direct naar inhoud van 4.8 Landschapswaarden
Plan: Bestemmingsplan Lus van Linne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000205-VG01

4.8 Landschapswaarden

Algemeen/relevantie voor het plan(gebied)

Het project zal leiden tot een verandering van het landschap in de Lus van Linne. Het landschapsbeeld, de landschapsstructuur en het landgebruik zullen veranderen. Tijdens de uitvoeringsperiode zal het landschapsbeeld tijdelijk bepaald worden door grootschalig grondverzet, het verwijderen van beplanting en door de aanwezigheid van materieel, een drijvende veredelingsinstallatie en tijdelijke depots.

Door de natuurontwikkeling verdicht het landschap. De grote plassen veranderen deels in met bos geflankeerde geulen. De landbouwkundige gebruiksmogelijkheden vervallen. De toegankelijkheid en recreatieve waarde veranderen.

Recreatief medegebruik

De Lus van Linne is momenteel niet vrij toegankelijk, alleen de westoever van de Osenplas is bereikbaar voor wandelaars. Vanaf het sluizencomplex bij Osen loopt een fietsroute via de stuw Linne langs de westrand van het plangebied. De Maasoevers rond de Lus (waar vissen met een vispas is toegestaan) zijn formeel alleen via het water bereikbaar. De Osenplas en een klein deel van de Gerelingsplas (voor zover in eigendom van Limburgs Landschap) zijn toegankelijk voor houders van een Maasplassenvergunning van Hengelsportfederatie Limburg. De Spoorplas en Gerelingsplas is alleen voor leden van de visclub Osen toegankelijk, zij vissen veel vanaf roeiboten op het water. De Gerelingsplas en Osenplas staan momenteel in open verbinding met de Maas. Het geldende vaarverbod (aangegeven met bebording) wordt in het recreatieseizoen evenwel frequent overschreden. Soms ook door snelle watersport, die is toegestaan op de belendende Maas.

Resultaten

Recreatief medegebruik

Het VKA biedt de volgende opties voor recreatief medegebruik:

  • Sportvisserij op de Maas en Maasoevers voor houders vispas.
  • Sportvisserij vanaf de oevers van de Osenplas voor houders Maasplassenvergunning (handhaven actuele situatie).
  • Sportvisserij vanaf het water op de Gerelingsplas en Osenplas voor leden van de visvereniging. De Spoorplas zal, na inrichting, niet meer beschikbaar zijn voor sportvisserij.
  • Vrije toegankelijkheid oevers Osenplas, Overlaat Osen, omgeving Spoorplas, Koeweide en centrale scheidingsdam voor natuurgericht wandelen (70 ha struinnatuur). Hiertoe worden bescheiden voorzieningen aangeboden (overstaphekjes, een enkel observatiescherm, informatiepanelen).
  • Begeleide toegankelijkheid van omgeving ooibos Peupelensteen en verlaagde weerd Schuttelkesnak voor natuurexcursies en educatie (50 ha).
  • Openstelling Osenplas voor stille watersport (roeien, kanoën, motorjachten en rondvaartboten). Er worden aanlegvoorzieningen aangelegd en mee recreatieve voorzieningen. Er komen observatieschermen, routes en parkeervoorzieningen.
  • De Gerelingsplas blijft afgesloten voor grotere boten (motorjachten, zeilboten). zeilboten). In de zomermaanden (juli t/m oktober) is de put toegankelijk voor kleine stille jachten en kleine (motor)bootjes (alleen langzaam varen).
  • De hele uiterwaard wordt opengesteld voor natuurgerichte recreatie (struinen, natuurobservatie).
  • Sportvisserbij blijft mogelijk rond de Osenplas (Maasplassenvergunning) en Gerelingsplas (alleen beperkte verpachting).
  • Reeds tijdens de uitvoeringsfase zal de Spoorplas niet meer ter beschikking zijn als viswater. De Gerelingsplas en de uiteindelijk te realiseren geulen in de Schuttelkesnak nemen deze functie over. In de eindsituatie verbeterd de kwaliteit van dit viswater.

Beeldkwaliteit en visuele hinder

De ontgrondingen vinden voor het grootste deel plaats op landbouwgronden en door verdieping van de bestaande plassen. Slechts twee beeldbepalende elementen verdwijnen: de rij oude populieren aan de oostzijde van de Gerelingsplas en de beboste hoge centrale scheidingsdam. Deze laatste wordt vervangen door een nieuwe, wederom te verbossen dam, die wordt aangelegd voordat de bestaande dam vergraven wordt. Beide elementen liggen op grote afstand van Linne (> 650 m en > 800 m).

De, vanuit Linne, beeldbepalende bosbegroeiing op de Maasoever tegenover Linne en rond Peupelensteen, kan als gevolg van het project geheel behouden blijven. Daardoor liggen de relatief kleinschalige drijvende winwerktuigen tijdens de uitvoering grotendeels uit het zicht. Vanuit appartementengebouw Osenzicht zal zicht zijn op de winning ter plaatse van de voormalige Linnerplas (Schuttelkesnak). Door de afstand (gemiddeld 650 m) is ook dan het winwerktuig niet beeldbepalend. Het 's nachts niet verlichte winwerktuig is aanzienlijk kleiner dan het even ver gelegen installatiegebouw van chemiebedrijf Solvay op de terrasrand. Gronddepots worden er niet aangelegd (althans niet boven water).

In de eindsituatie ontstaat een reliëfrijker landschap, opgebouwd uit, door langgerekte boszomen omgeven, geulen en grazige, struweelrijke ruigtes op de hogere ruggen. Vanuit Linne, met name vanuit Osenzicht, is een doorzicht door de geulen over de lage weerd Schuttelkesnak mogelijk.

De Gerelingsplas - die als zodanig niet zichtbaar is vanuit de omliggende kernen - wordt groter en tegelijkertijd aan weerszijden omzoomd door opgaand bos, waardoor een optisch smallere, langgerektere plas ontstaat.

Landschappelijke samenhang

In de huidige situatie is er nauwelijks sprake van een ruimtelijke samenhang van de Lus van Linne. De drie rechthoekige plassen liggen los van elkaar en verschillen onderling in maatvoering en beeldkwaliteit. Los van elkaar komen enkele kleinere, natuurlijk ogende structuurrijke, besloten gebieden voor (Overlaat Osen, grindoverslag Koeweide, Peupelensteen). In de midden- en oostzijde oogt het gebied zeer open, door de aaneensluiting van landbouwpercelen aan de open plassen. Aan de westzijde zijn de plassen meer besloten van karakter door de beboste oevers en omringende dammen.

In het VKA ontstaat in de zuidelijke helft van de uiterwaard een samenhangend natuurlandschap, waarvan de beeldkwaliteit wordt bepaald door een ongecultiveerd mozaïek van struwelen, ooibosjes, grazige ruigtes en geulen. In totaal omvat deze eenheid ca. 80 ha.

In de noordelijke helft blijven de grote plassen aanwezig, maar, door de omlijsting met natuurlijk bos, ontstaat een omsloten eenheid, met een zichtbare natuurfunctie. Het gecultiveerde karakter van de huidige put wordt verzacht door de natuurlijke verbossing en begrazing. Het VKA levert 60-70 ha open ruimte op, inclusief de binnenbocht van de Maas. Deze binnenbocht is in het VKA vormgegeven als een brede, zandig-grindige plaat, waarop slechts spaarzaam verbossing en verruiging optreedt. Indien dit natuurontwikkelingperspectief handhaafbaar is, ontstaat een fraai half open rivierlandschap, dat vergelijkbaar is met beelden langs de Grensmaas.

Conclusie

Vanuit het aspect landschapswaarden - onderverdeeld in recreatief medegebruik, beeldkwaliteit & visuele hinder en landschappelijke samenhang - zijn geen belemmeringen te verwachten voor de voorgestane ontwikkeling van het plangebied.