direct naar inhoud van 4.3 Waterhuishouding
Plan: Maasoever
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000146-VG01

4.3 Waterhuishouding

De kenmerken van de watersystemen, zoals die voorkomen in het plangebied (en omgeving), kunnen het beste beschreven worden door een onderverdeling te maken in de soorten van water die in het plangebied voorkomen.

Oppervlaktewater

Het plangebied wordt doorkruist door de Roer. De Roer betreft een beek met een specifieke ecologische functie. In deze beken met een natuurfunctie (onderdeel van de EHS en POG) wordt met prioriteit het hoogste ecologische kwaliteitsniveau nagestreefd via de realisatie van natuurlijke systeemeigen processen. Aanleg van meander- en inundatiezones, opheffen van ecologische barrières en natuurlijk oeverbeheer dragen bij aan het vasthouden, bergen en vertragen van de waterafvoer en het verminderen / afvlakken van piekafvoeren. In het bestemmingsplan is verder een gedeelte van de Maas gelegen. Ten behoeve van de aanwezige oppervlaktewateren zijn de noodzakelijke, beschermende regelingen in de planregels opgenomen.

Volgens de kaart 'Blauwe Waarden' van het POL2006 is een deel van het plangebied gelegen binnen het gebied 'Veerkrachtig watersysteem Maas' (omgeving jachthaven La Bonne Aventura en de Arloflat) en is de Roer aangeduid als 'Beek met specifieke ecologische functie'.

Hemel- en afvalwater

Het Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) is in december 2008 door de raad vastgesteld. Doelen uit het GRP zijn:

  • doel 1: zorgen voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater;
  • doel 2: zorgen voor inzameling (voor zover niet door de particulier) en verwerking van hemelwater;
  • doel 3: zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert.

De opvang en afvoer van regenwater in dit bestemmingsplan blijft in beginsel ongewijzigd, aangezien het bestemmingsplan een beheersmatige karakter heeft waar in beginsel geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.

Beleidsregel grote rivieren

Het plangebied is zowel gelegen binnen de begrenzing van het waterbergend als stroomvoerend rivierbed van de Maas. Vanwege deze gedeeltelijke ligging binnen het rivierbed is de beleidsregel grote rivieren van toepassing (zie verder ook paragraaf 3.1.4).

Conclusie

Het bestemmingsplan legt de bestaande situatie vast en maakt geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk, daarmee heeft het plan geen wezenlijke invloed op de in het plangebied aanwezige watersystemen. Vanwege het ontbreken van ruimtelijke ontwikkelingen hoeft ook geen watertoets uitgevoerd te worden. Dit bestemmingsplan is in het kader van het wettelijke verplichte vooroverleg aan het waterschap Roer en Overmaas voorgelegd. In paragraaf 6.2.2 wordt nader ingegaan op de uitkomsten van het vooroverleg.