaarheid werken of werkzaamheden

Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 13.5.2 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. deze verband houden met de omschrijving, die aan de desbetreffende bestemming is toegekend;
  • b. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, bosbouwkundige en/of landbouwkundige waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.