direct naar inhoud van 2.2 Ambtshalve aanpassingen
Plan: Buitengebied Nederweert 1e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01

2.2 Ambtshalve aanpassingen

In het plan worden voorts de volgende ambtshalve aanpassingen doorgevoerd:

  • In de artikelen 3.2.1 onder f, 4.2.1 onder f, 5.2.1 onder 2, 6.2.1 onder e en 7.2.1 onder e zijn geen maatvoeringen opgenomen voor bouwwerken geen gebouwen zijnde. Deze omissie wordt nu ondervangen.
  • In de artikelen 3, 4, 5, 6, en 7 wordt ter verduidelijking bij de bouwregels voor agrarische bedrijven toegevoegd dat verhardingen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gerealiseerd. Een uitzondering daarop zijn inritten tussen de weg en het agrarisch bedrijf.
  • In de artikelen 3, 4, 5, 6 en 7 wordt ter verduidelijking bij de bouwregels voor wonen aangegeven dat de inhoudsbepaling geldt voor alle gebouwen die op het perceel liggen, ook wanneer deze niet binnen de betreffende aanduiding zijn meegenomen.
  • In artikel 3.2.3 onder 1 krijgen de 3 Ruimte voor Ruimte woningen ten noorden van het adres Winnerstraat 69 een inhoud van maximaal 1.400 m3; de te splitsen ter plaatse van het adres Winnerstraat 69 woningen mogen ieder een inhoud van maximaal 1.300 m3 krijgen. Voorwaarde voor deze woningsplitsing is wel dat ten minste 545 m3 van de ter plaatse bestaande bijgebouwen dient te worden gesloopt. Via binnenplanse afwijking wordt de mogelijkheid geboden om voor beide woningen eveneens een inhoud van maximaal 1.400 m3 toe te staan, mits ten minste 545 m3van de ter plaatse bestaande bijgebouwen extra wordt gesloopt.
  • In de artikelen 3.4.1 sub c onder 3, 5.4.1 sub d onder 3, 6.4.1 sub c onder 3 en 7.4.1 sub d onder 3 wordt, overeenkomstig het gemeenteraadsbesluit bij de vaststelling, aangegeven dat de ontheffing voor bouwvlakvergroting voor intensieve veehouderijen niet is toegestaan binnen extensiveringsgebied.
  • In de gebruiksregels van de artikelen 3, 4, 5, 6 en 7 wordt nu opgenomen dat leegstaande bebouwing mag worden gebruikt voor statische opslag zonder dat er handels- of bedrijfsactiviteiten plaatsvinden. Dit overeenkomstig het vorige bestemmingsplan uit 1998. Dit was een omissie in het nieuwe bestemmingsplan.
  • Overeenkomstig het voorbereidingsbesluit van de gemeenteraad van 8 november 2011 worden de wijzigingsbevoegdheden voor nieuwvestiging van agrarische bedrijven geschrapt in de artikelen 3, 5, 6 en 7. Omschakeling (inclusief bouwvlakvergroting) blijft in een aantal situaties wel mogelijk. De reden dat geen nieuwvestiging van agrarische bedrijven meer wordt toegelaten is in het betreffende voorbereidingsbesluit als volgt gemotiveerd:
    "Gezien de huidige markt van de agrarische bedrijven (kleinere bedrijven stoppen, locaties komen leeg te liggen) zijn wij van mening dat er voldoende mogelijkheden in de regio komen om een nieuw agrarisch bedrijf in een bestaand agrarisch bedrijf te realiseren en is er geen noodzaak meer om in het bestemmingsplan hiervoor een regeling op te nemen.
    Er ligt hierbij een relatie met raadsvoorstel 2011-70 omtrent de vaststelling van de aanvullende structuurvisie nieuwe bebouwing in het buitengebied. In de structuurvisie is de visie opgenomen dat er geen noodzaak meer bestaat om nieuwe agrarische bedrijven toe te laten buiten het LOG, gezien het aantal bedrijfscomplexen dat vrij komt en om onnodige verstening van het buitengebied te voorkomen. Nieuwvestiging in het LOG als gevolg van een bedrijfsverplaatsing elders uit Nederweert moet mogelijk blijven en is derhalve niet in dit voorbereidingsbesluit opgenomen. Het voorbereidingsbesluit maakt ook een uitzondering voor het omschakelen van bestaande agrarische bedrijven naar een ander bedrijfstype (bv. van melkrundveehouderij naar akkerbouw of paardenhouderij). Hierbij is immers wel sprake van hergebruik van bestaande bebouwing."
    De gemeente steekt dus in op hergebruik, zodat het bieden van nieuwvestigingsmogelijkheden niet langer wenselijk is.
  • In de bestemmingen "Agrarisch gebied" (artikel 3) en Natuur (artikel 8) wordt een aanduiding "Zoekgebied schaapskooi" opgenomen, waarbinnen één schaapskooi kan worden gesitueerd, waarbij de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 140 m2 en de goothoogte en bouwhoogte niet meer dan 3,5 m respectievelijk 7 m. Deze mogelijkheid wordt toegevoegd om het inrichtingsplan Sarsven en de Banen te kunnen uitvoeren.
  • Conform de toelichting behorend bij het bestemmingsplan Buitengebied wordt het nu mogelijk om maximaal 1 windturbine met een hoogte van maximaal 20 m op te richten op het bouwvlak van een agrarisch bedrijf binnen de bestemming "Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied" (artikel 4). Daarmee wordt deze omissie nu ondervangen.
    Bij de regeling voor het plaatsen van windturbines in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) is rekening gehouden met de 'Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over rijkswaterstaatwerken'. Op grond van deze beleidsregel dient een afstand in acht te worden genomen van minimaal 50 meter tot de rand van de waterweg. Plaatsing van een windturbine op een afstand van minder dan 50 m uit de rand van de vaarweg kan alleen als de aanvrager door middel van een aanvullend onderzoek kan aantonen dat geen radarhinder zal plaatsvinden. Dit doet zich bijvoorbeeld voor in de situatie waarbij windmolens geplaatst worden tussen of bij grote bomen op minder dan 50m uit de rand van de vaarweg. In dat geval veroorzaken de windturbines geen extra radarhinder ten opzichte van de radarhinder die wordt veroorzaakt door de bomen. Hiervoor dient vergunning te worden gevraagd bij Rijkswaterstaat, district waterwegen Noord Brabant.
  • In de artikel 5 t/m 7 wordt ten aanzien van de wijzigingsbevoegdheid voor woningsplitsing een typefout hersteld. Er had moeten staan dat wanneer de sloop niet mogelijk is. Het woordje "niet" was echter weggevallen. Dit is nu aangepast.
  • In de artikelen 5 t/m 8 wordt in het aanlegvergunningstelsel ten aanzien van het onderdeel kappen van bomen de uitzondering dat geen aanlegvergunningstelsel geldt wanneer de Boswet van toepassing is, geschrapt. Dit omdat uit toepassing in de praktijk is gebleken dat de aanlegvergunning toch nodig is ter bescherming van het landschap.
  • In de bestemming Verkeer (artikel 9) wordt een wijzigingsbevoegdheid toegevoegd die het mogelijk maakt om wegen te verwijderen. Hier blijkt in de praktijk behoefte aan te bestaan.
  • In de bestemming Water - Watergang (artikel 12) wordt een wijzigingsbevoegdheid toegevoegd die het mogelijk maakt om watergangen te verleggen. Ook hier blijkt in de praktijk behoefte aan te bestaan.
  • In de bestemming "Waarde - Archeologie" (artikel 18) zijn de afwegingskaders aangepast.
  • In artikel 28 is de wijzigingsbevoegdheid voor het gebied Sarsven en de Banen aangepast zodat ook het nieuwe inrichtingsplan kan worden uitgevoerd. Op de verbeelding zijn naar aanleiding van het Inrichtingsplan ook een aantal aanpassingen doorgevoerd. De percelen die door de Dienst Landelijk Gebied of natuurorganisaties zijn verworden krijgen nu de bestemming Natuur. Om te zien of deze bestemming ook realiseerbaar is, hebben er bodemonderzoeken plaatsgevonden. Daaruit blijkt dat de gronden voor de nieuwe bestemming Natuur geschikt zijn. Zie hiertoe voorts paragraaf 2.3 van deze toelichting.
  • In artikel 28 is bovendien een wijzigingsbevoegdheid toegevoegd om landschapselementen te verwijderen van de Kaart landschapselementen (bijlage 6 bij de planregels), mits dit past binnen het Inrichtingsplan Sarsven en de Banen.
  • In de tabel van artikel 32.3.1 wordt een omissie hersteld door op te nemen dat in de bestemming Agrarisch met waarden dat bij uitbreiding of verharding binnen het bouwvlak geen advies vereist is van de BOM+ commissie.
  • In het overgangsrecht van artikel 34 wordt een nieuwe ontheffing/afwijking opgenomen die het mogelijk maakt om 50% van de te slopen bijgebouwen terug te bouwen tot een inhoud van maximaal 2000 m3.
  • De door de gemeenteraad bij de vaststelling van 24 november 2009 gewijzigde Staat van inrichtingen is nu toegevoegd. Abusievelijk was in het bestemmingsplan Buitengebied een verouderde Staat opgenomen.
  • Op de verbeelding zijn een aantal omissies hersteld. Het gaat daarbij om foutieve aanduidingen, verkeerde locaties, niet correcte begrenzingen.