Plan: | Kern Vaesrade |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0951.bpKERNVAESRADE-VA07 |
Algemeen | 18.1. | Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen zoals bepaald in 18.2 dan wel zoals bepaald in 29.3 tot en met 18.10 mits in artikel 3 tot en met 15 hiernaar verwezen wordt. |
Algemene ontheffing | 18.2. | Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van het plan ten aanzien van: a. de bebouwing van niet voor "Wonen" bestemde gronden met gebouwen en andere bouwwerken, ten dienste van het openbare nut met een hoogte van niet meer dan 3.50 m en een inhoud van niet meer dan 50 m3. Met dien verstande dat de belangen van derden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. b. bouw van bijgebouwen bij monumenten zoals vastgelegd in de lijst bij bijlage 2. van de regels, mits: 1. de noodzaak daartoe vanuit de woonfunctie is aangetoond; 2. binnen de bestaande monumentale bebouwing hiervoor geen ruimte aanwezig is; 3. natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen en het aangrenzende woon- en leefmilieu niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind; 4. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad; met dien verstande, dat voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 17.4. |
Ontheffing voor kleinschalige recreatieve voorzieningen | 18.3. | Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor van de aanleg van kleinschalige recreatieve voorzieningen (zit- en schuilgelegenheid, picknickplaatsen) mits de aanleg geen onevenredige afbreuk doet aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap, met dien verstande, dat: a. het oppervlak aan recreatieve bouwwerken per voorziening bedraagt maximaal 20 m²; b. de goothoogte bedraagt maximaal 2.60 m; c. bouwwerken, voorzien van een dak, worden met een kap van ten minste 15° en ten hoogste 45° afgedekt. d. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad. e. uit historisch bodemonderzoek is gebleken dat er vanwege de bodemsituatie geen bezwaren zijn tegen het realiseren van een kleinschalige recreatieve voorziening |
Ontheffing voor overschrijden van de bouwgrenzen respectievelijk het vergroten van het bouwvlak |
18.4 | Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het overschrijden van de bouwgrenzen, respectievelijk het vergroten van het bouwvlak, mits: a. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; b. natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen en het aangrenzende woon- en leefmilieu niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind, c. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad; met dien verstande, dat: 1. bij monumentale en beeldbepalende panden de inhoud van de bebouwing van het agrarisch bebouwingscomplex daardoor met niet meer dan 10% mag toenemen; 2. de goothoogte bedraagt maximaal 6.50 m. |
Ontheffing voor het overschrijden van de toegestane oppervlakte binnen het bijgebouwenvlak | 18.5. | Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het realiseren van een groter dan het toegelaten oppervlak aan bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden: a. het noodzakelijk is voor de realisering van een Wmo-voorziening (Wet maatschappelijke ondersteuning); het oppervlakte van bijgebouwen met maximaal 10% wordt overschreden; b. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het eigen woonmilieu of in de directe omgeving ontstaan of kunnen ontstaan. c. belangen van derden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. |
Ontheffing voor vergroting van bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 18.6. | Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere hoogte, mits: a. ten behoeve van de privacy, voldoende afstand tot aangrenzende percelen wordt aangehouden; b. ten behoeve van de verkeersveiligheid, voldoende afstand tot de bestemming verkeersdoeleinden wordt aangehouden; geen onevenredige aantasting van het stedenbouwkundig beeld plaatsvindt, met dien verstande, dat: de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 7.00 m. |
Ontheffing voor het inpandig realiseren van extra woningen | 18.7. | Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het realiseren van extra woningen (woningsplitsing) in grootschalige gebouwen, onder de volgende voorwaarden: a. het gebouw dient te zijn aangewezen als Rijksmonument of beeldbepalend pand; b. het oorspronkelijke gebouw dient een inhoud te hebben van ten minste 750 m³; c. de cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het gebouw dienen behouden te blijven; d. de totstandkoming van een goed woonklimaat in de te realiseren woningen dient te worden gegarandeerd; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein, overeenkomstig het parkeerbeleid; g. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woon- of bedrijfsmilieu in de directe omgeving ontstaan of kunnen ontstaan; h. belangen van derden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad; i. de gemeentelijke en regionale woonvisie bij de afweging worden betrokken. |
Ontheffing voor een kleinschalig dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf | 18.8. | Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het uitoefenen van een kleinschalig dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: a. ten minste 50% van het verblijfsgebied met woonfunctie van de woning gehandhaafd blijft alsmede bij woningen met een verblijfsgebied van minder dan 240 m² een verblijfsgebied met woonfunctie van 120 m² behouden blijft; b. de activiteiten dienen zich qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving; c. de activiteiten mogen niet vergunningsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer; d. de bedrijfsactiviteiten mogen uitsluitend betreffen: categorie 1-bedrijven volgens de toegesneden Staat van bedrijfsactiviteiten, die als bijlage is opgenomen bij deze regels; e. er mag geen detailhandel ter plaatse plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de hoofdactiviteiten; f. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein, overeenkomstig het parkeerbeleid; g. uit historisch bodemonderzoek is gebleken dat er vanwege de bodemsituatie geen bezwaren zijn tegen het realiseren van een kleinschalig dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf; belangen van derden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. |
Ontheffing voor het uitoefenen van kleinschalige voorzieningen anders dan wonen op de verdieping | 18.9. | Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor realisering van kleinschalige voorzieningen anders dan wonen op de verdieping, onder de volgende voorwaarden: a. de noodzaak vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; b. er geen onevenredig nadelige gevolgen voor het eigen woonmilieu of in de directe omgeving ontstaan of kunnen ontstaan, zoals het aantal verkeersbewegingen, dat per saldo niet zal toenemen. |
Ontheffing voor kunstwerken, kunstobjecten en speelvoorzieningen | 18.10. | Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels met betrekking tot de bebouwing ten behoeve van de oprichting van kunstobjecten en dergelijke, mits: a. deze qua aard en omvang in de omgeving passen met een maximum oppervlakte van 10 m² per object; b. in het geval van speelvoorzieningen: de bodem blijkens een vooraf ingesteld bodemonderzoek geschikt is voor het oprichten van speelvoorzieningen; c. de hoogte van een bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 3,50 meter; belangen van derden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. |
Ontheffing voor stallen van caravans binnen bestaande bebouwing | 18.11 | Burgemeester en Wethouders kunnen binnen de bestemming "Agrarisch" ontheffing verlenen voor het stallen van caravans met dien verstande dat: stalling binnen de bestaande bebouwing plaatsvindt; belangen van derden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. |
Ontheffing voor functiewijziging vrijkomende agrarische bebouwing met monumentale waarde | 18.12 | Burgemeester en Wethouders kunnen binnen de bestemming "Agrarisch" ontheffing verlenen voor het verbouwen en/of veranderen van vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - ontheffingsgebied', voor bivakkeerboerderij, hotel, pension of niet-agrarische woning met dien verstande dat: a. de hoofdvormen van de gebouwen gehandhaafd worden, de uiterlijke verschijningsvorm niet wezenlijk veranderd wordt en aan de ter plaatse en aansluitend gelegen bestemmingen geen wezenlijk afbreuk wordt gedaan; b. in geval van verbouwing tot niet-agrarisch woonhuis, woningsplitsing tot maximaal 2 woningen is toegestaan, indien de inhoud van het totaal der gebouwen van het voormalige agrarische bedrijf tenminste 1000m3 bedraagt; c. bij vebouwing tot bivakkeerboerderij, hotel of pension, slechts één daarbij behorende inpandige bedrijfswoning mag worden opgericht. |
Procedure | 18.13 | Burgemeester en wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 20.1 gegeven procedure. |