Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient te worden nagegaan of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het huidige of toekomstige gebruik. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is dat aanwezige bodemverontreinigingen geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem en dat de bodemkwaliteit niet verslechtert door grondverzet.
Verkennend bodemonderzoek Musketruwe (ong.) te Maastricht, BKK Bodemadvies bv, rapportnummer 11342.BKK, 16 november 2011 / 10 januari 2012
Door BKK Bodemadvies bv is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ten behoeve van onderhavig plan. In het vooronderzoek zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen over verdachte (deel)locaties. De verwachting is dat de bodemkwaliteit overeenkomt met die van de bodemkwaliteitskaart, deelgebied 'overig'. De onderzoeksstrategie is opgesteld op basis van de hypothese 'onverdachte locatie' in de NEN 5740. Het grondwater is dieper gelegen dan 5 m-mv en is derhalve niet onderzocht.
Grond
In de bovengrond zijn enkele ten opzichte van de achtergrondwaarde verhoogde concentraties zware metalen gemeten, welke echter ruim onder de tussenwaarde liggen. De organische parameters zijn onder de achtergrondwaarde gelegen met uitzondering van minerale olie, welke in één van de vijf bovengrondmonsters licht verhoogd was ten opzichte van de achtergrondwaarde. Omdat zintuiglijk nergens olie is aangetroffen is geen aanvullend onderzoek hiernaar nodig.
In de ondergrond is in één van de twee mengmonsters kobalt licht verhoogd aangetoond ten opzichte van de achtergrondwaarde. Alle overige parameters zijn onder de achtergrondwaarde.
De kwaliteit van zowel de bovengrond als de ondergrond voldoet aan de gebiedseigen bodemkwaliteit in het homogene deelgebied 'overig' van de bodemkwaliteitskaart in Maastricht.
Asbest
Tijdens de veldwerkzaamheden zijn op vier plaatsen op het maaiveld asbestverdachte fragmenten waargenomen. Na analyse bleken slechts twee lokaties daadwerkelijk asbest te bevatten. In de grond is zintuiglijk en analytisch geen asbest aangetoond. Er is geen verontreiniging met asbest in de grond, maar alleen op het maaiveld. Omdat de grond ter plaatse van de asbestvondsten apart op asbest is geanalyseerd mag worden geconcludeerd dat de bodem 'asbest-onverdacht' is. Het maaiveld dat niet geïnspecteerd is (dicht gras) blijft wel asbestverdacht. Eventueel aan te treffen asbestverdachte materialen dienen direct te worden afgevoerd en ook de grond onder eventuele asbestvondsten dient geïnspecteerd te worden.
Toetsing hypothese
De hypothese 'onverdachte locatie' wordt door de onderzoeksresultaten aanvaard.
Resumerend kan worden aangegeven dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor onderhavig plan. Het verkennend bodemonderzoek is als separate bijlage toegevoegd.