Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a) het uitvoeren van grondbewerkingen, waaronder ontgronden, afgraven, diepploegenen het aanbrengen van leidingen, op een grotere diepte dan 60 centimeter, behalve indien deze in het kader van onderzoek naar mogelijke archeologische vindplaatsen worden uitgevoerd;
b) het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
c) het verlagen of het verhogen van het waterpeil;
d) het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op een andere wijze voorwerpen in de grond drijven.
Het onder 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a) betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
b) op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een reeds verleende vergunning mogen worden uitgevoerd.
4.4.3 Voorwaarden voor verlening
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
a) de werken of werkzaamheden plaatsvinden in een evident eerder verstoorde bodem, of
b) op basis van een archeologisch vooronderzoek blijkt dat geen verstoring plaatsvindt van archeologische waarden of mogelijke verstoring wordt voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem of verrichten van archeologisch vervolgonderzoek.