direct naar inhoud van Artikel 20 Waarde - Beschermd dorpsgezicht
Plan: Schaesberg-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0882.BPLKOM03001-VG01

Artikel 20 Waarde - Beschermd dorpsgezicht

20.1 Bestemmingsomschrijving
20.1.1 Algemeen

De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud van ter plaatse bestaande bebouwing, bouwwerken en bebouwde gronden, zowel afzonderlijk als in hun onderlinge samenhang, die een beeld opleveren dat van algemeen belang is vanwege de schoonheid, de betekenis voor de wetenschap, de cultuurhistorische waarde en de ruimtelijke structurele samenhang zoals vermeld in 'bijlage 7 bij de regels'.

20.1.2 (Dubbel)bestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de (dubbel)bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 29.1.

20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen

Op de voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden mag, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen niet worden gebouwd.

20.2.2 Uitzondering

Het in 20.2.1 bepaalde is niet van toepassing indien en voor zover het oprichten van bouwwerken verenigbaar is met het beheer, de ontwikkeling en het behoud van de karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht en vooraf advies aan de Monumentencommissie is gevraagd, met dien verstande, dat:

  • a. geen wezenlijke veranderingen worden gebracht in het stedenbouwkundige beeld;
  • b. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming.
20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.3.1 Bebouwde gronden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, voor zover de gronden bebouwd zijn, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verven in een andere kleur van gevels, ramen, deuren, luiken en/of sieronderdelen.
20.3.2 Onbebouwde gronden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, voor zover de gronden onbebouwd zijn, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het opslaan, deponeren, lozen of storten van al dan niet afgedankte of aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, alsmede het aanleggen of inrichten van opslag-, stort- of bergplaatsen;
  • b. het rooien van bomen en hagen anders dan voor de effectuering van een omgevingsvergunning;
  • c. het wijzigen of aanleggen van bestrating van parkeergelegenheden, pleinen, straten, voet- en/of toegangspaden;
  • d. het verlagen of afgraven, het ophogen of het egaliseren van de bodem plus of min 10 centimeter ten opzichte van de toestand op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
20.3.3 Voorwaarden verlenen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt slechts verleend, wanneer de bedoelde werken geen afbreuk doen aan het karakter en de schoonheid van het beschermd dorpsgezicht.

20.3.4 Uitzondering

Het in artikel 20.3.1 en 20.3.2 bepaalde is niet van toepassing voor:

  • a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden voor de instandhouding van de bestaande inrichting;
  • b. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale grondgebruik;
  • c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd.
20.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
20.4.1 Vergunningplicht

Ter plaatse van de als 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden is het verboden zonder omgevingsvergunning de aanwezige cultuurhistorische waardevolle en/of karakteristieke bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.

20.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 20.4.1 is niet van toepassing op:

  • a. sloopwerkzaamheden in verband met normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. sloopwerkzaamheden, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan ingevolge een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning in uitvoering zijn dan wel mogen worden uitgevoerd.
20.4.3 Toepassingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 20.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 20 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.