direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie
Plan: Kern Spaubeek, herziening 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPSPAUBEEK13-VA01

Artikel 11 Recreatie

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvelden, ter plaatse van de aanduiding 'sportveld';
  • b. maximaal 2 kantines;
  • c. kleedruimtes;
  • d. verhardingen;
  • e. parkeer- en groenvoorzieningen;
  • f. openbare nutsvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
  • h. speelvoorzieningen.

Een en ander met bijbehorende voorzieningen.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Op de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.2.2 Gebouwen

Regels met betrekking tot gebouwen:

  • a. de gebouwen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte van de gebouwen mag niet meer dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte';
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de ter plaatse geldende goothoogte plus 4,00 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' bedraagt het bebouwingspercentage maximaal zoveel als met de betreffende aanduiding is aangegeven.
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 meter bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen die maximaal 2,00 m hoog mogen zijn;
    • 2. voorzieningen voor de openbare verlichting en vlaggenmasten die maximaal 8,00 m hoog mogen zijn;
    • 3. ballenvangers die maximaal 12,00 m hoog mogen zijn;
    • 4. speelvoorzieningen die maximaal 4,5 m hoog mogen zijn.
  • b. ze dienen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming te passen.

11.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    • 1. de landschappelijke waarden van het gebied;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering van de landschappelijke en/of stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • c. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in artikel 27.1 van toepassing.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.2 Wro, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 11.1, meer in het bijzonder:

  • a. voor detailhandel;
  • b. voor horecadoeleinden, uitgezonderd de kantine;
  • c. voor permanente of tijdelijke bewoning;
  • d. voor opslagdoeleinden, uitgezonderd opslag verband houdende met de sportbeoefening.