direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer - Railverkeer
Plan: Buitengebied Nederweert
Plannummer: BPbgb2009DEF
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0946.BPbgb2009DEF-va01

Artikel 10 Verkeer - Railverkeer

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Railverkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • 1. spoorwegvoorzieningen;

met daarbijbehorende gebouwen, andere-bouwwerken, wegen, al dan niet gelijkvloerse kruisingen met wegen en water, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op de voor Verkeer - Railverkeer aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 10 m., gemeten vanaf bovenkant spoor, en een maximale oppervlakte van 10 m2., met dien verstande dat geen bebouwing mag worden opgericht binnen de op de verbeelding aangeduide Vrijwaringszone - spoor.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer dan 5 m, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf, bedragen.
10.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    • 1. bebouwing;
    • 2. verhardingen;
  • b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op:
    • 1. de natuurlijke en/of landschappelijke waarden van het gebied;
    • 2. stedenbouwkundige kwaliteit;
    • 3. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 4. de milieusituatie;
    • 5. de verkeersveiligheid;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 7. de sociale veiligheid;
    • 8. de externe veiligheid;
    • 9. de hemelwaterproblematiek.
  • c. Voor zover sprake is van bebouwing en verhardingen in het kader van agrarische ontwikkelingen, dient bij de aspecten natuurlijke en/of landschappelijke waarden, stedenbouwkundige kwaliteit en hemelwaterproblematiek in ieder geval het bepaalde in artikel 32.3 in acht te worden genomen.