direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen - 2
Plan: Kern Asenray
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000124-VG01

Artikel 15 Wonen - 2

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, alsmede aan huis verbonden beroepen;

met de daarbij behorende:

  • b. gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. tuinen en erven;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen (ondergrondse) infiltratie- en bergingsvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. er mogen niet meer woningen worden gebouwd dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' ;
  • b. hoofdgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • c. de voorgevel van een hoofdgebouw dient te worden gebouwd in de naar de weg gekeerde voorzijde van het bouwvlak;
  • d. de maximale goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • e. de maximale bouwhoggte mag niet meer bedragen dan 9,00 meter;
  • f. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt aan één zijde ten minste 3 meter;
  • g. het bebouwingspercentage bedraagt:
    • 1. per bouwperceel tot 200m2 ten hoogste 70%;
    • 2. per bouwperceel tussen 200m2 en 400m2 ten hoogste 60%;
    • 3. per bouwperceel tussen 400m2 en 600 m2 ten hoogste 50%;
    • 4. per bouwperceel groter of gelijk aan 600m2 ten hoogste 40%.
15.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte van bijgebouwen met een kap bedraagt ten hoogste 2,7 meter;
  • b. de bouwhoogte van bijgebouwen met een kap bedraagt ten hoogste 5,00 meter;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen zonder kap bedraagt ten hoogste 3,00 meter;
  • d. de bijgebouwen moeten tenminste 3,00 meter achter de voorgevel van de hoofdgebouwen worden geplaatst, tenzij het een aan de wegzijde open stallingsvoorziening voor personenauto's betreft;
  • e. het totale grondoppervlak van de bijgebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 70m2, met dien verstande dat het bepaalde onder 15.2.1 onder g in acht wordt genomen.
15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels;

  • a. wat betreft aard en afmeting dienen bouwwerken geen gebouwen zijnde bij de bestemming te passen;
  • b. de hoogte bedraagt maximaal 3,00 meter met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen maximaal 2,00 meter bedraagt;
15.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woonruimte en als afhankelijke woonruimte;
  • b. het gebruik van bouwwerken voor bedrijfsactiviteiten;
15.4 Afwijken van de gebruiksregels
15.4.1 Kleine economie

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 15.1 voor de uitoefening van bedrijven, vallende onder kleine economie, met dien verstande dat:

  • a. geen onevenredige hinder wordt toegebracht aan de kwaliteit van het woonmilieu;
  • b. door de uitoefening van de activiteit het uiterlijk aanzien van de woning niet zodanig verandert, dat het karakter van de woning geheel of gedeeltelijk verloren gaat. Dit houdt onder meer in dat er geen grote reclame-uitingen aan of bij de woning geplaatst worden;
  • c. de oppervlakte van de woning die voor de bedrijfsvoering gebruikt wordt, niet meer dan 50% van de begane grond en ten hoogste 30% van het totale vloeroppervlak van de woning en bijgebouwen bedraagt en de totale oppervlakte van de activiteit bedraagt ten hoogste 25m2;
  • d. het niet zodanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft, die de woonomgeving onevenredig belasten en ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeerplaatsen, noodzakelijk worden, tenzij op eigen terrein gezorgd kan worden voor voldoende parkeervoorzieningen of in de omgeving voldoende beschikbare plaatsen zijn;
  • e. de uitvoerder van de activiteiten op hetzelfde perceel woont;
  • f. detailhandel alleen als ondergeschikte activiteit is toegestaan en uitsluitend van goederen die verband houden met de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning wordt verleend;
  • g. activiteiten die op grond van het bepaalde in de Wet milieubeheer meldingsplichtig zijn of activiteiten die op grond van artikel 2.1 lid 1 onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht vergunningplichtig zijn, in beginsel niet worden toegestaan, tenzij kan worden aangetoond dat geen overlast voor de omgeving zal optreden, waarbij maximaal bedrijven uit categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten of daarmee qua aard en invloed op de woonomgeving vergelijkbare bedrijven worden toegestaan (Bijlage 1).
15.4.2 Afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 15.2 voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw of een gedeelte van het hoofdgebouw als onafhankelijke woonruimte voor het verlenen van mantelzorg, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er sprake is van een objectieve indicatiestelling waaruit de noodzaak van de zorg blijkt;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en omliggende bedrijven;
  • c. er moet sprake zijn van een ruimtelijke eenheid tussen hoofdgebouw en afhankelijke woonruimte;
  • d. de vloeroppervlakte van de afhankelijke woonruimte bedraagt maximaal 70m2;
  • e. de afhankelijke woonruimte mag niet worden gerealiseerd in een tijdelijke woonunit (bijv. een stacaravan);
  • f. er mag geen tweede zelfstandige woning ontstaan;
  • g. per bouwperceel kan op enig moment slechts één omgevingsvergunning van kracht zijn voor het gebruik van een gebouw als afhankelijke woonruimte;
  • h. de omgevingsvergunning vervalt van rechtswege op het moment dat de behoefte aan mantelzorg voor de desbetreffende persoon komt te vervallen;
  • i. in zeer uitzonderlijke situaties kan van bovenstaande worden afgeweken.