direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Kern Spaubeek, herziening 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPSPAUBEEK13-VA01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. doeleinden ten behoeve van onderwijs, openbaar bestuur, religieuze functies, overdekte sport- en spelaccommodaties, medische-sociale functies, maatschappelijke en culturele functies, met dien verstande dat seksinrichtingen en/of pornobedrijven hier in ieder geval niet onder vallen;
  • b. gezinsvervangend wonen en/ of begeleid wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • c. een begraafplaats ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';

alsmede voor:

  • d. ondergeschikte kantoorruimte;
  • e. ondergeschikte horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • f. parkeren;
  • g. groen;
  • h. openbare nutsvoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige doeleinden.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen
  • a. Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. gebouwen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • b. Bebouwing, welke hetzij bestaat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, hetzij wordt of kan worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen en die afwijkt van één of meer van de in (afzonderlijke) bepalingen voorgeschreven situering, maatvoering en/of aantal(len), wordt geacht te voldoen aan de regels van dit plan;
  • c. Geen nieuwbouw mag worden opgericht met uitzondering van vervangende nieuwbouw ter plaatse van bestaande bebouwing en met inachtneming van de in dit artikel gegeven regels.

10.2.2 Gebouwen

Regels met betrekking tot gebouwen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend gebouwd worden binnen het bouwvlak;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage';
  • c. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte';
  • d. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de ter plaatse geldende bestaande goothoogte plus 4,00 m;
  • e. bijgebouwen bij woningen zijn uitsluitend toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. ze zowel binnen als buiten het bouwvlak zijn toegestaan, met dien verstande dat ze indien gelegen buiten het bouwvlak uitsluitend achter de voorgevelrooilijn zijn toegestaan;
    • 2. de oppervlakte van de bijgebouwen tezamen maximaal 20 m² per woning mag bedragen;
    • 3. de goothoogte maximaal 3,00 m mag bedragen;
    • 4. de bouwhoogte maximaal 5,00 m mag bedragen;
    • 5. ze dienen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming te passen.

10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouw zijnde:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2,00 m bedragen, met uitzondering van de bouwhoogte van erfafscheidingen gelegen tussen de weg en enige gevel van een gebouw die maximaal 1,00 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van voorzieningen voor de openbare verlichting en vlaggenmasten mag maximaal 8,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van antennes en antennemasten mag maximaal 12,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3,00 m bedragen;

10.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 5. de sociale veiligheid;
    • 6. de externe veiligheid.
  • b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering respectievelijk waarborging van de ruimtelijke- en stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • c. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in artikel 27.1 van toepassing.

10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.2 Wro, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 10.1 alsmede het gebruik ten behoeve van (straat)prostitutie.