direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Mookerplas e.o., 1e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0944.BPMOOKERPLASEO2016-VA03

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.'

afbeelding "i_NL.IMRO.0944.BPMOOKERPLASEO2016-VA03_0001.jpg"

bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.'

Het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.' is door de raad van de gemeente Mook en Middelaar vastgesteld op 25 oktober 2012. Bij de vaststelling heeft de raad aan burgemeesters en wethouders opgedragen om het plan binnen afzienbare tijd te herzien om onvolkomenheden te herstellen en om particuliere initiatieven mee te nemen. De herziening zal plaatsvinden in de vorm van een integrale herziening van het vastgestelde bestemmingsplan.

Het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o., 1e herziening' betreft de eerste herziening voor de Mookerplas van de gemeente Mook en Middelaar.

Op 11 mei 2017 heeft de gemeenteraad dit bestemmingsplan 'Mookerplas en omgeving, 1e herziening' gewijzigd vastgesteld. Tegen dit bestemmingsplan is beroep aangetekend bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak. Op 20 maart 2018 zou de behandeling plaatsvinden van het beroep dat is ingesteld tegen de vaststelling van het bestemmingplan.

Het beroep richt zich op de geprojecteerde veiligheidscontouren van het tankstation aan de Rijksweg 184 te Plasmolen. Op 9 oktober 2017 is de situatie ter plaatse opgenomen en geconstateerd dat er inderdaad sprake was van een afwijking tussen de bestemmingsplankaart en de feitelijke situatie. Op 20 maart 2018 zou de behandeling van het ingestelde beroep plaatsvinden. Aangezien op basis van de nieuwe meting is geconstateerd dat er inderdaad sprake is van een kennelijke fout is aan de Afdeling verzocht om de behandeling van het beroep van het bestemmingsplan aan te houden en de gemeente in gelegenheid te stellen om de fout te repareren. De Afdeling heeft in haar brief de dato 28 februari 2018 aangegeven de raad in de gelegenheid te stellen om het bestemmingsplan op dit onderdeel te repareren met gebruikmaking van de Wet bestuurlijke lus Algemene wet bestuursrecht.

De contour van de 'veiligheidszone - lpg' van het tankstation aan de Rijksweg 184 te Plasmolen wordt middels dit bestemmingsplan nu hersteld.

Bij de voorbereiding van het besluit tot wijziging van het bestemmingsplan hoeft afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet opnieuw te worden toegepast. Dit houdt in dat deze reparatie c.q. herziening van het bestemmingsplan niet opnieuw als ontwerp ter inzage dient te worden gelegd. De reparatie c.q. herziening kan direct worden vastgesteld.

Tegen het gerepareerde en opnieuw vastgesteld bestemmingsplan van 12 juli 2018 is wederom beroep aangetekend bij de Raad van State, tegen de gewijzigde contour van de betreffende 'veiligheidszone - lpg'. In het kader van de beroepsprocedure heeft de Raad van State op 18 september 2019 een definitieve uitspraak gedaan. In deze uitspraak is het besluit van 12 juli 2018 en het besluit van 11 mei 2017 van de raad van de gemeente Mook en Middelaar waarbij het bestreden besluit 'Mookerplas e.o., 1e herziening is vastgesteld vernietigd, voor zover dit betreft de bestemming 'bedrijf voor de percelen kadastraal bekend gemeente Mook, sectie C nummers 986, 1732, 1733 (Rijksweg 184) en kadastraal bekend gemeente Mook, sectie C, nummer 2302 (Zevenbergseweg 6a), en voor zover de gebiedsaanuiding 'veiligheidszone - lpg is toegekend.

De contour van de 'veiligheidszone - lpg' van het tankstation aan de Rijksweg 184 wordt met de nieuwe vaststelling (VG03) van dit bestemmingsplan opnieuw gewijzigd overeenkomstig de gemaakte afspraken tussen beide partijen. Dit nieuwe besluit dient op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te worden gemaakt. .

1.2 Herzieningen gerubriceerd

De ontwikkelingen en aanpassingen, die onderdeel uitmaken van deze herziening van het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.', zijn gerubriceerd naar hun achtergrond. Als eerste is de rubriek met wijzigingen in beleid. In de afgelopen jaren is beleid vastgesteld dat van invloed is op het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.'

Als tweede is de rubriek met 'Particuliere initiatieven' die inmiddels met een bestemmingsplan geregeld kunnen worden. Hieronder vallen ook de te verwerken omgevingsvergunningen, (project)bestemmingsplannen en wijzigingsplannen die reeds zijn vergund c.q vastgesteld.

De derde rubriek omvat 'Planverbeteringen'. De geconstateerde onvolkomenheden zijn kort aangegeven, alsmede de door te voeren verbeteringen. De wijziging die volgt uit het opnieuw vast stellen van dit bestemmingsplan is opgenomen in de rubriek 'Planverbeteringen'.

Hoofdstuk 2 Beleid

Het beleid van de diverse overheidsinstanties, zoals Rijk, provincie, regio en gemeente, is uitvoerig behandeld in de toelichting van het vigerende bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.'. Hieruit is gebleken dat planologische mogelijkheden voor de omgeving van de Mookerplas passen binnen de beleidskaders van de verschillende overheidsinstanties.

Sinds de vaststelling in 2012 van het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.' zijn diverse beleidsstukken gewijzigd. De nieuwe ontwikkelingen die met dit bestemmingsplan worden meegenomen worden in een separate verantwoording aan het beleid getoetst. De onvolkomenheden zijn van dusdanig kleine aard dat deze niet getoetst hoeven te worden aan dit beleid.

Het nieuwe beleid is echter van invloed op het gehele plangebied, dus ook de delen die niet wijzigen. Hieronder een samenvatting van de gewijzigde beleidsstukken.

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Barro

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat deze bedoeld zijn om beperkingen te stellen aan de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevestigt in juridische zin die kaderstellende uitspraken. Met het Barro geeft het Rijk algemene regels voor bestemmingsplannen. Doel van dit Besluit is bepaalde onderwerpen uit de SVIR te verwezenlijken.

Door middel van het Barro worden voor een aantal specifieke onderwerpen algemene regels gesteld ten behoeve van de verwerking in bestemmingsplannen. In het SVIR is aangegeven wat het nationale belang is van het stellen van regels voor deze onderwerpen. De algemene regels in het Barro hebben vooral een conserverend/beschermend karakter waardoor geformuleerde nationale belangen niet belemmerd worden door ontwikkelingen die middels bestemmingsplannen mogelijk worden gemaakt. Voor een aantal onderwerpen geeft het Barro de opdracht dan wel de mogelijkheid aan provincies om bij provinciale verordening regels te stellen. Tevens geeft de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) uitwerking aan enkele bepalingen in het Barro.

Het Barro voorziet in onderwerpen die op het plangebied van toepassing zijn. Het gaat daarbij om de vrijwaringszone van de Maas, het rivierbed van de Maas, een radarverstoringsgebied en een obstakelbeheergebied.

Vrijwaringszone Maas

Op grond van artikel 6.9 van de Waterwet mag – kort gezegd – het uitvoeren van bepaalde daar genoemde activiteiten in, op, boven, over of onder de vaarweg de scheepvaartfunctie niet belemmeren. De waterregelgeving beperkt zich tot het gebied van de waterstaatswerken, dat wil zeggen de oppervlaktewaterlichamen en bijbehorende kunstwerken. Het is met het oog op de veiligheid op de vaarweg echter noodzakelijk om een zone te beschermen die verder reikt dan het gebied van de waterstaatswerken.

Op grond van artikel 2.1.3 van het Barro dient bij de vaststelling van een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden binnen de begrenzing van een rijksvaarweg of op een vrijwaringszone rekening gehouden te worden met het voorkomen van belemmeringen voor:

  • a. de doorvaart van de scheepvaart in de breedte, hoogte en diepte;
  • b. de zichtlijnen van de bemanning en de op het schip aanwezige navigatieapparatuur voor de scheepvaart;
  • c. het contact van de scheepvaart met bedienings- en begeleidingsobjecten;
  • d. de toegankelijkheid van de rijksvaarweg voor hulpdiensten, en
  • e. het uitvoeren van beheer en onderhoud van de rijksvaarweg.

Vanwege het consoliderende karakter van het bestemmingsplan is het bestemmingsplan niet van invloed op het functioneren van de vaarweg als bedoeld in het Barro. Reeds bestaande belemmeringen en bestemmingen worden gerespecteerd. Op grond van de Barro dient aan weerszijden van de begrenzingslijn rekening gehouden te worden met een 'vrijwaringszone - vaarweg' met een breedte van 25 meter. Daarnaast dient er binnen een afstand van 300 meter van een havenuitvaart of vaarwegsplitsing een vrijwaringszone van 50 meter aan weerszijden van de vaarweg aangehouden te worden. De vrijwaringszone wordt op de verbeelding en in de regels verwerkt.

Rivierbed en waterkering

Binnen de randvoorwaarden die de waterveiligheid stelt, worden mogelijkheden geboden voor ruimtelijke ontwikkelingen met het oog op behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierbed. De Beleidslijn grote rivieren formuleert in dit verband een aantal algemene rivierkundige voorwaarden voor nieuwe activiteiten in het rivierbed met ruimtelijke gevolgen. Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een rivierbed mag geen belemmeringen laten ontstaan voor de vergroting van de afvoercapaciteit van de rivier.

In het Barro is verder bepaald dat gronden waarop een primaire waterkering ligt of die de functie van primaire waterkering hebben, als zodanig bestemd worden. De waterkering biedt beveiliging tegen overstroming van de Maas en met het toekennen van een bestemming wordt het onderhoud, de bescherming en instandhouding veilig gesteld.

Radarverstoringsgebied

Binnen dit gebied geldt een maximale bouwhoogte voor bouwwerken, zodat wordt voorkomen dat het radarbeeld door die bouwwerken kan worden verstoord. In het Rarro is opgenomen hoe deze maximale bouwhoogte te bepalen is.

Het radarverstoringsgebied wordt gevormd door een cirkel met een straal van 15 km kilometer gemeten vanaf de positie van de radar. De maximale hoogte van bouwwerken in het radarverstoringsgebied wordt bepaald door elke denkbeeldige rechte lijn die wordt getrokken vanaf een punt op de top van de radarantenne, oplopend met 0,25 graden tot 15 km van de radarantenne. De hoogte van de antenne van Volkel is gelegen op een hoogte van 49 m +NAP. Voor de tippen van de wieken van windturbines geldt voor een gebied van 60 km buiten de zone van 15 km een maximale hoogte (114 meter t.o.v. NAP). Windturbines worden binnen het plangebied niet toegestaan. Voor de bouwregels gelden verder geen beperkingen vanuit het radarverstoringsgebied omdat de hoogte van de toegestane bouwwerken beperkt is.

Obstakelbeheergebied

Rondom militaire luchtvaartterreinen zijn zones met beperkingen opgenomen in verband met geluid en veiligheid. Ten westen van het plangebied ligt militair luchtvaartterrein ‘Vliegbasis Volkel’. De aanvliegroute voor het vliegveld is onder andere gesitueerd over de planlocatie. Vanuit het belang van geluid en veiligheid gelden voor de aanvliegroute diverse bepalingen over de maximale bouwhoogte van gebouwen. Deze maximale hoogte is 150 meter boven NAP. Voor het bestemmingsplan vormt dit geen beperking.

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 POL 2014

Op 12 december 2014 is door Provinciale Staten het Provinciaal OmgevingsPlan 2014 (POL2014) vastgesteld. Het POL2014 is per 16 januari 2015 in werking getreden. Het POL 2014 heeft vier wettelijke functies: structuurvisie (Wet ruimtelijke ordening), provinciaal milieubeleidsplan (Wet milieubeheer), regionaal waterplan (Waterwet), Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan (Planwet verkeer en vervoer).

In het POL 2014 komen alleen die zaken aan bod, die er op provinciaal niveau echt toe doen en die vragen om regionale oplossingen. Dat sluit aan bij de basisfilosofie en ook bij aanpak de van de rijksoverheid die zich beperkt tot een 13-tal nationale ruimtelijke belangen. Zo veel mogelijk ligt de verantwoordelijkheid bij gemeenten en andere partners die met hun lokale kennis prima maatwerk kunnen leveren.

In het POL staan de fysieke kanten van het leef- en vestigingsklimaat centraal. Belangrijke uitdagingen zijn het faciliteren van innovatie, het aantrekkelijk houden van de regio voor jongeren en arbeidskrachten, het versnellen van de energietransitie, de fundamenteel veranderde opgaven op het gebied van wonen en voorzieningen, de leefbaarheid van kernen en buurten en het inspelen op de klimaatverandering.

Aan het provinciaal omgevingsbeleid ligt een aantal principes ten grondslag: kwaliteit staat daarbij centraal. Dat komt tot uiting in het koesteren van de gevarieerdheid van Limburg onder het motto ‘meer stad, meer land’, het bieden van ruimte voor verweving van functies, in kwaliteitsbewustzijn, en in dynamisch voorraadbeheer dat moet resulteren in een nieuwe vorm van groeien. Het dynamisch voorraadbeheer vormt een belangrijk onderdeel van het POL2014. In Limburg zijn voldoende woningen, bedrijventerreinen, kantoren en winkels aanwezig, in toenemende mate zelfs te veel. Tegelijkertijd is de kwaliteit steeds minder toegesneden op de behoefte. Op al deze gebieden liggen er nog grote kwalitatieve opgaven. Blijvende vernieuwing en innovatie zijn dan ook van groot belang. Algemene principes voor duurzame verstedelijking sluiten hierop aan, zoals de ladder van duurzame verstedelijking en de prioriteit voor herbenutting van cultuurhistorische en beeldbepalende gebouwen. Deze principes zijn tevens vastgelegd in de Provinciale Omgevingsverordening.

 

Het POL nodigt gemeenten uit om een flink aantal vraagstukken in regionaal verband verder uit te werken. Voor de thema’s wonen, bedrijventerreinen, kantoren, detailhandel, land- en tuinbouw, energie en vrijetijdseconomie zetten we in op regionale visies, die de basis moeten vormen voor afspraken tussen regiogemeenten en Provincie. Minder dan voorheen richten de Provincie zich op het beoordelen van individuele ontwikkelingen met een lokaal karakter: deze rol wordt overgelaten aan de diverse gemeenten. Middels het POL2014 wordt wel een aantal beleidsmatige kaders gesteld, al dan niet verankerd in de provinciale Omgevingsverordening.

 

Zonering plangebied

De grote variatie in omgevingskwaliteiten is een kenmerk en sterk punt van Limburg. Om daaraan recht te doen, worden in het POL2014 acht globaal afgebakende gebiedstypen onderscheiden. Dit zijn zones met elk een eigen karakter, herkenbare eigen kernkwaliteiten, en met heel verschillende opgaven en ontwikkelingsmogelijkheden. Het plangebied van onderhavig bestemmingsplan is gelegen in een aantal zones. De binnen het plangebied gelegen kernen worden op kaart 1 van het POL2014 ‘Zonering Limburg’ gerekend tot de zone ‘Overig bebouwd gebied’. Ten aanzien van de zone ‘Overig bebouwd gebied’ is een aantal algemene beleidsdoelstellingen / aandachtspunten geformuleerd:

  • Transformatie regionale woningvoorraad;
  • Bereikbaarheid;
  • Balans voorzieningen en detailhandel;
  • Stedelijk groen en water;
  • Kwaliteit leefomgeving.

Het buitengebied ligt grotendeels binnen de zone 'Bronsgroene landschapszone' en in mindere mate binnen de 'Goudgroene natuurzone' en 'Zilvergroene natuurzone'. Zeer bepekte delen zijn aangeduid als 'Buitengebied'. De 'Goudgroene natuurzone' betreft gebieden waar natuur en natuurontwikkeling het primaat hebben vanwege de voorkomende waardevolle flora en fauna, vaak van (inter)nationale betekenis (zoals de Natura2000-gebieden). Beleidsaccenten zijn:

  • Realisatie areaaluitbreiding natuur;
  • Recreatief medegebruik;
  • Terugdringen milieubelasting.

Landbouwgebieden waar grote kansen liggen voor ontwikkeling van natuurwaarden maken onderdeel uit van de 'Zilvergroene natuurzone'. De accenten voor deze zone zijn:

  • Ontwikkeling grondgebonden landbouw;
  • Beheer en ontwikkeling flora en fauna;
  • Recreatief medegebruik.

De 'Bronsgroene landschapszone' omvat de beekdalen en het winterbed van de Maas met een grote variatie aan functies, in hoge mate bepalend voor het beeld van het Limburgs landschap. Het beleid is gericht op:

  • Kwaliteit en functioneren regionaal watersysteem;
  • Ontwikkeling landbouw in balans met omgeving;
  • Versterken kernkwaliteiten landschap en cultuurhistorie;
  • Recreatief medegebruik.

Gelet op zijn beheersmatig karakter gelden er ten aanzien van onderhavig planvoornemen geen specifieke beleidsmatige randvoorwaarden als gevolg van de ligging in de regio ‘Noord-Limburg’ en/of de zoneringen. Voor de nieuwe ontwikkelingen wordt in de separate onderbouwing de verantwoording gegeven.

2.2.2 Omgevingsverordening Limburg 2014

Bij het POL2014 hoort de Omgevingsverordening Limburg. De juridische doorwerking van het omgevingsbeleid wordt in deze verordening geregeld. Naast bepalingen die voor iedereen gelden (gedragsregels), bevat de Omgevingsverordening ook een hoofdstuk "Ruimte", waarin instructieregels naar gemeenten zijn opgenomen. De te maken regionale bestuursafspraken worden in de Omgevingsverordening Limburg geborgd. De Omgevingsverordening Limburg 2014 is, net als het POL, op 12 december 2014 vastgesteld door Provinciale Staten en is per 16 januari 2015 in werking getreden.

De oude Omgevingsverordening Limburg was een samenvoeging van de Provinciale milieuverordening, de Wegenverordening, de Waterverordening en de Ontgrondingenverordening. De Omgevingsverordening Limburg is op 1 januari 2011 in werking getreden. In 2014 is de Omgevingsverordening opnieuw gewijzigd, vanwege de vaststelling van POL 2014, waarin is bepaald dat er een nieuw hoofdstuk "Ruimte" aan de Omgevingsverordening wordt toegevoegd. Dat hoofdstuk "Ruimte" is gericht op de doorwerking van het ruimtelijke beleid van POL 2014 naar gemeentelijke ruimtelijke plannen.

Het POL 2014 zet sterk in op het zoveel mogelijk concentreren van nieuwe stedelijke ontwikkelingen binnen bestaand stedelijk gebied. In de omgevingsverordening komt dit tot uiting in de Ladder voor duurzame verstedelijking (artikel 2). Daarin wordt gesteld dat een ruimtelijk plan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, rekening houdt met het bepaalde in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Daarbij worden tevens de mogelijkheden van herbenutting van leegstaande monumentale en beeldbepalende gebouwen, zoals bedoeld in artikel 2.2.3 van de omgevingsverordening onderzocht. De toelichting bij het ruimtelijk plan bevat een verantwoording over de wijze waarop hieraan invulling is gegeven. De nieuwe ontwikkelingen die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt zijn indien nodig aan de duurzaamheidsladder getoetst. Deze verantwoording is in de separate onderbouwingen opgenomen.

Langs de N271 is een reserveringszone aangeduid die vrij moet blijven met het oog op een toekomstige verbreding of het anderszins uitbreiden of verbeteren van deze weg. De zone heeft een breedte aan beide zijden van de weg van 15 meter uit de buitenste kantstreep. De reserveringszone wordt als 'vrijwaringszone - weg' aangeduid.

Het deel van het plangebied dat is aangemerkt als landelijk gebied valt binnen de zone 'goudgroene natuurzone' en 'bronsgroene landschapszone'. Voor het plangebied volgen uit de verordening vanuit deze zonering geen specifieke regels die door dienen te werken in dit bestemmingsplan.

Het plangebied ligt ook in uitsluitingsgebied voor windturbines. Met het planvoornemen is geen sprake van een ontwikkeling of planologische mogelijkheid tot het realiseren van een windturbine. Artikel 2.6 van dit bestemmingsplan wordt derhalve geschrapt.

Ook maken delen van het plangebied onderdeel uit van het extensiveringsgebied intensieve veehouderij. Binnen deze zone is uitbreiding van een intensieve veehouderij niet toegestaan. Nieuwvestiging is in het gehele plangebied niet toegestaan. Dit verbod is niet van toepassing op incidentele nieuwvestiging van intensieve veehouderij die per saldo leidt tot een kwalitatieve verbetering van het leefklimaat. Voorwaarde is dat er sprake is van een duurzame vestigingslocatie en er een koppeling is met de beëindiging van vergelijkbare activiteiten elders. Deze uitzondering geldt niet binnen de 'Goudgroene Natuurzone' en binnen extensiveringsgebieden intensieve veehouderij. Het extensiveringsgebied wordt op de verbeelding aangeduid.

Het plangebied ligt tevens in een zone veehouderij en Natura 2000. In dit plan is echter geen sprake van uitbreiding van ontwikkelingen van stikstof-emitterende bouwwerken. Om een mogelijke toename van de stikstofdepositie te voorkomen en om het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met artikel 19j van de Nbw 1998 zijn ten aanzien van de intensieve veehouderij voorzorgen opgenomen in het bestemmingsplan.

  • 1. De feitelijke bestaande situatie van de stikstofemitterende bouwwerken is de situatie die vergund (op grond van de Nbw 1998) is ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan of indien een inrichting niet beschikt over een vergunning op grond van de Nbw 1998 de feitelijk bestaande stikstofemissie ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
  • 2. Om te voorkomen dat de stikstofemissie vanuit bestaande bedrijven toeneemt, worden bij de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke en natuurwaarden' nadere regels opgenomen waarbij het gebruik, de bouw, vergroting van stikstofemitterende bouwwerken aan voorwaarden worden gebonden in die zin dat de vergunde stikstofemissie of indien geen vergunning aanwezig is de feitelijk bestaande stikstofemissie van de inrichting niet toeneemt.

Het grondwaterbeschermingsgebied is over het noordwestelijk deel van het plangebied gelegen. Hiervoor gelden specifieke regelingen en derhalve is deze zonering in het bestemmingsplan opgenomen.

Op grond van de Omgevingsverordening Limburg geldt voor het plangebied de 'normering regionale waterlast' met een normering van 1:100, 1:25 of 1:10. Dit houdt in dat de bergings- en afvoercapaciteit van de regionale wateren moeten zijn ingericht op deze normering. Het is aan de beheerder van de regionale wateren om te zorgen dat deze wateren aan de normering voldoen. De beheerder brengt, vanwege zijn zorgplicht voor de handhaving van de veiligheidsnorm, periodiek verslag uit aan gedeputeerde staten over de algemene waterstaatkundige toestand van de regionale waterkeringen onder zijn beheer. Het waterschap Limburg is beheerder van deze regionale wateren.

Geconcludeerd wordt dat vanuit de Omgevingsverordening Limburg 2014 een aantal zoneringen ter plaatse van het plangebied van toepassing zijn. Deze zoneringen worden overgenomen en van een passende regeling voorzien.

2.2.3 Wijzigingsverordeningen Omgevingsverordening Limburg 2014

Sinds de vaststelling van de Omgevingsverordening Limburg 2014 zijn er diverse Wijzigingsverordeningen en aanpassingen aan de orde gekomen. Enkele fouten zijn met het Erratum mei 2015, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 16 mei 2015, hersteld. De kennelijke verschrijvingen betroffen passages in de toelichting bij Paragraaf 2.7 Bronsgroene landschapszone. De technische fouten omvatten kaartcorrecties van de goudgroene en zilvergroene natuurzone en het toevoegen van enkele koppelingen tussen tekst en kaartverbeelding.

In september 2015 is een tweede aanpassing doorgevoerd in de Omgevingsverordening. Dit betrof een actualisatie van de bijlage bij artikel 3.1.2, eerste lid, inzake stalsystemen. Daarnaast zijn diverse aanpassingen in het kaartbeeld van goudgroene natuurzone doorgevoerd naar aanleiding van de inspraak bij de vaststelling van het Natuurbeheerplan 2016.

Met de wijziging van de Omgevingsverordening Limburg 2014 in november 2016 is op de eerste plaats invulling gegeven aan, overeenkomstig hetgeen is vastgelegd in POL2014, de borging van de bestuursafspraken regionale uitwerking POL 2014 in de Omgevingsverordening Limburg 2014 door middel van voorzorgsbepalingen. Ook zijn nog enkele andere aanpassingen doorgevoerd. Deze aanpassingen betreffen onder meer het onder het toepassingsbereik van de Omgevingsverordening brengen van de zogenaamde kruimelgevallenregeling en een vernieuwde regeling voor de tijdelijke huisvesting van short-stay arbeidsmigranten op recreatieterreinen.

Op de verbeeldingen wordt de actuele begrenzing van de zonering van de goudgroene natuurzone (ecologische hoofdstructuur) en overgenomen.

2.3 Regionaal en gemeentelijk beleid

2.3.1 Structuurvisie Toerisme en recreatie

De structuurvisie Toerisme en Recreatie, vastgesteld 7 maart 2013, formuleert de doelstellingen omtrent toerisme in de gemeente en vertaalt deze in een programma.

Dagrecreatie in Mook en Middelaar is sterk ontwikkeld. Belangrijke onderdelen van het toeristisch-recreatief product zijn wandelmogelijkheden in de natuurgebieden, fietsen in het buitengebied, oever- en waterrecreatie op de Mookerplas en horecavoorzieningen in onder andere Plasmolen. De verblijfsrecreatieve voorzieningen in de gemeente zijn met name gericht op vaste stand- en ligplaatsen. De economische spin-off van het kwalitatief hoogwaardige dagrecreatieve product kan worden vergroot door meer ontwikkelingsmogelijkheden te bieden voor toeristische verblijfsrecreatie.

Ter ontwikkeling van de dagrecreatieve mogelijkheden zijn verspreid over de gemeente zoeklocaties voor hotspots aangewezen. Een onderscheid is gemaakt waar de gemeente kansen ziet voor het opstarten van nieuwe recreatieve ondernemingen en plekken die iets te vertellen hebben vanuit, natuur, landschap, cultuur en historie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0944.BPMOOKERPLASEO2016-VA03_0002.png"

Uitsnede Visiekaart Toerisme en Recreatie

Binnen het plangebied zijn diverse locaties als hotspots aangewezen. Echter omdat nog niet duidelijk is hoe deze uiteindelijk ingevuld worden, wordt in het bestemmingplan hiervoor geen regeling opgenomen.

2.3.2 Saneringsregeling afwijkingenbeleid

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 15 september 2015 het Afwijkingenbeleid omgevingsvergunning ingetrokken dat is vastgesteld op 22 mei 2012. De Saneringsregeling afwijkingenbeleid, afzonderlijk vastgesteld op 1 juli 2014, blijft onverminderd van kracht.

Als een omgevingsvergunningaanvraag niet past binnen de regels van het bestemmingsplan, zal worden bekeken of de aanvraag past binnen het afwijkingenbeleid. Voor de bouw van een groter oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken als toegestaan in het bestemmingsplan heeft de gemeente Mook en Middelaar een saneringsregeling vastgesteld. Indien sprake is van herbouw van bijbehorende bouwwerken is het onder voorwaarden mogelijk om op een perceel meer bijgebouwen op te richten.

Voor zover bijbehorende bouwwerken worden gesloopt, geldt dat:

  • Indien het totaal aan bestaande bijbehorende bouwwerken op het gehele erf de totale toegestane oppervlakte van 80 m² overschrijdt, maar onder een totale oppervlakte blijft van 200 m², mag 80 % van de totale oppervlakte en inhoud van deze bijbehorende bouwwerken worden teruggebouwd.
  • Indien het totaal aan bestaande bijbehorende bouwwerken op het gehele erf de totale oppervlakte van 200 m² overschrijdt maar onder een totale oppervlakte blijft van 500 m², mag 65 % van de totale oppervlakte en inhoud van deze bijbehorende bouwwerken worden teruggebouwd.
  • Indien het totaal aan bestaande bijbehorende bouwwerken op het gehele erf de totale oppervlakte van 500 m² overschrijdt, mag 50 % van de totale oppervlakte en inhoud van deze bijbehorende bouwwerken worden teruggebouwd.

Naast de hiervoor aangegeven voorwaarden, gelden de volgende algemene voorwaarden:

  • De regeling is niet van toepassing op de gebieden behorende bij beheersverordening 'Natuurgebieden' en bestemmingsplan 'De Bisselt'.
  • De regeling is alleen van toepassing binnen de bestemming 'Wonen'.
  • De goot- en nokhoogte van de nieuw te bouwen bijbehorende bouwwerken mag niet hoger zijn dan de goot- en bouwhoogte zoals opgenomen in de regels van het van toepassing zijnde bestemmingsplan.
  • In uitzondering op het bovenstaande geldt dat bij de herbouw van een veldschuur of hooimijt de maximale goothoogte van de te slopen veldschuur of hooimijt geldt als maximale goothoogte van de nieuw te bouwen veldschuur of hooimijt.
  • De inhoud en oppervlakte van ondergrondse bouwwerken worden niet meegerekend bij de bepaling van de inhoud en oppervlakte van terug te bouwen bijbehorende bouwwerken.
  • De nieuw te bouwen bijbehorende bouwwerken mogen slechts buiten het bouwvlak worden gebouwd indien dit uit stedenbouwkundig en verkeerstechnisch oogpunt passend is, waarbij de nieuw te bouwen bijbehorende bouwwerken landschappelijk dienen te worden ingepast.
2.3.3 Welstandsnota 2013

In de Welstandsnota is vastgelegd hoe het welstandstoezicht in de gemeente Mook en Middelaar is geregeld. Tevens geeft deze nota uitgangspunten en criteria voor het welstandsoordeel. Het gemeentebestuur wil met deze nota een belangrijke stap zetten naar modernisering en vermaatschappelijking van het welstandstoezicht.

Het doel van het welstandstoezicht is om een bijdrage te leveren aan de schoonheid en de aantrekkelijkheid van de (bebouwde) omgeving. Door het opstellen van welstandsbeleid kan de gemeente in alle openheid een effectief en inzichtelijk welstandstoezicht inrichten en opdrachtgevers en ontwerpers in een vroeg stadium informeren over de criteria die bij de welstandsbeoordeling een rol spelen. Sinds de invoering van de Wabo in 2010 is de categorie vergunningvrije bouwwerken flink uitgebreid. Dit betekent dat alleen de grotere bouwplannen nog door de welstandscommissie wordt getoetst. Juist omdat nu veel vergunningsvrij kan worden gebouwd zijn er in de welstandsnota geen welstandsvrije gebieden opgenomen. Ook niet voor het buitengebied. De gemeente erkent daarmee het belang voor recreatie en toerisme die het buitengebied heeft en het daarin overheersende groene karakter. Daarmee wenst de gemeente een signaal af te geven aan initiatiefnemers voor niet vergunningplichtinge aanpassingen aan bebouwing. Voor vergunningplichtige gebouwen wordt er altijd een welstandstoets uit gevoerd. Wel wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de verschillende gebieden. Ten aanzien van gebieden die een bijzondere, beeldbepalende betekenis hebben voor de gemeente geldt een hoog welstandsniveau. Gebieden met minder importantie krijgen een laag welstandsniveau. Hiervoor geldt een soepele toets.

afbeelding "i_NL.IMRO.0944.BPMOOKERPLASEO2016-VA03_0003.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0944.BPMOOKERPLASEO2016-VA03_0004.jpg"  

kaart gebiedsindeling en legenda

Toets plan

Het plangebied valt onder de volgende deelgebieden met bijbehorend welstandsniveau:

  • De linten (welstandsniveau 2);
  • Bebouwing langs de Rijksweg (welstandsniveau 1);
  • Planmatige uitbreidingen (welstandsniveau 3);
  • Individuele woningbouw (welstandsniveau 3);
  • Wonen aan de Maas (welstandsniveau 1);
  • Bedrijventerrein (welstandsniveau 2);
  • Buitengebied (welstandsniveau 3);
  • Recreatiegebied (welstandsniveau 2).

Aan de Rijksweg en langs de Maas is op veel plaatsen nog oorspronkelijke bebouwing terug te vinden. Om die reden geldt op grond van de Welstandnota in deze gebieden een hoger welstandsniveau (niveau 1). Het welstandsbeleid is hier gericht op het handhaven, herstellen en versterken van gewaardeerde of gewenste ruimtelijke karakteristieken en op de samenhang binnen het gebied of object. Langs de linten, voor het bedrijventerrein en het recreatiegebied geldt een regulier welstandsregime (niveau 2). Dit houdt in dat de gemeente, ondanks het feit dat het gebied geen topprioriteit heeft, wel alert moet blijven op de ruimtelijke kwaliteit aldaar. De welstandsbeoordeling richt zich op het handhaven of gericht veranderen en verbeteren van de basiskwaliteit van het gebied. Daarbij wordt zorgvuldig gekeken naar de invloed op de omgeving en de architectonische uitwerking van het bouwplan. Detaillering en materialisering worden op hoofdlijnen bekeken.

Voor de overige gebieden geldt een soepele toets (niveau 3). In deze gebieden worden bouwplannen alleen op hoofdlijnen getoetst door de welstandscommissie en de verantwoordelijkheid voor kleinschalige invullingen en detailleringen komt hoofdzakelijk bij bewoners en eigenaren te liggen. Het welstandsbeleid is gericht op het handhaven van de basiskwaliteit van het gebied. Bij de welstandstoets wordt vooral gekeken of het bouwplan zijn omgeving niet verstoort.

 

De welstandnota geldt als een aanvulling op voorliggend bestemmingsplan.

2.3.4 Handhavingsbeleid 2012-2016

Op 19 augustus 2008 is door het college van burgemeesters en wethouders een handhavingsbeleid en -programma rode spoor vastgesteld voor een periode van vier jaar. De huidige omstandigheden zijn behoorlijk gewijzigd. Daarom heeft het college op 17 april 2012 en de gemeenteraad op 24 mei 2012 het 'Beleids- en Uitvoeringsplan 2012-2016, Integrale handhaving Wabo+' vastgesteld.

Door het college van burgemeesters en wethouders worden met betrekking tot handhaving de volgende beleidsvoornemens (doelstellingen) voorgestaan:

  • Het bereiken van een adequaat niveau van handhaving;
  • De toezichtslast voor bedrijven en burgers zowel in kwantitatieve als kwalitatieve beperken;
  • Het vergroten van de efficiëntie en de effectiviteit van de inzet van middelen;
  • Het verbeteren van het naleefgedrag.

Dit bestemmingsplan bepaalt voor het plangebied de kaders ten aanzien van het gebruik en het bouwen. Past een bepaalde activiteit niet binnen deze kaders, komt het handhavingsaspect aan de orde.

Hoofdstuk 3 Particuliere initiatieven

3.1 Algemeen

Na de vaststelling van het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.' zijn er diverse omgevingsvergunningen, (project)bestemmingsplannen en wijzigingsplannen ìn procedure gebracht en verleend of vastgesteld. Deze plannen worden opgenomen in deze herziening van het bestemmingsplan.

Ook zijn een aantal particuliere initiatieven binnen het plangebied actueel geworden. Deze initiatieven passen niet binnen dit bestemmingsplan en vragen om een nieuwe bestemmingsplanregeling. Voor deze initiatieven zijn een ruimtelijke onderbouwingen inclusief noodzakelijke onderzoeken opgesteld waarmee aangetoond wordt dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. De ruimtelijke onderbouwingen en onderzoeken zijn als bijlage bij deze toelichting gevoegd.

3.2 Vergunde ontwikkelingen

Op te nemen omgevingsvergunningen, (project)bestemmingsplannen en wijzigingsplannen:

  • 1. Bestemmingsplan 'Elzenstraat 16-16a, bestemmingsplan voor de legalisatie van een meubelmakerij en de realisatie van een kookstudio;
  • 2. Bestemmingsplan 'Kerkplein', bestemmingsplan ten behoeve van de bouw van 6 appartementen en 2 grondgebonden woningen;
  • 3. Bestemmingsplan 'Plasmolen, Bungalowpark De Riethorst', bestemmingsplan ten behoeve van vergroting van het recreatieve aanbod in de vorm van een accommodatie voor grote gezinnen en de bouw van een nieuwe bedrijfswoning;
  • 4. Paraplubestemmingsplan 'Standplaatsen', bestemmingsplan voor het uitbreiden van het aantal standplaatsen binnen de gemeente;
  • 5. Wijzigingsplan 'Zevenbergseweg 12', wijziging in de bestemming 'Wonen' met maximaal twee woningen;
  • 6. 'Cuijksesteeg', omgevingsvergunning voor parkeerplaats Dolfijn;
  • 7. 'Dorpsstraat 51a', omgevingsvergunning voor kleinschalige toeristische verblijfseenheid;
  • 8. Dorpsstraat 38-38a, omgevingsvergunning voor ontsluiting aan de achterzijde en aan huis gebonden bedrijf (aannemersbedrijf);
  • 9. 'Eindweg 17-Veerstraat 2', omgevingsvergunningen voor splitsing woning en gebruik als burgerwoning;
  • 10. 'Elzenstraat 2', omgevingsvergunning voor gebruik agrarische bedrijfswoning als plattelandswoning;
  • 11. 'Kopseweg 21', omgevingsvergunning voor omzetten gebruik naar wonen en herbouw schuur;
  • 12. 'Pastoorsdijk 11': omgevingsvergunning verleend voor aanlegsteiger;
  • 13. 'Rijksweg 126': omgevingsvergunning voor een kleinschalige toeristische verblijfseenheid;
  • 14. 'Rijksweg 150', omgevingsvergunning voor een hondentrimsalon aan huis.

Deze plannen worden in deze herziening van een passende bestemming en bijbehorende regeling voorzien.

3.3 Nog niet vergunde ontwikkelingen

Het betreft nog niet vergunde ontwikkelingen op de volgende locaties:

  • 1. Eindweg 17;
  • 2. Elzenstraat 18;
  • 3. Elzenstraat 18a;
  • 4. Kopseweg 17;
  • 5. Pastoorsdijk 7;
  • 6. Rijksweg 176;
  • 7. Schildersweg 21-21a.

De ontwikkelingen worden hierna kort omschreven. Per ontwikkeling wordt in het kort aangegeven wat de afwijkingen zijn met het geldende bestemmingsplan. Voor elk initiatief is in opdracht van de initiatiefnemer een deugdelijke ruimtelijke onderbouwing opgesteld, inclusief de benodigde omgevingsonderzoeken. Deze ruimtelijke onderbouwingen vormen de basis voor dit bestemmingsplan en zijn als bijlage toegevoegd aan de toelichting.

3.3.1 Eindweg 17

Op de locatie Eindweg 17 in het buitengebied van Middelaar wordt een hoveniersbedrijf uitgeoefend. Deze bedrijvigheid past niet binnen het huidige bestemmingsplan. Derhalve dient de bestemming gewijzigd te worden. Tevens is in 1973 de agrarische bedrijfswoning gesplitst in twee woningen.

De locatie kent op grond van het vigerend bestemmingplan 'Mookerplas e.o.' de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke en natuurwaarden'. Binnen deze bestemming is een hoveniersbedrijf niet toegestaan. Derhalve wordt voor het gedeelte waar het hoveniersbedrijf aan huis is gevestigd de bestemming gewijzigd in 'Wonen' met nadere aanduiding 'hovenier' mits op basis van het Limburgs Kwaliteitsmenu sprake is van een kwaliteitsverbetering van de locatie.

Voor de splitsing van de bedrijfswoning in twee burgerwoningen is reeds een omgevingsvergunning verleend (zie paragraaf 3.2). De woning Veerstraat 2 wordt eveneens bestemd als 'Wonen'.

Met de ruimtelijke onderbouwing, zie Bijlage 2, wordt de planologische en milieutechnische haalbaarheid van het initiatief aangetoond.

3.3.2 Elzenstraat 18

Ter plaatse van het adres Elzenstraat 18 in het buitengebied van Middelaar wenst initiatiefnemer een slakkenkwekerij te beginnen. Tevens is het voornemen een ontvangst- en excursieruimte en een streekwinkel te realiseren. In de streekwinkel worden de op eigen bedrijf gekweekte slakken en streekproducten aangeboden. Deze activiteiten zijn voorzien binnen de bestaande bebouwing en op het buitenterrein.

De locatie kent op grond van het vigerend bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.' de bestemming 'Agrarisch met waarden'. Binnen deze bestemming is een grondgebonden agrarisch bedrijf binnen het ter plaatse aanwezige bouwvlak toegestaan. Een slakkenkwekerij kan als agrarisch bedrijf worden aangemerkt, maar de realisatie van een ontvangst- en excursieruimte past niet binnen het bestemmingsplan. Hiervoor wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen met voorwaarden waaraan een dergelijke ontwikkeling moet voldoen.

Het plangebied wordt in deze herziening bestemd als 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke en natuurwaarden' met een nadere aanduiding voor de slakkenkwekerij. Met de ruimtelijke onderbouwing, zie Bijlage 3, wordt de planologische en milieutechnische haalbaarheid van het initiatief aangetoond.

3.3.3 Elzenstraat 18a

De woning aan de Elzenstraat 18a te Middelaar maakt onderdeel uit van de agrarische bedrijfsbestemming van het perceel Elzenstraat 18. De bewoner van Elzenstraat 18a heeft geen directe relatie meer met het ter plaatse gevestigde agrarisch bedrijf en heeft daarom bij de gemeente verzocht de aanduiding 'plattelandswoning' op zijn woning te leggen.

De gemeente Mook en Middelaar is voornemens medewerking te verlenen voor het gebruik van de bestaande bedrijfswoning als plattelandswoning op het adres Elzenstraat 18a te Middelaar. De betreffende woning is in het verleden gerealiseerd als bedrijfswoning behorende bij het ter plaatse gevestigde agrarische bedrijf.

Om de bewoning van de woning door derden juridisch mogelijk te maken, zonder dat dit beperkingen oplevert voor de bedrijfsactiviteiten van het ter plaatse gevestigde agrarisch bedrijf en de omliggende agrarische bedrijven, dient de woning aangemerkt te worden als plattelandswoning.

Het initiatief wordt opgenomen in de deze herziening van het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.'. Het plangebied wordt hierin bestemd als 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke en natuurwaarden' met een nadere aanduiding voor de plattelandswoning. Met de ruimtelijke onderbouwing, zie Bijlage 4, wordt de planologische en milieutechnische haalbaarheid van het initiatief aangetoond.

3.3.4 Kopseweg 17

Door de eigenaren van het perceel Kopseweg 17 te Middelaar is bij de gemeente het verzoek ingediend om de ter plaatse geldende bestemming 'Bedrijf' om te zetten naar een woonbestemming en de bestaande bedrijfswoning te splitsen in 2 wooneenheden.

De gemeente heeft aangegeven medewerking te willen verlenen aan het wijzigen van de bestemming naar Wonen, maar aan een splitsing in 2 wooneenheden wordt niet meegewerkt.

Het initiatief wordt opgenomen in deze herziening van het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.'. Het plangebied wordt hierin bestemd als 'Wonen'. Met de ruimtelijke onderbouwing, zie Bijlage 5, wordt de planologische en milieutechnische haalbaarheid van het initiatief aangetoond.

3.3.5 Pastoorsdijk 7

Voor het perceel aan de Pastoorsdijk 7 te Middelaar is een extra bouwtitel aanwezig die nog niet is gerealiseerd. De initiatiefnemer heeft bij de gemeente het verzoek ingediend om de nieuwe woning meer richting de Pastoorsdijk te mogen bouwen dan de huidige voorgevelrooilijn ter plaatse toelaat. In eerste instantie is verzocht de voorgevelrooilijn 12 meter naar voren te schuiven, ook omdat in het voorgaande bestemmingsplan Middelaar 1988 deze lijn circa 10 meter voor de voorgevel van de huidige woning aan de Pastoorsdijk 7 lag.

De gemeente heeft aangegeven medewerking te willen verlenen aan een sprong in de voorgevelrooilijn ten behoeve van de nieuw te realiseren woning, maar vanuit stedenbouwkundig oogpunt mag deze sprong naar voren niet meer bedragen dan 5 meter.

Het initiatief wordt opgenomen in de deze herziening van het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.'. De voorgevelrooilijn wordt hierin 5 meter naar voren verplaatst. Met de ruimtelijke onderbouwing, zie Bijlage 6, wordt de planologische en milieutechnische haalbaarheid van het initiatief aangetoond.

3.3.6 Rijksweg 176

Op grond van het bestemmingsplan "Mookerplas e.o." heeft het perceel Rijksweg 176 naast de huidige woning op het perceel nog een mogelijkheid om een nieuwe woning te realiseren. Deze bouwtitel is nog niet ingevuld.

Ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan "Mookerplas e.o." in 2012 is door de eigenaar van het perceel Rijksweg 176 in Plasmolen een verzoek ingediend om ter plaatse drie bouwtitels toe te voegen. Dit verzoek is destijds door de stedenbouwkundige beoordeeld, waaruit vervolgens de conclusie kwam dat ter plaatse twee bouwtitels passend zouden zijn.

Doordat deze twee beoogde bouwtitels destijds niet zijn vastgelegd in het bestemmingsplan "Mookerplas e.o.", vanwege het ontbreken van een ruimtelijke onderbouwing, is door de eigenaar het plan voor twee woningen verder uitgewerkt en is een nieuw verzoek ingediend.

De gemeente heeft aangegeven medewerking te willen verlenen aan het wijzigen van de begrenzing van het bouwvlak van de bestaande bouwtitel ten behoeve van de realisatie van een nieuwe woning. Medewerking aan het toevoegen van een tweede bouwtitel wil de gemeente pas geven als de reeds bestaande bouwtitel is gebruikt en op basis van het op dat moment geldende beleid een positieve afweging kan worden gemaakt.

Het initiatief wordt opgenomen in deze herziening van het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.'. Het plangebied wordt hierin bestemd als 'Wonen' met een gewijzigde begrenzing van de bouwtitel. Met de ruimtelijke onderbouwing, zie Bijlage 7, wordt de planologische en milieutechnische haalbaarheid van het initiatief aangetoond.

3.3.7 Schildersweg 21-21a

Voor de woning op het perceel Schildersweg 21-21a is verzocht om de feitelijke (illegale) situatie van bewoning van nummer 21a te legaliseren. De bewoning door twee huishoudens vindt reeds plaats sinds 1989. In het nu geldende bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.' (2012) is deze legalisatie niet meegenomen. Het bestemmingsplan laat op dit moment geen twee woningen op het perceel toe.

De gemeente heeft laten weten in principe bereid te zijn medewerking te verlenen aan een procedure voor legalisatie van de woning Schildersweg 21a. Daarbij heeft de gemeente wel de voorwaarde gesteld dat de overkapping en de erfafscheiding hoger dan 1 meter moeten worden verwijderd uit het voorerfgebied.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0944.BPMOOKERPLASEO2016-VA03_0005.png"

afbeelding: impressie ontwikkeling Schildersweg 21-21a

Het initiatief wordt opgenomen in deze herziening van het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.'. Met de ruimtelijke onderbouwing, zie Bijlage 8, wordt de planologische en milieutechnische haalbaarheid van het initiatief aangetoond.

Hoofdstuk 4 Planverbeteringen

4.1 Inleiding

Na vaststelling en inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.' is tijdens de inventarisatie geconstateerd dat het bestemmingsplan op een aantal punten dient te worden verbeterd. In een aantal gevallen is sprake van verschrijvingen of onduidelijke regelingen en in enkele gevallen is ook sprake van een onjuiste, niet met de bestaande feitelijke situatie overeenkomende weergave op de verbeelding. Met onderhavige herziening worden navolgende verbeteringen aangebracht

4.2 Regels

De in onderstaand opgenomen nummers verwijzen naar de nummering zoals opgenomen in het vastgestelde bestemmingsplan Mookerplas e.o. Ten behoeve van de leesbaarheid is daar waar door de wijziging de nummering is gewijzigd de nummering zoals in onderhavig bestemmingsplan tussen haakjes '(....)' vermeld.

In Bijlage 1 is een versie van de regels opgenomen waarin de wijzigingen die met onderhavige herziening worden doorgevoerd, met markeringen en doorstrepingen zichtbaar zijn.

Artikel    Beschrijving  
1. Begrippen   1.37 Contour, winterbed van de Maas wordt geschrapt.  
  1.77 (1.86) Peil: de definitie voor wat betreft bouwen in of op het water aanpassen, waarbij de gemiddelde waterhoogte van het wateroppervlak als referentie wordt genomen.  
  1.74 (1.82) Overkapping: de definitie wordt gewijzigd waardoor een overkapping als bijbehorend bouwwerk wordt aangemerkt. Tevens worden de definitie 1.34 (1.36) bijbehorend bouwwerk en artikel 5.2.4 en 16.2.2 hierop aangepast.  
  Er worden definities toegevoegd of gewijzigd voor (1.24) bestaand aanwezig legaal gebruik, (1.27) bezoekerscentrum, (1.37) cafetaria, (1.49) familieaccommodatie, (1.55) hooimijt, (1.70) kookstudio, (1.88) plattelandswoning, (1.85) patiowoning, (1.90) productiegebonden detailhandel, (1.94) riviergebonden activiteit, (1.78) niet riviergebonden activiteit, (1.98) standplaats, (1.100) stikstofemitterende bouwwerken, (1.101) streekeigen producten, (1.105) theetuin, ((1.107) toename stikstof/ammoniakemissie, 1.109) veldschuur en (1.120) zorgappartement.  
2.6 De bouwhoogte van een windturbine   Windturbines komen binnen het plangebied niet voor en worden op basis van het beleid ook niet toegestaan. Derhalve wordt dit meetvoorschrift geschrapt.  
2. Wijze van meten   Er worden meetvoorschriften opgenomen voor (2.6) breedte en (2.7) diepte.  
3.6.2 (afwijkingsbevoegdheid kleinschalig kamperen), 3.7.1 (wijzigingsbevoegdheid vergroting bouwvlak ten behoeve van grondgebonden bedrijf) en 3.7.3 (wijzigingsbevoegdheid oprichten tweede bedrijfswoning)   De afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden zijn niet langer haalbaar en niet wenselijk en worden derhalve geschrapt.  
3.7.4 (3.7.2) (wetgevingszone - wijzigingsgebied 1)   Ter plaatse mogen maximaal 2 woningen worden gebouwd.  
3.7.5 (wijzigingsbevoegdheid van Agrarisch naar Recreatie)   De voorwaarden in het artikel zijn onduidelijk. De wijzigingsbevoegdheid wordt verwijderd. Dit heeft betrekking op zowel de regels als op de verbeelding.  
4. Agrarisch met waarden   Er worden aanvullende voorwaarden c.q. regelingen voor uitbreiding van de veestapel opgenomen om een toename van stikstofemissie op gevoelige natuurgebieden te voorkomen.  
5. Bedrijf   In artikel 5.1 lid a wordt de zinsnede 'met dien verstande dat tevens bedrijven zijn toegestaan die specifiek zijn aangeduid als onderstaand' verwijderd en wordt in de opsomming onder b t/m i opgenomen dat ter plaatse van deze aanduidingen uitsluitend de betreffende bedrijfsfunctie is toegestaan.  
5. Bedrijf   In artikel 5.1 lid h (5.1 lid i) en artikel 5.2.3 lid a zijn de bedrijfswoningen per bedrijf toegekend. De bedrijfswoningen worden per bestemmingsvlak toegestaan tot maximaal het bestaande aantal. Artikel 5.2.3 lid d en lid e worden derhalve geschrapt.  
5. Bedrijf   In artikel 5.1 lid f (5.1 lid g) wordt de aanduiding gewijzigd in 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf en wegenbouw'. Een en ander zoals op de verbeelding gebruikt.  
5.6 Afwijken van de gebruiksregels   Artikel 5.6 wordt geschrapt omdat bedrijfsmatige activiteiten aan huis reeds op basis van de bestemmingsomschrijving zijn toegestaan.  
5.7.2 Omschakeling van een bedrijf naar ander type bedrijf   De wijzigingsbevoegdheid wordt omgezet in een afwijkingsbevoegdheid (5.6.1).  
6. Bedrijf - Nutsvoorziening   Zendmasten worden ter plaatse van deze bestemming niet toegestaan (6.1 lid a) en rondom de nutsvoorzieningen mag een hekwerk van maximaal 2 meter hoog worden gebouwd (6.2.2 lid a).  
9. Groen en 15. Verkeer   In beide artikelen worden parkeerplaatsen toegestaan.  
9. Groen, 14. Sport, 15. Verkeer en 16. Verkeer - Verblijfsgebied   Binnen deze bestemmingen wordt een regeling voor het toestaan van evenementen opgenomen.  
10. Horeca   In artikel 10.2.1 worden lid c en d verwijderd omdat de bebouwing reeds met een bouwvlak is begrensd.  
11. Maatschappelijk   In artikel 11.2.1 worden lid c en d verwijderd omdat de bebouwing reeds met een bouwvlak is begrensd.  
13. Recreatie   Artikel 13.2.4 lid c wordt verwijderd omdat op met name het recreatieterrein het ook wenselijk is om voor de voorgevelrooilijn bouwwerken geen gebouwen op te richten.  
13. Recreatie   In de gebruiksregels wordt de bepaling voor opslag aangescherpt. Buitenopslag is niet toegestaan met uitzondering van de opslag van boten en aanverwante artikelen ter plaatse van de jachthaven en verenigingsleven.  
14. Sport   Artikel 14.2.3 lid b wordt verwijderd omdat met name op sportterreinen het ook wenselijk is om voor de voorgevelrooilijn bouwwerken geen gebouwen op te richten.  
16. Verkeer en 19. Wonen   De wijzigingsbevoegdheid naar 'Natuur' is niet haalbaar en wordt geschrapt.  
19. Wonen   Aan de bestemming 'Wonen' wordt een regeling toegevoegd voor de aan huis gevestigde beroepen of bedrijven. De aan huis gevestigde beroepen of bedrijven worden specifiek aangeduid en van een passende regeling voorzien waarbij de activiteiten binnen de (bedrijfs)woning moeten worden uitgeoefend (dus niet het hoofdgebouw). Tevens wordt bij een beroep of bedrijf aan huis buitenopslag als strijdig gebruik aangemerkt.  
19. Wonen   De aanduidingen 'dienstverlening' en 'kantoor' worden uit artikel 19.1 verwijderd omdat deze onder een beroep aan huis vallen.  
19. Wonen   De regeling voor (voormalige) langgevelboerderijen wordt verduidelijkt.  
19.1 Bestemmingsomschrijving Wonen   De aanduiding 'specifieke vorm van wonen - meubelmakerij' wordt ruimer omschreven omdat tevens sprake is van ondergeschikt verkoop van exclusieve in- en exterieur producten grotendeels vervaardigd van en met hout en houtkachels.  
19.4 Wonen (afwijken van de bouwregels)   Er wordt een afwijkingsregel toegevoegd dat van twee tweeaaneen gebouwde woningen ook één zelfstandige woning kan/mag worden gemaakt.  
Artikel 19. Wonen   Aan artikel 19.2.1 wordt toegevoegd: Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage terrein' een maximaal aan te houden bebouwingspercentage voor het bebouwen van het bestemmingsvlak is aangeduid.  
Artikel 20. Leiding - Riool   Artikel 20.2.1 wordt geschrapt.  
Artikel 22. Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed en artikel 23 Waterstaat - Waterbergend rivierbed   De bestemmingen worden geredigeerd overeenkomstig het beleid van Rijkswaterstaat.  
Artikel 24. Waterstaat - Waterkering   Artikel 24.2.1 wordt geschrapt.  
Artikel 25. Waterstaat - Waterlopen   Artikel 25.3 wordt geschrapt.  
30. Algemene afwijkingsregels   in artikelen 30.2 (Mantelzorg), 30.3 (Bed & breakfast) en 30.4 (Kleinschalige toeristische verblijfseenheid) wordt de term hoofdgebouw vervangen door (bedrijfs)woning.  
30. Algemene afwijkingsregels   Er wordt een regeling voor nutsvoorzieningen opgenomen.  
Diverse   In de (afwijkings)regels voor beroep aan huis en bedrijf aan huis de term hoofdgebouw vervangen voor (bedrijfs)woning. Tevens dient buitenopslag te worden uitgesloten.  
Diverse   Aan het verbod om zonder omgevingsvergunning bepaalde werken uit te voeren dient scheuren te worden toegevoegd.  
Diverse   Het gebruik van de termen bouwwerken, gebouwen en bijbehorende bouwwerken wordt geüniformeerd. De termen zijn niet overal correct toegepast.  
Diverse   Binnen het bestemmingsplan wordt opslag voor de voorgevelrooilijn uitgesloten. Het betreft buitenopslag. Deze regeling wordt derhalve verduidelijkt.  
Diverse   Het bestemmingsplan wordt waar nodig aangepast omdat de Reconstructiewetregeling op 1 juli 2014 is vervallen.  
Diverse    
Diverse   In verband met de leesbaarheid zijn ondergeschikte aanpassingen doorgevoerd, zoals verschrijvingen.  
SVBP2012   Waar nodig wordt het bestemmingsplan afgestemd op de SVBP2012 (bijvoorbeeld wro-zone - .. wordt wetgevingzone -...).  

4.3 Verbeelding

Aanduiding/locatie   Beschrijving  
Bouwsteeg 4a   De aanduidingen 'kantoor' wordt verwijderd omdat deze als een beroep aan huis is aan te merken.  
Cuijksesteeg ter hoogte van veerstoep   De picknickplaats wordt verplaatst naar de bestemming 'Verkeer'.  
Dorpsstraat 6b   De aanduiding 'dienstverlening' wordt verwijderd omdat deze als een beroep aan huis is aan te merken. Tevens wordt de aanduiding 'detailhandel' verwijderd.  
Dorpsstraat 18   De afgesplitste woning wordt met een aanduiding nader geregeld.  
Dorpsstraat 18a   Voor de opleiding geleidehonden wordt een specifieke aanduiding opgenomen.  
Dorpsstraat 21   De aanduiding 'bed and breakfast' wordt verwijderd.  
Dorpsstraat 38-38a   In 2006 is vergunning verleend en is sprake van twee woningen. De aanduiding 'dienstverlening' wordt verwijderd en de aanduiding 'vrijstaand' wordt gewijzigd in 'tweeaaneen'. Voor het aannemersbedrijf wordt een aanduiding opgenomen.Tevens wordt ter plaatse van het achterpad een aanduiding opgenomen waardoor parkeren ter plaatse is uitgesloten.  
Dorpsstraat 41   De aanduiding 'dienstverlening' wordt verwijderd omdat deze als een beroep aan huis is aan te merken. Tevens wordt de aanduiding 'detailhandel' verwijderd.  
Dorpsstraat 53-53a   De aanduiding 'vrijstaand' wordt gewijzigd in 'tweeaaneen'. De aanduidingen 'dienstverlening' en 'detailhandel' worden verwijderd.  
Dorpsstraat 54a   De aanduiding 'tweeaaneen' wordt gewijzigd in 'vrijstaand'  
Eindweg 16   Rechterdeel van de woning wordt aangeduid als mantelzorgwoning/inwoning.  
Eindweg 19   Het bouwvlak wordt afgestemd op de feitelijke locatie van de woning.  
Eindweg 21-23   Beide woningen worden conform de feitelijke situatie bestemd.  
Elzenstraat 11   De onherroepelijke vrijstelling voor mantelzorg/inwoning wordt verwerkt.  
Heikantseweg 10   De aanduiding 'bedrijf aan huis' en 'detailhandel uitgesloten' wordt verwijderd.  
Heikantseweg 18-20   De aanduiding 'vrijstaand' wordt gewijzigd in 'tweeaaneen'.  
Heikantseweg 26   De bloemenwinkel wordt van een specifieke regeling voorzien.  
Heikantseweg 30a-b   Het gehele perceel wordt bestemd als 'Wonen' waarbij het bouwvlak en de voorgevelrooilijn worden afgestemd op de feitelijke situatie.  
Hotel Plasmolen   Aanduiding voor 'zorgappartementen' opnemen op hoofdgebouw en definitie voor zorgappartementen opnemen.  
Kerkpad 5a-5b en Dorpsstraat 48a-48b   De voorgevel wordt aan het Kerkepad 3,5 meter verschoven zodat de te bouwen woningen binnen bouwvlak vallen. Tevens wordt de aanduiding 'vrijstaand' gewijzigd in 'tweeaaneen' en worden maximaal 4 woningen toegestaan.  
Kerkpad, speelterrein   Het speelterrein dient bestemd te worden als 'Recreatie' en het naastgelegen perceel als 'Agrarisch' (bestemming omruilen).  
Kopseweg 13a-15   De aanduiding 'tweeaaneen' wordt verwijderd  
Muldershofweg   In verband met de terrassen dient de bestemming voor de horecavoorziening gewijzigd te worden van 'Verkeer' in 'Verkeer-Verblijfsgebied'.  
Muldershofweg 6   De aanduiding 'bedrijf aan huis' wordt verwijderd.  
Natuurgebieden   De natuurgebieden aan de Zevenbergseweg, Broekweg en Helweg worden aangeduid als 'ecologische hoofdstructuur'.  
Pastoorsdijk   De botenhelling wordt op de feitelijke locatie op de verbeelding ingetekend  
Pastoorsdijk   Parkeerplaats wordt opgenomen binnen de bestemming 'Recreatie' en voorzien van een aanduiding.  
Perceel C38   De bestemming wordt overeenkomstig het feitelijke/toekomstige gebruik gewijzigd van 'Agrarisch' in 'Natuur'.  
Rijksweg 124   De aanduiding 'tweeaaneen' wordt gewijzigd in 'vrijstaand'.  
Rijksweg 126-128   Het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt afgestemd op de kadastrale perceelsgrenzen.  
Rijksweg 126   De aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalige toeristische verblijfseenheid' wordt toegevoegd.  
Rijksweg 184   De aanduiding 'veiligheidszone - lpg' wordt op de juiste wijze op de verbeelding ingetekend.  
Riethorsterweg 14 en 14a   De aanduiding 'tweeaaneen' wordt gewijzigd in 'vrijstaand'.  
Riethorsterweg 31   Er wordt een bouwtitel toegevoegd voor de bouw van één nieuwe woning (vigerend).  
Riethorsterweg 37   De bestemming 'Wonen' wordt vergroot en er wordt een aanduiding opgenomen voor het bouwen van een woning.  
Schildersweg 1   Voor de locatie loopt momenteel een procedure omgevingsvergunning. Omdat deze omgevingsvergunning nog niet onherroepelijk is wordt de locatie uit het plangebied geknipt.  
Startsedijk 1   Het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt afgestemd op de kadastrale perceelsgrenzen.  
Startsedijk 3   De percelen C1808 en C2226 worden toegevoegd aan de bestemming 'Wonen'.  
Startsedijk 4   Er wordt een regeling opgenomen voor de caravanstalling.  
Startsedijk 5   Het agrarisch bouwvlak 'Wonen' wordt afgestemd op de kadastrale perceelsgrenzen.  
Terrein Leisurelands   Er wordt een aanduiding en regeling opgenomen voor toiletvoorzieningen en de strook grond parallel aan de Rijksweg wordt bestemd als 'Bos' in plaats van 'Verkeer'.  
Witteweg 3a   Er wordt een bouwtitel toegevoegd voor de bouw van één nieuwe woning (vigerend).  
Witteweg 26   Ten behoeve van de bouw van een bijgebouw wordt het bouwvlak vergroot.  
Witteweg 31   De aanduiding 'specifieke vorm van horeca - cafetaria' wordt verwijderd.  
Witteweg 33   Het bouwvlak wordt aangepast zodat de sleufsilo's hierbinnen zijn gelegen.  
Zevenbergseweg 14   De aanduiding 'gemengd' wordt verwijderd.  
Wro-zone - wijzigingsgebied 2 (wijzigingsbevoegdheid van Agrarisch naar Recreatie)   De voorwaarden zijn onduidelijk. Derhalve wordt de aanduiding verwijderd. Dit heeft betrekking op zowel de regels als op de verbeelding.  
SVBP2012   Waar nodig wordt het bestemmingsplan afgestemd op de SVBP2012 (bijvoorbeeld wro-zone - .. wordt wetgevingzone -...).  
Diverse   Binnen de bestemming 'Bedrijf' worden op een aantal locaties de bebouwingspercentages opnieuw berekend.  

Hoofdstuk 5 Sectorale aspecten

Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische en milieuhygiënische aspecten. Als een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, moet worden aangetoond dat deze haalbaar zijn in het kader van een goede ruimtelijke ordening (in relatie tot de planologische en milieuhygiënische aspecten).

5.1 Archeologische, cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden

De in deze herziening opgenomen ontwikkelingen hebben in enkele gevallen consequenties voor de aanwezige waarden op archeologisch, cultuurhistorisch, landschappelijk en/of natuurlijk terrein. Echter het betreft steeds ontwikkelingen waarvan in het kader van de daarvoor afzonderlijk opgestelde onderbouwingen reeds onderzoek naar eventuele effecten op aanwezige waarden heeft plaatsgevonden. Deze onderzoeken zijn opgenomen in de bijlage bij de ruimtelijke onderbouwingen. Verder is in het kader van deze herziening geen verdere inventarisatie naar eventueel in geding zijnde waarden uitgevoerd omdat bij eerdere planvorming of bij eerder doorlopen procedures reeds is geoordeeld dat geen onevenredige aantasting van genoemde waarden plaatsvindt.

5.2 Milieuaspecten

De aanpassingen in deze herziening hebben geen milieuhygiënische consequenties. De aanpassingen hebben betrekking op omissies ten opzichte van de bestaande situatie en leiden derhalve niet tot nieuwe situaties, dan wel hebben ze betrekking op ontwikkelingen waarvan in eerdere planvorming, eerder doorlopen procedures of eerdere afwegingen op basis van aangeleverde onderbouwingen de milieuconsequenties reeds zijn beoordeeld. Daarbij zijn geen belemmeringen voor de respectievelijke planvoornemens geconstateerd.

5.3 Planmer-plicht

5.3.1 Planmer plicht vanwege mer-plichtige ontwikkelingen

In het Besluit milieueffectrapportage worden diverse activiteiten benoemd die mer-plichtig (lijst C) dan wel mer-beoordelingsplichtig (lijst D) zijn. Voor een regulier bestemmingsplan buitengebied zijn de in lijst C en D genoemde activiteiten onder categorie 14 hiervoor bepalend. Dit betreft het mogelijk maken van de oprichting of uitbreiding van een veehouderij. Lijst D kent daarbij de laagste drempelwaarden en is daarmee het meest bepalend. In het Besluit milieueffectrapportage worden in lijst D de navolgende drempelwaarden benoemd:

  • 1. 40.000 stuks pluimvee
  • 2. 2.000 stuks mestvarkens
  • 3. 750 stuks zeugen
  • 4. 3.750 stuks gespeende biggen
  • 5. 5.000 stuks pelsdieren
  • 6. 1.000 stuks voedsters of 6000 vlees- en opfokkonijnen tot dekleeftijd
  • 7. 200 stuks melk-, kalf- of zoogkoeien ouder dan 2 jaar
  • 8. 340 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
  • 9. 340 stuks melk-, kalf- en zoogkoeien ouder dan 2 jaar en vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
  • 10. 1.200 stuks vleesrunderen
  • 11. 2.000 stuks schapen of geiten
  • 12. 100 stuks paarden of pony’s
  • 13. 1.000 stuks struisvogels
5.3.2 Planmer plicht vanuit de Natuurbeschermingswet 1998

Indien niet uitgesloten kan worden dat het plan geen significant negatieve effecten op een Natura 2000 gebied kan veroorzaken, is het plan eveneens Planmer plichtig. Significant negatieve effecten tengevolge van een bestemmingsplan buitengebied zijn te verwachten vanwege de depositie van stikstof in Natura 2000 gebieden door ammoniakemissies afkomstig uit stallen van veehouderijen.

Het aantonen dat een significant negatief effect kan worden uitgesloten, kan middels een zogenaamde voortoets.

5.3.3 Planmer plicht voor deze herziening

Gelet op het feit dat met onderhavige herziening uitsluitend wordt beoogd het vastleggen van de bestaande en legaal vergunde situaties ten aanzien van intensieve veehouderij en gelet op het feit dat in de regels van de desbetreffende bestemmingen nadere voorwaarden zijn opgenomen om te voorkomen dat de bestaande en feitelijk vergunde stikstofemissie van de bedrijven toeneemt, is het uitvoeren van een Planmer niet opportuun.

5.4 Wateraspecten

Voor de waterhuishoudkundige aspecten is dezelfde redenering van toepassing, als hierboven beschreven onder de paragraaf 'milieuaspecten'.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

Naast het toetsen van een ruimtelijk plan aan diverse milieu- en veiligheidsaspecten, dient het ruimtelijk plan ook getoetst te worden aan de uitvoerbaarheid van het plan. Hierbij wordt gekeken naar de economische uitvoerbaarheid en de maatschappelijke uitvoerbaarheid.

6.1 Economische uitvoerbaarheid

In de Wet ruimtelijke ordening (artikel 6.12) wordt voorgeschreven dat tegelijk met het vaststellen van een bestemmingsplan een exploitatieplan vastgesteld moet worden voor het plangebied of delen er van, tenzij aan de volgende drie criteria is voldaan:

  • het kostenverhaal is op een andere wijze verzekerd;
  • er is geen noodzaak voor het stellen van locatie-eisen of eisen aan type woningbouw;
  • er is geen noodzaak voor het bepalen van een tijdvak of fasering.

 

Met deze herziening is geen sprake van een nieuwe bouwmogelijkheid (als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro) binnen het plangebied. De kosten die met voorliggend bestemmingsplan gemoeid zijn, worden geheel gedragen door de gemeente. In de begroting is met deze kosten rekening gehouden. Het bestemmingsplan is hiermee financieel uitvoerbaar.

 

Op basis van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het planvoornemen economisch uitvoerbaar is.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De herziening van het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o.' wordt conform de gebruikelijke procedure gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn kan een ieder reageren op het planvoornemen.

Hoofdstuk 7 Procedure

7.1 De te volgen procedure

Het bestemmingsplan doorloopt als (voor)ontwerp respectievelijk vastgesteld en onherroepelijk bestemmingsplan de volgende procedure, te weten:

a. Voorbereiding:

b. Ontwerp:

1e ter inzage legging (ontwerp bestemmingsplan)

c. Vaststelling:

Vaststelling door de Raad

2e ter inzage legging (vastgesteld bestemmingsplan)

d. Beroep:

Beroep bij Raad van State

7.2 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan Mookerplas e.o., 1e herziening is gepubliceerd op 12 april 2016 in De Maas Driehoek, Staatscourant en de website van de gemeente Mook en Middelaar. Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 13 april 2016 tot en met 24 mei 2016 voor zienswijzen ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn 22 zienswijzen ontvangen, die zijn samengevat en van een standpunt zijn voorzien in een zienswijzenverslag. De zienswijzen hebben gedeeltelijk geleid tot wijziging van het bestemmingsplan. Daarnaast zijn een aantal ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. In het zienswijzenverslag zijn de wijzigingen opgenomen. Het zienswijzenverslag is als bijlage 9 bijgevoegd.

 

7.3 Vaststelling

Het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o., 1e herziening' is door de gemeenteraad van Mook en Middelaar vastgesteld op 11 mei 2017. Nadat dit bestemmingsplan 6 weken voor beroep ter inzage heeft gelegen is gebleken dat het bestemmingsplan op basis van de tussenuitspraak van de Raad van State (bestuurlijke lus) op één punt gewijzigd dient te worden. Naar aanleiding van deze wijziging (aanpassing aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is het bestemmingsplan op 12 juli 2018 opnieuw vastgesteld (herstelbesluit).

7.4 Uitspraak Raad van State en nieuwe vaststelling

Tegen de wijziging van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is opnieuw beroep aangetekend bij de Raad van State In het kader van de beroepsprocedure heeft de Raad van State op 18 september 2019 een definitieve uitspraak gedaan. In deze uitspraak is het besluit van 12 juli 2018 en het besluit van 11 mei 2017 van de raad van de gemeente Mook en Middelaar waarbij het bestreden besluit 'Mookerplas e.o., 1e herziening is vastgesteld vernietigd, voor zover dit betreft de bestemming 'bedrijf voor de percelen kadastraal bekend gemeente Mook, sectie C nummers 986, 1732, 1733 (Rijksweg 184) en kadastraal bekend gemeente Mook, sectie C, nummer 2302 (Zevenbergseweg 6a), en voor zover de gebiedsaanuiding 'veiligheidszone - lpg is toegekend. De uitspraak van de afdeling, met kenmerk 201705250/1/R1, is in zijn geheel opgenomen als Bijlage 10: Uitspraak ABRSm 18 september 2019.

afbeelding "i_NL.IMRO.0944.BPMOOKERPLASEO2016-VA03_0006.png"

Uitsnede vigerend bestemmingsplan van de percelen waarop de uitspraak Raad van State betrekking heeft.

De Raad van State draagt met haar uitspraak op om binnen zes maanden na verzending van haar uitspraak met inachtneming daarvan een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. In overleg met de betrokken is deze termijn met nog eens zes maanden verlengd. Overeengekomen is dat het besluit nu uiterlijk voor 18 september 2020 genomen dient te zijn. De Raad van State heeft geen bedenkingen/bezwaren kenbaar gemaakt tegen deze mededeling'.

De uitspraak van de Raad van State heeft als concrete consequentie dat op de verbeelding de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zodanig wordt aangepast dat deze aanduiding niet meer gelegen is over de woning aan de Zevenbergseweg 6a. Hiermee wordt de strijdigheid met de Bevi en Revi opgeheven. Om de aanpassing van deze aanduiding mogelijk te maken dient de appendage in noordelijke richting te worden verplaatst zodat de betreffende aanduiding mee verschuift in noordelijke richting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0944.BPMOOKERPLASEO2016-VA03_0007.png"

Verplaatsing appendage in noordelijke richting ten behoeve van aanpassing aanduiding 'veiligheidszone - lpg'

Naar aanleiding van deze uitspraak is het bestemmingsplan 'Mookerplas e.o., 1e herziening in de raadsvergadering van d.d. 9 juli 2020 opnieuw gewijzigd vastgesteld. Het raadsbesluit inclusief raadsvoorstel is als besluit bij het bestemmingsplan gevoegd.