direct naar inhoud van Artikel 8 Horeca
Plan: Buitengebied - Sint Pietersberg, Jekerdal, Cannerberg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpBgbdStPJdalCberg-oh01

Artikel 8 Horeca

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het verstrekken en/of bereiden van drank en/of etenswaren voor consumptie (al dan niet ter plaatse);
  • b. het exploiteren van zaalaccommodatie;
  • c. het verstrekken en/of bereiden van drank en/of etenswaren voor consumptie (al dan niet ter plaatse) en het exploiteren van zaalaccommodatie in de grotten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1';
  • d. een terrastuin met vijver, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 3';
  • e. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • f. tuinen, erven en verhardingen;
  • g. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat binnen een bestemmingsvlak met daarin de aanduiding 'parkeerterrein', een parkeerterrein uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'; ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein uitgesloten' zijn geen parkeervoorzieningen toegestaan;
  • h. terrassen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'terras uitgesloten' geen terrassen zijn toegestaan;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden gebouwd. De voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden met een erker, balkon of luifel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 m;
    • 2. de afstand tot de openbare weg mag niet minder bedragen dan 2 m;
    • 3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw;
    • 4. de breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' of ter plaatse van de aanduiding ' maximale goothoogte' is aangegeven.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
8.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
  • b. Bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
  • c. Bij een vrijstaande woning zijn de volgende bepalingen van toepassing:
    • 1. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6,5 m;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan bedragen 8,5 m mag;
    • 3. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m3.
  • d. Bij een in de bedrijfsbebouwing opgenomen bedrijfswoning zijn de volgende bepalingen van toepassing:
    • 1. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m3;
    • 2. de goothoogte zoals toegestaan voor bedrijfsgebouwen, mag niet worden overschreden;
    • 3. de bouwhoogte zoals toegestaan voor bedrijfsgebouwen, mag niet worden overschreden.
8.2.3 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Bijgebouwen dienen op een afstand van tenminste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.
  • b. De maximale gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 80 m².
  • c. De goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • d. De bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m.
8.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van antennes mag niet meer bedragen dan 8 m.
  • d. De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • e. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van:

  • a. Het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
  • b. De stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving.
  • c. De verkeersveiligheid.
  • d. De sociale veiligheid.
  • e. De brandveiligheid en rampenbestrijding.
8.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 8.2.4 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen hoger dan 1 respectievelijk 2 m, mits geen afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en er geen stedenbouwkundige bezwaren bestaan.
8.5 Specifieke gebruiksregels

Als strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt aangemerkt:

  • a. discotheek/ dancing.
8.6 Wijzigingsbevoegdheid
8.6.1 Wijziging uitbreiding informatiecentrum

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 5' te wijzigen teneinde een grotere bebouwde oppervlakte toe te staan, al dan niet in combinatie met een informatiecentrum, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de totale oppervlakte, na uitbreiding, bedraagt niet meer dan 718 m2;
  • b. uit onderzoek blijkt dat de uitbreiding en/of het informatiecentrum uit milieu-oogpunt aanvaardbaar is;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de natuurwaarden;
  • d. uit onderzoek blijkt dat de uitbreiding uit hydrologisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • e. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
8.6.2 Wijziging verwijderen aanduiding specifieke vorm van horeca - 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Horeca' te wijzigen in die zin dat:

  • a. De aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1' wordt verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd, blijkens het intrekken van de vergunning op basis van artikel 151 Mijnbouwbesluit.