direct naar inhoud van Artikel 29 Leiding - Riool
Plan: Buitengebied Beesel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0889.BPBuitengebied-VA03

Artikel 29 Leiding - Riool

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor een rioolleiding, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding – riool' de hartlijn van de leiding voor riooltransport is gelegen.

29.2 Bouwregels
29.2.1 Gebouwen

Op of in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

29.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:
    • 1. bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de instandhouding, het beheer en onderhoud van de leidingen;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding – riool' is het niet toegestaan om te bouwen binnen 2,50 meter van de hartlijn;
29.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.2.1 ten behoeve van het bouwen van gebouwen, mits:

  • a. aangetoond wordt dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  • b. de veiligheid van de leiding niet wordt geschaad;
  • c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de desbetreffende leidingbeheerder.
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
29.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven, diepploegen, indrijven of ophogen;
  • b. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverharding,
  • c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en daarme verband houdende constructies;
  • d. heien of anderszins inbrengen van voorwerpen in de grond;
  • e. het uitvoeren van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • f. het aanbrengen, vellen en/of rooien van bomen en/of diepwortelende beplantingen.
29.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in artikel 29.4.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • c. worden uitgevoerd ten behoeve van de instandhouding van de leiding(en);
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.
29.4.3 Afwegingskader

Een vergunning als bedoeld in artikel 29.4.1 wordt slechts verleend, mits:

  • a. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in artikel 29.1 niet onevenredig (kunnen) worden geschaad;
  • b. vooraf de beheerder van de leiding is gehoord.