direct naar inhoud van Artikel 22 Waarde - Beekdal
Plan: BP Kleine kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0951.BPkleinekernen-VA08

Artikel 22 Waarde - Beekdal

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Beekdal' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en versterking van de natuurlijke waterhuishouding, betreffende zowel het oppervlaktewater als het grondwater, en de daarvan afhankelijke landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de diverse bestemmingen zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing.

22.2 Bouwregels

Op de voor 'Waarde – Beekdal' aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken van geringe omvang, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van een watergang of buffer,

met dien verstande, dat:

  • 1. het oppervlakte per bouwwerk maximaal 20 m² bedraagt;
  • 2. de bouwhoogte maximaal 3,50 m. bedraagt.
22.3 Aanlegvergunning
22.3.1 Vergunningsplichtige werken of werkzaamheden

Het is verboden op of in de tot 'Waarde - Beekdal aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, het ophogen, egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen
  • c. het draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
  • d. het aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschroeiingen en het graven en/of aanleggen van waterlopen;
  • e. het scheuren van graslanden, voor zover het betreft waardevolle graslandvegetaties.

22.3.2 Het bepaalde in 22.3.1 is niet van toepassing voor:
  • a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.

22.3.3

De werken of werkzaamheden als bedoeld onder artikel 22.3.1. zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. Een en ander met een onderbouwing te worden aangetoond.

22.3.4

Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de procedure zoals vervat in artikel 3.18 Wro.